Alle pensioengerelateerde afkortingen op een rij

De belangrijkste afkortingen en termen uit pensioenland op een rijtje.

De afkortingen en termen vliegen je in uitkering- en pensioenland om de oren. Dit zijn de belangrijkste.

Afkortingen

Anw Algemene nabestaandenwet
AOW Algemene Ouderdomswet
BEU Beperking Export Uitkeringen
CSO Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties
EU Europese Unie
EER Europese Economische Ruimte
NBP Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen
PVK Pensioen- en Verzekeringskamer
SVB Sociale Verzekeringsbank
VB Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen
VUT Vrijwillig vervroegd uittreden
WAZ Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen 
(opvolger van de WAO)
WOZ Wet Waardering Onroerende Zaken
WW Werkloosheidswet

Termen

Flexibel pensioen Pensioen dat je krijgt als je voor je 65ste uit dienst gaat; waarvan de hoogte afhankelijk is van het moment van pensioneren en hoeveel er gespaard is.
Franchise Bedrag dat bij de berekening van het pensioen van het salaris wordt afgetrokken om rekening te houden met de toekomstige AOW. De hoogte van de franchise kan per pensioenregeling verschillen.
Indexatie Jaarlijkse verhoging om het pensioen aan te passen aan de gestegen prijzen.
Levensloopregeling Werknemers kunnen in de levensloopregeling geld of tijd sparen voor een periode van onbetaald verlof.
Nabestaandenpensioen 
Dit Pensioen dat aan de partner wordt uitgekeerd als de verzekerde komt te overlijden, heet ook wel partnerpensioen.
Omslagstelsel De AOW-pensioenen worden opgebracht door mensen die nu werken en AOW-
premie betalen. Komen er meer AOW’ers of stijgt de AOW, dan gaan de AOW-premies omhoog.
Pensioenbreuk Opgebouwde deelpensioenen die niet goed op elkaar aansluiten. Een pensioenbreuk kan ontstaan door het wisselen van baan of werkloosheid.
Prepensioen Pensioen vóór het bereiken van de 65-jarige leeftijd.
Wezenpensioen Uitkering aan kinderen tot 21 jaar als de verzekerde komt te overlijden.

Auteur 
Bron 
  • Plus Pensioengids