Wie nieuwsgierig is naar het oude Drenthe, kan er gewoon naartoe voor een mooie wandeltocht. Het land van heidevelden, zandverstuivingen, esdorpjes, schaapskudden en mysterieuze hunebedden is nog steeds in het echt te zien.
Nu de mist uit de sloten omhoog kruipt en de bomen verkleuren, haasten we ons vanuit ons Groningse dorp naar de Hondsrug. Het hele jaar door hebben de Drentse bossen, esdorpjes en hunebedden het oog van de wandelaar veel te bieden. Maar de herfst voegt daar een extra dimensie aan toe: trekvogels in de lucht, een overdaad aan vruchten en bessen en de kruidige geur van humus en paddenstoelen. Bovendien houdt het zand je voeten droog – dat is in Drenthe ook beter geregeld dan op de vette Groningse zeeklei.
Wandelschoenen aan
Bij de Grote Brink van Borger zetten we de auto aan de kant en trekken we de wandelschoenen aan. In de naaste omgeving liggen maar liefst elf hunebedden, waaronder de grootste van het land. Hoe vind je dat megahunebed? Heel eenvoudig: eerst sla je de juiste weg in naar petit restaurant ’t Hunebed, dat bij de koffie – eerlijk waar – een heerlijk hunebedje serveert; vandaar volg je de kompasnaald naar het noorden, naar de Hunebedstraat, en vandaar is het niet ver meer naar de ‘roem van het dorp’, zoals vroegere reizigers het grote hunebed graag noemden. Vroeger klaagden deze reizigers steen en been dat er bij de twintig meter lange steenhoop geen informatiebord of museumpje te vinden was. Dat is inmiddels drastisch verbeterd: het geheel vernieuwde Hunebedcentrum ontvangt nu vele tienduizenden bezoekers per jaar.
Eens een armzalige uithoek, nu een plek om bij weg te dromen.
Wie nooit eerder een hunebed heeft gezien, begrijpt niets van dit vreemde bouwsel. Waarom zou men zich duizenden jaren geleden, in een tijd zonder vorkheftrucks en hoogwerkers, zo hebben ingespannen om die enorme rotsblokken op elkaar te stapelen? En al is een hunebed in feite een primitief kerkhof, zoals archeologen zeggen, er waren destijds toch meer voor de hand liggende methoden om de doden te begraven? Of was het een vorm van vrijetijdsbesteding?
Reuzenkrachten
De bouwers moeten over reuzenkrachten hebben beschikt, ben je geneigd te denken. Eeuwen geleden was men er dan ook van overtuigd dat de familie van Ellert en Brammert (twee rovende reuzen) de stenen op elkaar had gestapeld. Maar de wetenschap maakte korte metten met dit mooie verhaal uit de oude doos: het ging bij de bouw vooral om goed teamwork en trekossen die de zwerfkeien over boomstammetjes op een schuine helling omhoog sleepten. Daarna wierpen de bouwers een aarden wal op die met dekstenen werd afgedekt. Klaar is Kees. In latere tijden werkten wind en regen eendrachtig samen om de bult van zijn mantel te ontdoen, tot er slechts een kaal steenskelet was overgebleven. Wie een hunebed in de oorspronkelijke staat wil zien, met de dekheuvel intact, moet niet naar Borger gaan maar naar het nabijgelegen dorp Schoonoord, waar het enige hunebed staat met een eigen naam (‘de Papeloze Kerk’).
Mysterieuze sfeer
Vanaf het museum loop ik over een oude landweg naar het mooie boerderijdorp Bronneger, dat rijk is aan hunebedden. In een eikenbosje houdt een drieling zich verborgen; slechts een ervan heeft de tand des tijds redelijk goed doorstaan. Het schijnt dat de archeologen hier nooit de schop in de aarde hebben gestoken. Om te verhinderen dat anderen dat wel zullen doen, is er in de grafkelders een betonnen vloer gestort.
Hier in de open ruimte, onder een klassiek-Nederlandse lucht waarin wolken als opgetuigde zeilschepen voorbijdrijven en de aarde bezaaid is met eikels en paddenstoelen, kun je makkelijk wegdromen. Eens was Drenthe een armzalige uithoek, door veenmoerassen van de buitenwereld afgesneden. Eens was Drenthina de versmade bruid die door niemand op het bal ten dans werd gevraagd. Totdat de schilders de provincie ontdekten als een ge-heimzinnige plek van hei en hunebedden. Een eindje verder rust een tweeling onder de eikenbomen. Hun saaie namen luiden D-21 en D-22 (de D staat voor Drenthe). Rustend op een groen tapijt onder het eikenhout staan ze buiten alle bedrijvigheid op de akkers – er wordt geoogst. Was ik een schilder uit de school van Monet, Manet of een andere impressionist, dan zou ik wel raad weten met dit sfeervolle plekje. Eerst die grote zwerfkeien op het doek, met veel schaduwen en zilvergrijs, dan flink wat geel van het eikenblad, het loodwit van de bollende wolken erboven, plus wat paddenstoelen met rood-witte stippen op de voorgrond.
Decor van inktzwammen
Twee andere hunebedden, gelegen aan de Steenhopenweg, zijn beide grondig onderzocht. De aarde onder de kleinste van de twee gaf de resten prijs van honderden potten, vuurstenen werktuigen en kralen van barnsteen. In de jaren ’30 vond men aan de andere kant van de weg ruim twintig bronzen voorwerpen, vooral armbanden, in het graf van de ‘prinses van Drouwen’, die omstreeks 800 voor Christus geleefd moet hebben.
Op zomerdagen doen deze steenhopen vaak dienst als klimrek of picknicktafel. Het is de picknickers kennelijk niet bekend dat zij hun maaltijd boven op een kerkhof gebruiken. Maar het kan natuurlijk nog erger. In de negeniende eeuw sloeg men tientallen hunebedden in stukken om met de stenen de dijken te versterken. Maar in het herfstige decor van inktzwammen en glinsterende spinnenwebben, die tussen de struiken heen en weer bewegen, is er niemand die nu de rust verstoort.
Uit de as herrezen
Vanaf de Steenhopenweg wordt de stilte door het nerveuze geblaat van schapen verbroken. Achter het wollige vee loopt een baardige man met een lange stok in zijn hand. Het is toch opmerkelijk dat het ‘oude’ Drenthe nu nog steeds in het echt te zien is. Heidevelden zijn omgespit, menige zandverstuiving is met bomen beplant, schaapskooien waren al bijna uitgestorven en tientallen hunebedden zijn verbrijzeld. Maar natuur- en cultuurbeschermers zorgden dat het oude Drenthe als uit de as is herrezen. Als ik langs de akkers van Bronneger terugkeer naar Borger, vonkt het avondlicht als een ster achter het hoogste punt van een van de hunebedden. Magisch Drenthe, het bestaat echt.
Hunebedcentrum
Het Hunebedcentrum is geopend van maandag t/m vrijdag van
10 tot 17 uur, en op zaterdag en
zondag van 11 tot 17 uur.
Adres: Bronnegerstraat 12, Borger. T 0599-23 63 74 of
www.hunebedcentrum.nl
Lees ook:
- Plus Magazine