Wat zijn de kosten van een eigen kampeerauto nou eigenlijk?
De vrijheid om te reizen waar u naartoe wilt en tegelijk toch thuis zijn – dat biedt een camper. Maar wat zijn de kosten van een eigen kampeerauto nou eigenlijk? We rekenen het voor u uit.
Het is niet makkelijk om precies uit te rekenen wat een gemiddelde camper kost. Om het overzichtelijk te houden, kiezen we een populair, nieuw exemplaar per campercategorie. Dat geeft een goede indicatie van wat u gemiddeld aan kosten kunt verwachten. We hanteren de campernieuwprijs, die is gewoonlijk zonder aanvullende accessoires en opties. Als actuele dieselprijs is €1,90 genomen en voor de jaarlijks afgelegde afstand is 8000 kilometer het uitgangspunt. Voor de motorrijtuigenbelasting-provincie kiezen we Utrecht en noemen we het tarief per jaar. De wegenbelasting – zonder fijnstoftoeslag – kan per provincie enkele tientjes schelen. In 2026 verdubbelt dit tarief.
De camperbus - vanaf €60.000
Het kleinste type camper is de zogenaamde camperbus, ook wel campervan genoemd. Dit is meestal een bus ter grootte van een flinke personenwagen met vaak een hefdak voor extra ruimte. Het beperkte formaat betekent meestal wel wat in- en uitklappen, zoals bedden, een minikeuken en geen douche en toilet – maar óók dat u zo’n beetje overal kunt komen en parkeren, net als bij een gewone auto.
Als voorbeeld voor een gemiddelde camperbus nemen we de New California Beach Camper van Volkswagen met een nieuwprijs van €77.000. Deze Volkswagen verbruikt gemiddeld 8,1 liter per 100 kilometer, oftewel €15,39 (benzine 1,90 per liter). Jaarlijks is dat zo’n €1230 aan brandstof. Voor de wegenbelasting betaalt u met een campergewicht van 2315 kilo €460.
De buscamper - tot €110.000
Het belangrijkste verschil tussen een buscamper en een camperbus is het formaat. Camperbussen zijn kleiner en dus compacter. Een buscamper lijkt op een flink formaat bestelauto. De carrosserie is dan ook van een bestelwagen. Het voordeel van dit type camper is dat u er nog goed genoeg mee over smallere weggetjes en in steden kunt rondrijden, iets wat voor grotere campers lastiger is.
Als voorbeeld nemen we de Adria Twin Plus 600 SPB Family, een van de best verkopende buscampers van de afgelopen jaren. Voor een nieuwe Adria Twin betaalt u €81.000. Hij gebruikt gemiddeld 8,3 liter per 100 kilometer, dus jaarlijks zo’n €1260. Voor de wegenbelasting betaalt u met een campergewicht van 2773 kilogram €596.
De halfintegraal - tot €160.000
Het populairste type camper is de halfintegraal, vaak gebouwd op een chassis van bedrijfsauto’s als de Citroën Jumper of Fiat Ducato. Ze hebben voldoende interne ruimte voor minstens twee vaste slaapplaatsen, een ruime keuken en een douche/toilet (natte cel). Met hun lengte tussen de 5,5 en 7,5 meter vragen ze meer ruimte op de weg en zijn ze minder wendbaar. Er is een van het leefgedeelte gescheiden rijcabine.
De Pilote Atlas A696 G werd in 2024 verkozen tot camper van het jaar door de ANWB. Hij heeft een nieuwprijs van €106.000 en een leeggewicht van 2965 kilo. Dat betekent een wegenbelasting van €648. Met 13 liter per 100 km is hij niet erg zuinig: €1967 bij 8000 km rijden.
De integraalcamper - tot €250.000
Bij integraalcampers zit de cabine geïntegreerd in de leefruimte. Omdat alles een geheel is, zijn er hierdoor niet allerlei op- en afstapjes. Ook zijn de ramen meer geïntegreerd en daardoor een stuk groter met beter zicht. Verder is er een dubbele vloer die meer opslagruimte biedt.
De Frankia Neo-i wordt gerekend tot het middensegment van de integraalcampers. De nieuwprijs is €147.000. Het gewicht van 2963 kg betekent een wegenbelasting van €648. Met 9 liter op de 100 km bent u jaarlijks €1368 kwijt. Met een alkoof boven op de cabine krijg je nog meer (slaap)ruimte, maar ben je aan benzine snel €300 per jaar meer kwijt. Tot slot zijn er ook nog luxueuze ‘liners’. Die staan op een vrachtwagenchassis en daarvoor heeft u een speciaal rijbewijs nodig. Ze zijn ook duurder: de aanschaf kan variëren van een paar ton tot wel een miljoen, ze zijn min-der zuinig en de wegenbelasting is ook bijna twee keer zo hoog.
