De belastingdienst wil mijn campagnekosten voor de Provinciale Staten niet aftrekken, omdat ik niet ben gekozen. Klopt dat wel?
Vraag:
De laatste jaren ben ik wat minder gaan werken en heb dus meer vrije tijd gekregen. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in de politiek en mede daarom heb ik in 2011 meegedaan met de Provinciale Staten verkiezingen. Omdat ik vrij laag op de lijst stond ben ik helaas niet gekozen. Wel heb ik allerlei kosten gemaakt voor het voeren van campagne in verband met mijn kandidaatstelling; uiteraard om juist wel gekozen te worden. Deze heb ik in mijn aangiftebiljet opgevoerd en nu ben ik al enige tijd in gevecht met de Belastingdienst. Deze wil de kosten niet in aftrek toelaten. Dat is toch raar, want als ik was gekozen zouden de opbrengsten als Statenlid gewoon zijn belast?
Antwoord:
Recentelijk heeft een Gerechtshof een soortgelijke situatie behandeld. Voor de vraag of recht bestaat op kostenaftrek, is bepalend of deze kosten kunnen worden toegerekend aan een bron van inkomen. Het Hof was van mening dat nu voor eiser de verkiezingscampagne niet tot een verkiezing als lid van de Provinciale Staten heeft geleid, dit betekende dat de met de campagne gemoeide kosten voor eiser niet hebben geleid tot een bron van inkomen. Op grond daarvan waren deze kosten van aftrek uitgesloten. Van belang was daarbij of met het maken van deze kosten voordeel werd beoogd en redelijkerwijs te verwachten viel.
Aangezien belanghebbende te laag op de kandidatenlijst stond (20ste plaats) terwijl die partij vier jaar eerder (in 2007) acht van de 47 zetels had veroverd kwam het Hof ook op grond daarvan tot de volgende conclusie: “De activiteiten van belanghebbende hadden niet geleid tot het gewenste doel en dus ook niet tot inkomsten. Gelet op de in 2007 bestaande politieke verhoudingen was het niet denkbaar dat belanghebbende zou worden verkozen, omdat hij op een onverkiesbare plaats stond. Aangezien geen sprake was van een bron van inkomen, waren de kosten niet aftrekbaar.” De hele uitspraak kunt u hier vinden. (Hof Amsterdam 18 april 2013 11/00972)
- geldenrecht.nl