Schaamluis

In het schaamhaar kunnen zich schaamluizen nestelen. Deze worden ook wel platjes genoemd.

Bij volwassen mannen en vrouwen is de schaamstreek over het algemeen bedekt met schaamhaar, een enigszins grove haarsoort. In deze haren kunnen zich schaamluizen (of platjes) nestelen. Deze kleine insecten kunnen worden overgedragen bij seksueel contact, door het dragen van kleren of gebruik van beddengoed van iemand die met schaamluis is besmet.

Schaamluizen zijn over het algemeen bruinachtig van kleur en ongeveer zo groot als een speldenknop. Ze zijn vrij plat van vorm en op de huid zien ze er vaak uit als kleine korstjes.

De luizen hebben tangachtige pootjes, waarmee ze zich vastklampen aan de schaamharen, waarin ze hun eitjes leggen. De eitjes lijken op kleine, bruine stipjes en worden neten genoemd. Ze hechten zich aan de basis van de haren, dicht bij de huid. Volwassen luizen voeden zich met menselijk bloed. Met hun kaken doorboren ze de huid, waarna ze uit de kleine bloedvaatjes in de huid bloed opzuigen. Hierbij worden eiwitten via hun speeksel in de huid afgegeven.

Als iemand een aantal dagen met schaamhuis besmet is, of al eerder besmet is geweest, worden de eiwitten door antilichamen in de huid aangevallen. Daarbij komen chemicaliën vrij die jeuk en ontsteking in de schaamstreek veroorzaken. Dat is het eerste teken van besmetting. Gelukkig kan schaamluisbesmetting (medische term: pediculose) worden behandeld met vrij verkrijgbare medicijnen.

Auteur