Trendy en tegelijk volks: Trastevere, bekoort zowel toeristen als rasechte Romeinen. Ze houden van de contrastrijke charme van de nauwe steegjes, de authentieke kroegen en trendy bars, poëziekelders, winkeltjes van ambachtslui en ontwerpers. Een portret van een authentiek buurt ...
Flashlichten alom op de Piazza di Santa Maria in Trastevere. Dit plein is de ster van de buurt. Inwoners en toeristen verzamelen zich hier rond de achttiende-eeuwse fontein die werd ontworpen door Bernini. De buurtbewoners omdat het handig is, de anderen omdat ze een foto willen maken. Digitale toestellen worden doorgegeven om de mooie momenten voor eeuwig vast te leggen. Toeristen en gelovigen lopen de basiliek binnen – maar niet tijdens erediensten, wanneer dat verboden is – om er de schitterende Byzantijnse fresco’s te bewonderen. Het frontonmozaïek uit de achttiende eeuw is verweerd, maar nog even sierlijk als altijd. In het portaal zijn studenten dit juweeltje aan het aftekenen. Iets verderop, bij de ingang, hopen bedelaars op een aalmoes. In andere steden zouden ze uit het stadscentrum worden verjaagd. Hier leeft iedereen met elkaar samen. Dat is een van de eigenaardigheden van deze wijk.
De inwoners van Trastevere zijn hun bescheiden afkomst niet vergeten. Ze voelen zich anders dan de andere Romeinen, hoewel ze niet goed onder woorden kunnen brengen waarom precies: ‘Wij leven hier, wij hebben echte waarden, wij houden van onze buurt, we zoeken elkaar op. Hier heerst een echte solidariteit,’ vertelt een buurtbewoner die liever anoniem blijft. ‘Wij zijn Trasteverini, dat is alles.’ Hij woont hier al vijftig jaar, en heeft daar verder niets aan toe te voegen. Hier verliest men niet graag zijn tijd… In de zomer wordt een week lang het ‘Festa de Noantri’, ‘ons feest’ gevierd, een in oorsprong religieus evenement dat later een volksfeest werd waarin de eigenheid centraal staat. De sfeer is inderdaad net iets anders aan deze kant van de rivier. De steegjes zijn nog smaller dan elders, hoewel je de felle en zachte okertinten en de beschilderde luiken ook in andere wijken terugvindt. Hier hangt het wasgoed nog aan het balkon te drogen. Niemand heeft een droogtrommel, en er is geen wet die de praktijk verbiedt. De wijk is altijd al volks geweest, en gebleven. Deze ambachtelijke zone herbergde ooit de grootste rivierhaven van de stad, de Ripa Grande, die in de zeventiende eeuw werd aangelegd en in verbinding stond met de Middellandse Zee. Een deel van de koopwaar werd afgevoerd via de nieuwe spoorlijn naar het westen van de stad. De wijk heeft er een nog altijd actief spoorwegstation aan overgehouden.
In de negentiende en het begin van de twintigste eeuw kwamen de intellectuelen van Rome die de wortels van de stad wilden bestuderen hier samen. ‘Ze kwamen de herinnering levendig houden aan het echte Rome, dat meer dan elders de traditie had bewaard, vooral op maatschappelijk gebied, omdat de bevolking van de andere wijken zich had vermengd met Italianen die uit het hele schiereiland naar Rome waren gekomen, en die hun eigen cultuur hadden meegebracht. Hier vonden ze een geïdealiseerde echte, trotse Romein,’ verklaart Carlo Maria Travaglini, docent economische geschiedenis en voorzitter van de Associazione italiana di storia urbana.
