Spaarlampen, een zuinige wasmachine en een goed geïsoleerd huis, het milieu is er blij mee. Maar financieel renderen zulke aankopen minder snel dan u denkt.
Zuinige auto’s
Het echte brandstofverbruik is natuurlijk lastig te meten en hangt ook samen met de rijstijl. Maar er is wel een onderzoek gedaan door TNO onder zakelijke rijders en daarin ligt het verbruik gemiddeld zo’n 40 procent hoger dan de folders beweren. Volgens autofabrikanten komt dat vooral doordat zakelijke rijders niet zuinig genoeg rijden. De baas betaalt toch. Automobilisten met een eigen voertuig zouden veel zuiniger rijden. Hoe dan ook, het TNO-onderzoek is het enige grootschalige alternatief voor de opgaven van de fabrikanten. Daaruit blijkt dat een ‘zuinige’ auto bij zo’n 10.000 kilometer per jaar al snel €300 duurder is dan verwacht. Nog steeds goedkoper dan een ‘gewone’ auto, maar de ‘groene’ en zuinige belofte wordt niet helemaal waargemaakt. Dat geldt voor de grote en de kleinere modellen. Overigens zijn het volgens TNO niet alleen de zuinige auto’s die in de praktijk anders presteren dan in de folders. Bij bijna alle modellen wordt het brandstofverbruik een paar honderd euro’s te rooskleurig voorgesteld.
Zonneboilers
Zonne-energie kunt u gebruiken om water op te warmen. In de praktijk blijken de besparingen echter gering, zeker als u al een zuinige cv-ketel hebt. De Stichting Milieu Centraal rekent met €70 besparing per jaar. Gezien de aanschafkosten, tussen de €2000 en €4000, duurt het erg lang voordat u de boiler hebt terugverdiend. Ook belangrijk: zodra de temperatuur van het water uit de zonneboiler onder de 60ºC daalt, wordt het bijverwarmd in de cv-ketel. Dat kost gas. Het is ook mogelijk een zonneboilercombi te installeren die warm water en warmte produceert. Vergeleken met een hr-ketel (hoog rendement) bespaart zo’n combi 233m3 gas per jaar. Dat is €126. Aangezien zo’n zonneboilercombi €3000 tot €5000 duurder is dan een normale hr-combiketel, duurt het meer dan twintig jaar voordat u ’m heeft terugverdiend. En zo lang gaat het ding waarschijnlijk niet mee
Zonnepanelen
Wie de zonnestralen gebruikt om elektriciteit op te wekken heeft in theorie gratis energie. Helaas is de praktijk weerbarstig. Een zonne-energiesysteem dat 700 tot 900 kWh aan elektriciteit produceert, bespaart €155 tot €200 per jaar. Het systeem kost €4600, dus het duurt lang voordat het is terugverdiend. Waarschijnlijk langer dan de levensduur.
Cv-ketels: hr of vr
Met een nieuwe cv-ketel kunt u flink besparen op de stookkosten. Dat klopt, zeker als de modernste hr-ketel wordt vergeleken met een oude ketel. Maar veel mensen hebben een vr-ketel (verbeterd rendement, met een iets lager rendement dan een hr-ketel) staan. Daarmee is het verschil minder opzienbarend. De besparing is 170 m3 gas per jaar en bij een combi-ketel 209 m3. Omgerekend is dat €94 en €113. De zuinigste hr-ketels kosten respectievelijk €3000 en €3430 (combiketel). Zolang de vr-ketel het nog doet, is het niet verstandiger de ketel te vervangen. Gaat de ketel kapot, dan is het een andere verhaal.
Warmtepomp- en condensdrogers
Er zijn verschillende soorten wasdrogers. De zuinigste drogers hebben het A+++++ label. Dit zijn zogeheten warmtepompdrogers. Condensdrogers kunnen maximaal het B-label krijgen. Het verschil in stroomgebruik is fors. Om katoen kastdroog te krijgen heeft een warmtepompdroger 1,35 kWh nodig. Condensdrogers verbruiken drie keer zoveel: 3,92 kWh. Bij honderd droogbeurten per jaar kost de warmtepompdroger €56 minder dan de condensdroger. Aan die besparing hangt echter een stevig prijskaartje: een warmtepompdroger kost ongeveer €500 meer dan een condensdroger, maar of die ook tien jaar meegaat? Trouwens: drogen in de tuin of op zolder is nog steeds het groenst en het goedkoopst.
Wasmachines A+++++
Het leeuwendeel van de wasmachines heeft een gewoon A-label, maar sinds kort zijn er groenere uitbreidingen gekomen tot en met A+++++. Deze superzuinige A met vijf plusjes verbruiken 0,75 kWh per wasbeurt en ze kunnen acht kilo in een keer wassen. Het nadeel is dat deze apparaten ongeveer €400 meer kosten dan wasmachines met een gewoon A-label die ook acht kilo wassen. Bij honderd wasjes per jaar is de besparing op de stroom slechts €12 tot €16.
Vaatwassers met A-label
Nagenoeg alle vaatwassers in de winkel hebben een A-label. Ook hier is een uitbreiding gekomen. De zuinigste vaatwassers met een A+++ label maken de vaat schoon met 0,73 kWh en zeven liter water. Een apparaat met een A-label zonder plusjes heeft 50 procent meer stroom en bijna twee keer zoveel water nodig voor hetzelfde resultaat. Wie het apparaat vijf keer per week aanzet, is aan het eind van het jaar €16 meer kwijt aan stroom en bijna €2 meer aan water. Maar: de zuinige vaatwassers zijn €650 duurder en daarmee een investering die u nooit terugverdient.
