Wie in het buitenland een verkeersboete krijgt, kan de dans steeds moeilijker ontspringen. Nederland int namelijk verkeersboetes voor steeds meer EU-landen.
Of u nu een verkeersovertreding begaat op een Nederlandse snelweg, op een Franse binnenweg, in een Duitse stad, of op het Italiaanse platteland, dat maakt voor de gevolgen straks niet meer zo veel uit. U zult altijd een acceptgiro ontvangen van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB). Betaalt u niet, dan volgt een aanmaning en in het ergste geval kunt u zelfs een paar dagen in de cel belanden.
Zover is het echter nog niet. Op dit moment kan het CJIB Deense, Finse, Franse en Oostenrijkse boetes incasseren die door de rechter zijn opgelegd. Deze vier landen hebben, net zoals Nederland, de wetgeving aangepast en erkennen elkaars boetes. Volgens het CJIB hebben Hongarije en Roemenië hun wetgeving ook aangepast, maar hebben dit nog niet officieel gemeld bij de Europese Unie in Brussel. België en Duitsland zijn druk bezig. Het CJIB verwacht dat zij dit jaar nog Belgische en Duitse boetes kunnen gaan innen. Wanneer de overige achttien EU-landen hun wetgeving zullen aanpassen is bij het CJIB niet bekend.
Ook schade-vergoedingen
Het besluit dat Europese landen elkaars boetes erkennen is al ruim drie jaar geleden genomen. Op initiatief van Groot–Brittannië, Frankrijk en Zweden heeft de Europese Raad, de halfjaarlijkse bijeenkomst van regeringsleiders, het beginsel van wederzijdse erkenning al in 1999 onderschreven. Een kleine zes jaar later mondde dit uit in het genoemde besluit. Het besluit geldt voor geldboetes, schadevergoeding aan slachtoffers, betaling aan een slachtofferfonds en proceskosten.
Uiterlijk 22 maart 2007 zouden de EU-lidstaten de maatregelen moeten hebben getroffen om aan het besluit te voldoen. Hoewel die deadline lang niet door alle landen is gehaald, is de tendens duidelijk: steeds meer EU-landen gaan elkaars boetes innen.
En het blijft niet bij het innen. Europa wil met het besluit ook de handhaving van verkeersregels vereenvoudigen. Doel: het terugdringen van het aantal verkeersdoden. Handhaving is daarbij namelijk een doeltreffend instrument. Vorig jaar stierven er 43.000 mensen op de Europese wegen.
Roekelozer over de grens
Op dit moment is het lastig om de identiteit van een buitenlandse verkeersovertreder te achterhalen als deze wordt geflitst voor bijvoorbeeld te snel rijden of door rood licht rijden.
Wellicht rijden Europeanen daarom over de grens roekelozer dan in eigen land. In landen waarvoor gegevens bekend zijn, komt circa 5 procent van de automobilisten uit het buitenland. Het aandeel van de buitenlandse bestuurders in het aantal snelheidsovertredingen varieert van 2,5 tot 30 procent. Dat is bovengemiddeld.
De Europese Commissie wil voorts via elektronisch netwerk gegevens uitwisselen, zodat het eenvoudiger wordt een automobilist te bekeuren als het kenteken bekend is. De hoogte van de boete blijft een zaak van de individuele lidstaten.
Het voorstel beperkt zich tot snelheidsovertredingen, rijden onder invloed, het niet dragen van een gordel en rijden door rood licht. Het is nog onbekend wanneer het plan van kracht zal worden.