Er verrezen overigens maar weinig nieuwe palazzi of andere gebouwen in deze uithoek. Die werden wel opgetrokken buiten de stadsmuren en in het noorden, in de richting van de Gianicolo of Janiculus. Die legendarische heuvel behoort tot Trastevere, maar vormt een aparte wereld. Op de top ervan staat een ruiterstandbeeld van Giuseppe Garibaldi, de beroemde held van de Italiaanse eenmaking. Die buurt is rijker, met een opeenvolging van schitterende villa’s. Iets lager, tegen de basis van de heuvel aan, bevindt zich de botanische tuin Largo Cristina di Svezia, een schatkamer van twaalf hectare met meer dan 8000 zeldzame plantenvariëteiten. De wijk was vanaf de jaren 1960 en in de jaren 1970 onderhevig aan ingrijpende veranderingen. Trastevere werd met uitzondering van enkele specifieke buurten rond de Janiculus bijna helemaal door de vroegere bewoners verlaten, en liep vol met rijke nieuwkomers. De buurt werd opgeknapt en de prijs van de woningen ging sterk de hoogte in. In de jaren 1990 volgde een tweede golf van verburgerlijking… Daardoor verdween een deel van de ambachtslui en gingen de prijzen nogmaals flink omhoog. Er werd geprotesteerd tegen de druk op de vastgoedmarkt, waardoor minder vermogenden op de vlucht werden gejaagd. Toch bestaat hier nog een sociale mix van rijken en minder rijken, jongeren en ouderen.
Ze wonen en leven zelfs samen met de toeristen. Trastevere is namelijk ook hun favoriete buurt geworden.
Het gaat er tot diep in de nacht druk toe en er valt altijd wel iets te beleven. In een typische, om niet te zeggen clichématige Italiaanse bar of in trendy keten. Want Trastevere is dat allemaal tegelijk, en absoluut de place to be! Piazza Trilussa is een van de zenuwcentra van de buurt. Je dringt er binnen in een doolhof van steegjes, waar de populaire bars, ijsverkopers, juweliers en souvenirwinkeltjes elkaar opvolgen. De onvoorstelbare bar Freni e Frizioni, aan de Via del Politeama 4, is een sprekend voorbeeld van de sfeer in de wijk. Deze gewezen garage heeft een veelzeggende naam bewaard – ‘Remmen en koppelingen’ – en er heerst een industriële sfeer die herinnert aan de oorsprong van deze buurt. Romeinen komen er graag een aperitivo drinken, een Milanese traditie die ook hier vlug ingang heeft gevonden.
De ambachtslui, die veertig jaar geleden met uitsterven werden bedreigd, zijn echter niet helemaal verdwenen. Er zijn niet meer zoveel barbiers die nog te werk gaan zoals hun verre voorgangers, noch horlogemakers voor wie de tijd stil is blijven staan. Maar houtbewerker Gianfranco Squillace heeft wel de zaak van zijn oude vader overgenomen, en Roberto Polica erfde de kruidenierszaak van zijn familie, Antica Caciara, gesticht in 1900! Aan de Via San Francesco a Ripa 140 verkoopt hij echte pecorino romano. En Ursitti Biagio opende achtendertig jaar geleden Vini Olio Mescita, een wijnbar en kruidenierszaak waar u lekkernijen kunt proeven, aan de Via della Scala 64… Uit het niets duiken ook her en der clandestiene verkopers op, hoewel de controle op straatverkoop toeneemt.
Er zijn ook nog oude restaurants, zoals Da Augusto aan de Piazza de’ Renzi, een instituut zonder poespas. Papieren tafellakens, de rekening op een tafelhoek, en een bescheiden menu waarvan je bij aankomst te horen krijgt dat de helft van de gerechten al niet meer verkrijgbaar is. Zo gaat het er bij Augusto al sinds 1954 toe.