Led- en spaarlampen
Led-lampen gelden als een ideale lichtbron. Ze geven tamelijk gezellig licht, verbruiken extreem weinig energie en gaan lang mee. Uit een test van de Consumentenbond bleek dat twee led-lampjes van 6 Watt een gloeilamp van 60 Watt kunnen vervangen. 80 procent minder stroom! In euro’s is de besparing minder spectaculair: bij duizend branduren per jaar iets meer dan €10. In veel kamers (toilet, badkamer, slaapkamer) brandt de lamp geen drie uur per dag. Bij een dagelijks half uurtje led-licht bespaart u in een jaar nog geen €2 aan stroom. Dat staat in geen verhouding tot de prijs: een led-lamp kost ongeveer €25. Met een spaarlamp bespaart u ongeveer evenveel: een spaarlamp van 11 Watt vervangt een gloeilamp van 60 Watt. Dat maakt terugverdienen gemakkelijker dan met led, want de spaarlamp is goedkoper. De beste uit de test van de Consumentenbond kost bijvoorbeeld €8,15. Een groot nadeel is dat de levensduur afhangt van het aantal keren in- en uitschakelen. Gemiddeld gaat een spaarlamp drie- tot zesduizend keer mee. Dat is niet zoveel als de lamp op het toilet hangt: als u en uw partner per dag vier keer naar het toilet gaan en het licht aandoen, is de lamp na een tot twee jaar kapot. Sommige spaarlampen kunnen dertigduizend schakelingen aan, maar die zijn duurder.
Koude spaardouche
Met een spaardouche verbruikt u minder water. Dat is vooral gunstig voor de energierekening, omdat u minder water hoeft te verwarmen, zo luidt het verkooppraatje. Volgens de installatiebranche is de besparing van een spaardouche 1,8 liter per minuut. Dat bespaart €48 euro bij de gemiddelde combiketel. En besparing op water? Uit een onderzoek van de Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven, bleek de besparing in de praktijk slechts 0,6 liter per minuut. Dat is tweederde minder dat de bezuinigingsbelofte en dus slechts €16 per jaar. De aanschafprijs verschilt sterk, maar een ‘designertje’ kost al snel meer dan €100. Het Vewin-onderzoek had overigens nog een verrassing: mensen met een spaardouche staan gemiddeld langer onder de douche. Zo spoelt de bezuiniging vanzelf het doucheputje in.
Overal dubbel glas?
Dubbel glas, zeker HR++ (Hoog Rendementsglas), isoleert beter dan enkel glas. Nadeel is dat het nogal duur is. Volgens Milieu Centraal kost het vervangen van enkel glas in de woonkamer door HR++ dubbelglas ongeveer €202 per m2. Dankzij lagere stookkosten verdient u dat bedrag in vijftien jaar terug. Wie kiest voor ‘gewoon’ dubbelglas is goedkoper uit, maar bespaart ook navenant minder, waardoor de terugverdientijd op 23 jaar komt te liggen. In kamers waar minder wordt gestookt dan in de woonkamer (zoals de slaapkamer), zal de terugverdientijd nog langer zijn.
Wat kost energie?
De voorbeelden in dit artikel zijn berekend aan de hand van de volgende prijzen: stroom 1 kWh = €0,2161 (zonder netbeheer), gas 1 m3 = €0,54; water 1 m3 = €1,24; benzine 1 liter = €1,70.
Milieuprofessor Lucas Reijnders: ‘Milieuclaims moet je onafhankelijk controleren’
“Helaas zijn de marketingmensen met het milieu aan de haal gegaan”, antwoordt prof. dr. Lucas Reijnders (65) op de vraag waarom zoveel milieuclaims luchtfietserij blijken te zijn.
Reijnders is hoogleraar milieukunde aan de Universiteit van Amsterdam en werkzaam bij de Stichting Natuur & Milieu. “Ik heb net nog een Amerikaans onderzoek gezien waaruit blijkt dat daar 98 procent van de milieuclaims wordt overdreven. Ik denk niet dat het hier ook zo erg is, maar het zegt wel wat. Ja, er kan veel geld gemoeid zijn met ‘groen’. Dat kan een reden zijn waarom milieuzaken mooier worden voorgespiegeld dan ze zijn. En soms weten marketeers gewoon niet waar ze het over hebben.” Volgens Reijnders begonnen veel ‘groene’ of ‘duurzame’ ontwikkelingen ooit uit idealisme, om iets goeds te doen voor het milieu. Maar nu staat geld verdienen vaak voorop. “Er is nu veel meer competitie: om klanten te winnen, wil iedereen de zuinigste en de schoonste zijn. Eigenlijk zijn ze hartstikke stom bezig. Op den duur komt de waarheid toch aan het licht, door speurwerk zoals Plus Magazine nu doet.” Uiteindelijk werkt de marketingaanpak volgens de milieuprofessor averechts. “Want zo gaan consumenten natuurlijk twijfelen aan ontwikkelingen die wel degelijk goed of minder belastend zijn voor het milieu.”
Heeft Reijnders een oplossing voor deze patstelling? “Om die twijfel weg te nemen is dringend behoefte aan goed en onafhankelijk toezicht. De overheid kan dat niet. Daar ontbreekt het aan de noodzakelijke deskundigheid en rechte rug. Het zou dus veel beter zijn als een echt onafhankelijk orgaan, zoals een milieu- of consumentenorganisatie, deze zogenaamde groene claims goed toetst. Zodat de consument weer echt weet waar die aan toe is.”
Lees ook:
Test: tuinlampen op zonne-energie
Als beste getest in 2010
- Plus Magazine