In de stalling
Als u op eigen terrein geen plek heeft voor uw camper, moet u hem bij niet-gebruik in een camperstalling zetten. Gemeenten staan op de openbare weg parkeren meestal niet langer dan een paar dagen toe. De kosten hangen af van de camperlengte, binnen of buiten parkeren en voorzieningen als verwarming en stroom. Het tarief voor stalling ligt ruwweg tussen de €200 en €1400 per jaar. Het voordeel van winterstalling is dat u uw camper tijdelijk kunt laten schorsen voor de wegenbelasting. Dat is een pauze die u kunt aanvragen bij de RDW. Die besparing kunt u eventueel gebruiken om de stallingskosten te betalen.
Onderhoud
Net als bij een gewone auto heeft u bij een kampeerauto ook jaarlijks terugkerende onderhoudskosten. Naast een APK van zo’n €75 zijn er ook de kleine beurt, grote beurt, vochtmeting, bandenwissel en af en toe reparaties. Hoeveel alles bij elkaar jaarlijks kost is vooral afhankelijk van de toestand van uw camper en hoe u ermee omgaat. Gemiddeld kunt u uitgaan van €1000 tot €1500 aan onderhoudskosten per jaar.
Overige kosten
Naast de grote bedragen bij het camperen zijn er ook nog wat kleinere kosten die u mee moet tellen. Zo zijn er de overnachtingskosten, waarbij u kunt kiezen tussen een camperplaats – meestal zonder voorzieningen – en een plek op een camping. Op camperplaatsen kunt u terecht voor een prijs van €0 tot €25 per nacht, maar u mag hier vaak niet langer dan een paar dagen staan. Op campings kunt u langer terecht en is er stroom, water en soms wifi. Daar betaalt u tussen de €15 en €50 per nacht. Tolwegen in het buitenland kosten u rustig honderden euro’s per jaar. U kunt aardig wat besparen door tolwegen te vermijden met behulp van uw navigatiesysteem. U moet wel rekening houden met langere reistijden. Ook maakt u nog wat kleinere jaarlijkse kosten door lidmaatschappen en abonnementen. Denk bijvoorbeeld aan een pechhulpdienst (zit soms ook bij een verzekering) of een handig lidmaatschap van een campervereniging als de NKC. En natuurlijk niet te vergeten kosten voor internet, tv en gas.
Tweedehands
De prijs van een nieuwe camper is meestal hoog. Gelukkig zijn er heel wat tweedehands kampeerauto’s te koop voor slechts een deel van de nieuwprijs. De prijs is uiteraard mede afhankelijk van de leeftijd en de staat van de camper. Het is dan ook altijd verstandig een BOVAG-gekeurde camper te kopen, zodat u weet waar u aan toe bent. Een tweedehands camper betekent wel wat hogere onderhoudskosten. Stel dat die jaarlijks €1000 hoger zijn dan bij een nieuwere camper, dan bent u met €30.000 aan lagere aanschafkosten toch nog prima uit.
Goed verzekeren
Net als bij gewone auto’s is voor campers een autoverzekering verplicht, en spelen er nogal wat factoren mee bij het bepalen van de premie en dekking. Denk aan waar u woont, uw leeftijd, type verzekering en de camperprijs. En er zijn nog wat zaken die om aandacht vragen. Omdat het naast een vervoermiddel een huis(je) op wielen is, moet u ook rekening houden met een inboedel in de leefruimte met keukenapparatuur en een televisie. Dat geeft een hogere premie dan bij een personenauto. Voor een lagere premie is het de moeite waard om te kijken of een verzekering de no-claimjaren van uw personenautoverzekering over wil nemen. Ook helpen anti-inbraakmaatregelen als een alarm, extra sloten en kluis vaak bij een lagere premie. U kunt deze berekenen met een calculator. Op www.nkc.nl/premie-berekenen-camperverzekering vindt u er een.
Meedoen?
Als Pluslezer maakt u kans om gratis een week op pad te gaan met de camper van de NKC: een luxe Hymer halfintegraal met drie slaapplekken en van alle gemakken voorzien! Keuken, toilet en eigen douche: het zit er allemaal in. Ga naar www.plusonline.nl/camperactie en vul het formulier in! Uit de inzendingen kiezen we één gelukkige winnaar die we bekendmaken in het zomernummer van Plus Magazine.
De NKC, de Nederlandse Kampeerauto Club, is dé vereniging voor liefhebbers van het camperleven. Meer weten over campers en het camperleven? Kijk op www.nkc.nl