In de hoop dat de afbeelding even mooi wordt als de ervaring… |
Aan de andere kant van de Viale di Trastevere, die minder bezoekers lokt, vindt u de eerste biowinkel van Rome, Il Canestro, maar ook de enige grote jazzkeet van Rome, Big Mamma, die wordt gerund door een zwijgzame baas, en een literair café. Het Lettere Caffè werd tien jaar geleden geopend door de jonge Costanza en heeft iedere avond een andere voorstelling. Maandag is er ‘slam poetry’, waarbij iedereen zijn schrijfsels mag komen voorlezen en improviseren. ‘Destijds was dit de enige plek in Rome waar je kon uitgaan. Nu zijn er ook Testaccio en de Monti, maar daar hangt niet dezelfde sfeer. Hier kun je het begin van de avond onder vrienden doorbrengen,’ vertelt ze. Verderop opende nauwelijks twee jaar geleden Galerie 105 Art de deuren. Daniele Colaiacomo richtte die in, samen met Francesca Gabrielli. Hij is een veelzijdige schilder, zij ontwerpt juwelen. Hij verklaart: ‘De buurt is overdag interessant, maar ’s avonds niet erg cultureel!’ Overdag is het inderdaad een trefpunt van intellectuelen. Bibli, de bibliotheek van de cinefielen, is niet veraf, aan de Via dei Fienaroli 28. Filmliefhebbers lopen er even binnen na een voorstelling in een van de talloze bioscopen in de buurt. Reale en Rome vindt u aan de Piazza Sonnino, bij de Viale di Trastevere, Nuovo Sacher, de zaal van Nanni Moretti, aan de Largo Ascianghi 1. Niemand kan hier echter de sluiting verkroppen van de America, die dreigt te worden verbouwd tot een supermarkt…
De Open Door Bookshop, aan de Via della Lungaretta, vlak bij de Piazza di Santa Maria in Trastevere, heeft zeldzame boeken in verschillende talen. Een andere plaats om in boeken te snuisteren is de ongelofelijke vlooienmarkt van de Porta Portese, ten zuiden van Trastevere. U vindt er oude boeken met of zonder grote waarde, art-decovoorwerpen, de meest diverse snuisterijen, oude brillen… Het is de indrukwekkendste verzameling rommel van de hele stad, die u in alweer een ander tijdperk doet belanden.
Oude dichters Dat tijdperk lijkt misschien wel dat van het Rome van de achttiende en negentiende eeuw, zoals u dat kunt leren kennen in het Museo di Roma in Trastevere, dankzij de werken van Ettore Roesler Franz (1845-1907). Zijn reeks aquarellen met als titel ‘Verdwenen Rome’ toont het dagelijks leven en de godsdienstigheid van de bewoners: gesprekken op pleintjes met op de achtergrond antieke ruines, zwempartijen in de Tiber... |
Dit oude karmelietenklooster is tevens folkloremuseum en museum van de Romeinse dichters. Trilussa – de bijnaam van Carlo Alberto Salustre (1850-1957), een plaatselijke dichter die in het romanesco schreef – heeft er zijn eigen rariteitenkabinet, met krantenknipsels en affiches. Het drukste plein van de buurt is trouwens naar hem vernoemd. Ook Gioacchino Belli (1791-1863) kreeg een eigen plein. Hij woonde er niet, maar schreef eveneens in het Romeins dialect. De inwoners zijn er dol op, hoewel ‘tegenwoordig alleen enkele oudjes nog echt romanesco spreken, zelfs in Trastevere,’ vertrouwt een stamgast van wijnbar Ursitti ons toe.
De enige overeenkomst met de Romeinen die de inwoners van Trastevere niet kunnen loochenen, is hun liefde voor auto’s. Overal staan die geparkeerd. Nieuwe Fiat 500’s en Smarts hebben de oude bolhoedjes verdrongen, al kom je af en toe nog wel een kleurrijk exemplaar tegen. Van ’s ochtends tot ’s avonds zie je een onophoudelijke stroom auto’s door de steegjes denderen. Trastevere is in feite niet anders dan Rome, maar een extract, ja de essentie zelf van de Italiaanse hoofdstad.
Ook in deze special: