Toen ik mijn ouders vlak na elkaar verloor was ik 4 jaar. Mijn vader was depressief en pleegde zelfmoord. Mijn moeder had leukemie. Ik wist dat ze ziek was, want ze zei tegen me dat ze naar het ziekenhuis ging, waar de dokters haar beter konden maken. Niemand vertelde mij dat ze doodging. We hebben geen afscheid van elkaar genomen.
Van de ene op de andere dag was ze er gewoon niet meer. Ik mocht niet mee naar de begrafenis, waarschijnlijk vond de familie mij te klein. Natuurlijk had ik door dat er iets verschrikkelijks was gebeurd. Ik voelde het grote verdriet als een grauwe sluier om alles heen hangen. Maar als ik er mijn oma naar vroeg, huilde zij alleen maar. Mijn ouders lieten zes kinderen achter. Ik was de op één na jongste.
We gingen allemaal bij mijn oma en opa wonen. Mijn oma had geen oog voor mijn gemis. Elke keer als ik naar mijn ouders vroeg, vond ze me lastig. Foto’s borg ze op, erover praten was taboe. Op deze manier maakte ze mijn gemis natuurlijk alleen maar erger. Ik ben vroeg het huis uit gegaan en jong getrouwd. Mijn man en ik kregen vier kinderen. Zij waren het licht in mijn leven, maar het huwelijk met mijn man heeft het uiteindelijk niet gered. Ik zocht onvoorwaardelijke liefde en dat kon hij me onmogelijk geven, dat krijg je alleen van je ouders. Altijd dacht ik aan ze: op mijn huwelijksdag, toen de kinderen werden geboren, op verjaardagen en bij andere bijzondere momenten. Ik wilde zo graag mijn leven met ze delen. Andere mensen liet ik – door mijn verleden – niet dichtbij komen. Zelfs mijn kinderen vonden: ‘Al zeggen we nog zo vaak tegen je dat we van je houden; het lijkt niet bij je binnen te komen.’
Twee jaar geleden overleed mijn ex-man. Kort daarop mijn zusje. Dat was de eerste keer na het overlijden van mijn ouders dat ik van dichtbij geconfronteerd werd met de dood. Het zette iets in werking. Ik wilde het graf van mijn ouders bezoeken. Maar het was er niet meer. Wel was er op de begraafplaats een boek waarin stond dat ze waren overleden. Toen ik hun namen zag, zwart op wit, barstte ik in tranen uit. Alsof het ineens écht tot me doordrong dat ze dood waren. Het klinkt misschien vreemd, maar het luchtte enorm op. Uiteindelijk ben ik hun dood toen pas echt gaan verwerken, door veel boeken te lezen over rouwverwerking en over het accepteren van verlies. Ik weet nu dat je pas gelukkig kunt zijn als je ook de momenten accepteert waarop je je rot voelt. In plaats van dat gevoel weg te drukken, mag het er zijn. Sowieso zal het gemis van mijn ouders altijd blijven. Dat gaat niet weg. Maar in plaats van een gewond meisje, voel ik me nu een volwassen vrouw. Stabiel en zelfverzekerd.”
Uw verhaal in Plus?
Hebt u iets heel ingrijpends meegemaakt? Of loopt u rond met iets wat u aan (bijna) niemand durft te vertellen?
Deel het met andere Pluslezers; dat mag ook anoniem. Schrijf naar redactie@plusmagazine.nl of naar Redactie Plus Magazine, Postbus 44, 3740 AA Baarn o.v.v. ‘Mijn verhaal’.
- Plus Magazine