Kralingen: toen en nu

Precies 40 jaar geleden werd in het Kralingse Bos het legendarische popfestival Woodstock nog eens dunnetjes overgedaan. Zo’n 100.000 jongeren hadden het weekend van hun leven. Drie bezoekers van toen kijken terug.

De Rebel

Ria Hoppen (61), sociotherapeute

Missing media-item.1970 “Ik liep op Kralingen rond in een monnikspij. Een lang, zwart ding met een groot kruis erop. En een zwarte flaphoed erbij. Dat maakte indruk! Ik was samen met vrienden uit Den Haag. We lagen in een tentje, moesten bovenop elkaar liggen om erin te passen. Veel geslapen hebben we dus niet.
Van de muziek herinner ik me weinig. Ja, veel gebeuk en gestamp op gitaren. Het ging ons om het samenzijn. Het was Woodstock in Holland. De sfeer was vrolijk, warm en ontspannen. Joints gingen rond. Lief doen tegen elkaar. Iedereen gaf elkaar de ruimte. Zoals je zou willen dat het altijd was. 

Kralingen paste helemaal in de veranderingen die ik toen doormaakte. Het was voor mij een belangrijke schakel in een turbulente tijd; ik had net mijn vrijheid bevochten. Ik was het huis uit en werkte in de verpleging. Ik ben heel beschermd opgevoed, bijna in een gevangenis. Mijn ouders waren enorm burgerlijk. Kralingen vonden ze verschrikkelijk.

Het festival was geweldig, een hartenkreet van de jeugd. We zetten ons af tegen de burgerlijke maatschappij. We discussieerden halve nachten over hoe we de maatschappij zouden verbeteren. Wij vonden dat de tijden moesten veranderen. Ik ging mee met de stroom. Ik vond dat vrouwen meer vrijheid moesten hebben, verdiepte me in het communisme. Er was maar één naar moment op het popfestival. Een jaar eerder had ik een kind gekregen van een Soedanese student die het vervolgens liet afweten. En toen zag ik hem op Kralingen, vreselijk.”

Nu “Ik ben nog steeds vrijgevochten en ik blijf streven naar de idealen van toen. Als mensen me dingen willen opleggen, word ik dwars. Maar het wordt juist steeds benauwder in dit land, kijk naar het groeiende racisme. Kennelijk zit het in de mens.
Kralingen was lief maar naïef. En je hebt wel idealen nodig. Mijn kinderen zegt het weinig. Ze kunnen zich niet voorstellen dat mama een hippie was. Soms draai ik de platen van Bob Dylan nog, dan galm ik de teksten mee en ben ik even terug in die tijd. Ja, het is ook wel een beetje een vlucht. Het leven nu heeft zoveel kronkels en ­toestanden.”

De muziekfreak

Fred van der Gon Netscher (62), voorlichter
De muziekfreak
Missing media-item.1970 “In een enorme stoet mensen liep ik de eerste dag van het station naar het festivalterrein. Muziek van Soft Machine kwam ons uit de luidsprekers tegemoet. Hun derde lp. Een kabbelende kakofonie van geluiden, heel atmosferisch. Fantastisch. Zoiets had ik nog nooit gehoord.
Kralingen was voor mij het begin van een levenslange liefde voor die muziek. Ik ontdekte er bands zoals Soft Machine en Fairport Convention. Pink Floyd was geweldig, zó mooi. Canned Heat, ook zo’n hoogtepunt. Op de film die gemaakt is over het festival ben ik eventjes te zien tijdens het optreden van Canned Heat – met veel haar en een zwarte baard.
De eerste dag ging ik alleen, daarna met een vriendin. Op de tweede ochtend kwamen we aan en het werd net een beetje licht. Alles lag er heel stil bij. Overal tentjes, maar geen mens te zien. Ik weet niet waarom, maar ik ging kraaien als een haan. Het ene na het andere koppie kwam tevoorschijn uit die tentjes. Het was heel relaxed: hippies, flower power, wietlucht. ’s Avonds ging ik terug naar Den Haag, waar ik op kamers woonde. Ik was eigenlijk een vrij braaf jongetje, al waren de denkbeelden van toen zeker ook mijn denkbeelden. Vrede, vrijheid, liefde. Kralingen symboliseerde die tijdgeest.
Het gevoel van Kralingen? Saamhorigheid. Er hing iets in de lucht. Honderdduizend jongeren genoten drie dagen lang van muziek en van elkaar. Dicht op elkaar gepakt, soms in de regen, hongerig, maar zonder geknok en gedoe. Is dat een statement of niet? Tuurlijk was Kralingen een statement!”

Nu “Ik ben niet in die tijd blijven hangen, maar het Kralingen-gevoel is altijd bij me gebleven. Ik schaam me er niet voor. Er wordt veel afgegeven op de generatie van toen en dat is onterecht. Niet alles was goed en misschien waren we wat naïef. Maar we experimenteerden. Liefde, oprechtheid, anti-materialisme, een hoger bewustzijn, ‘Alle Menschen werden Brüder’. Ik geloofde erin. En nog. En die derde elpee van Soft Machine is nog steeds mijn favoriete plaat.”

De wereldverbeteraar

Jon Nooteboom (60), geluidtechnicus
Missing media-item.1970 “Ik woonde in een commune in Den Haag. Daar zaten ook twee Amerikaanse jongens die hun land ontvlucht waren omdat ze naar Vietnam moesten. We waren fel tegen de oorlog in Vietnam, we discussieerden altijd over politiek, nachtenlang. We wilden de samen­leving verbeteren. Kralingen liet zien hoe dat kon. Hoe goed en aardig de mensen met elkaar omgingen. En de bands waren fantastisch. Ze hadden allemaal iets te vertellen als reactie op de westerse ‘beschaving’ waarin wij ons niet meer thuis voelden.
Ik was een van de vrijwilligers, op onze T-shirts stond: We Help You. We schopten lui die rotzooi verkochten van het terrein. En vroegen agenten in burger, met hun fototoestellen, om te vertrekken.

Er was weinig of geen gelazer. Wat snijwonden en een paar mensen die in de ziekenboeg belandden. Daar was ik er een van. Een paar Amerikanen gaven me iets te roken: ‘Come on baby, we help yóu’. De hemel werd roze en er swingden allerlei kleuren uit de luidsprekerboxen naast het podium. Opeens begreep ik de ­psychedelische hoes van de Beatlesplaat ‘Magical Mystery Tour’. Na een trip van enkele uren werd ik wakker in de ziekenboeg.
Pink Floyd was het sluitstuk. Als ik daaraan terugdenk, krijg ik kippenvel. Hun nummer ‘A Saucerful of Secrets’ was een belevenis: mensen stonden met tranen in de ogen en lekker tegen elkaar aan.

Na afloop vertrok iedereen, onder de indruk, zwijgend. Dat was raar, om honderdduizend mensen in alle rust te zien weglopen. Peace and love was het. Je hoorde alleen hun voetstappen. Ik zie nog de verbaasde gezichten van de politieagenten, die niets te doen hadden, behalve het verkeer tegenhouden.”

Nu
“Ik woon sinds 1979 in Frankrijk en soms praat ik met jongeren over de demonstraties tegen de oorlog in Vietnam en zo. Dan pak ik mijn gitaar en zing ik ‘Blowin’ in the Wind’ van Bob Dylan en ‘Le Temps de vivre’ van Georges Moustaki. Ik heb de drie elpees van Kralingen nog. Het geluid is matig, maar mijn herinneringen zijn van goede kwaliteit. Dierbare herinneringen.”
Auteur