Nederlanders zijn gul met fooien

Nederlanders zijn helemaal niet 'zuunig'. Nederlanders hebben een gierige reputatie. Ten onrechte, zo blijkt uit onderzoek.

De Consumentenbond heeft een enquête gedaan onder ruim 1250 leden, om na te gaan hoe het gesteld is met het tipgedrag van de Nederlander.

Maar liefst 90% van de respondenten geeft fooien aan dienstverleners. Het gaat daarbij vooral om de horeca, maar ook kamermeisjes, taxichauffeurs, pizzakoeriers en kappers krijgen vaak een extraatje van hun klanten. Het gemiddelde van de fooien bedraagt 7,5% van de rekening.

In het buitenland gelden overigens heel andere ongeschreven regels voor het 'tippen'

De reden voor een fooi is meestal dat de klant tevreden is over de service of het eten. Maar niet altijd. Een kwart trekt zelfs extra geld uit de portemonnee bij trage of onvriendelijke bediening. Vanuit de instelling dat het nu eenmaal zo hoort. Mannen gaan er wel anders mee om dan vrouwen. Waar mannen wel het gevoel van extra service moeten hebben om een fooi te geven, is het voor vrouwen meer een gewoonte. Ook speelt bij mannen de stemming een grotere rol: op een gezellig zonnig terras zijn ze eerder geneigd een flinke fooi te betalen.

Er zijn ook mensen die nooit een fooi geven. Uit principe, omdat ze vinden dat de werkgever moet zorgen voor de beloning van de werknemers. Niet de klant, en al helemaal niet omdat de prijzen al hoog genoeg zijn. Is het personeel zo brutaal om zelf om een fooi te vragen, dan is de kans juist groot dat deze er niet komt. Tot slot geeft één op de twaalf mensen aan dat ze het geven van een fooi laten afhangen van anderen. Ze doen het alleen als een ander in het gezelschap dat ook doet.

Auteur 
Bron 
  • Geld & Recht