FAQ: Hoe gaat mijn pensioen er straks uitzien?

Scheepje van bankbiljetten
Getty Images

Wie bij een werkgever pensioen opbouwt, krijgt tussen 1 januari 2025 en 1 januari 2028 te maken met de nieuwe pensioenwet. Ger Jaarsma, voorzitter van de Pensioenfederatie, beantwoordt veelgestelde vragen.

U leest een gratis artikel uit Plus Magazine.

Op Plusonline.nl bieden we iedereen de kans gratis kennis te maken met Plus Magazine. Hét maandblad bomvol informatie en inspiratie. Maar deze artikelen, dossiers en columns maken kost veel tijd en geld. Wilt u meer? Overweeg dan ook een abonnement op Plus Magazine.

Stel: je bent al met pensioen. Wat gaat er dan voor je veranderen met de nieuwe wet?

Ger Jaarsma: “De AOW blijft hetzelfde en je blijft ook gewoon je bedrijfspensioen ontvangen. Wat anders wordt, is dat het bedrijfspensioen omhoog gaat als het economisch goed gaat. Dit gebeurde de afgelopen jaren vaak niet. De pensioenfondsen moesten ­extra rendement dat ze maakten, in buffers stoppen. Straks mogen ze dat uitkeren. Aan de andere kant: als het slecht gaat met de economie, is er een kans dat pensioenen omlaag gaan. Voor die situatie houden de meeste pensioenfondsen een ­reserve aan, de ­solidariteitsreserve. Daar wordt je pensioen uit aangevuld als het economisch tegenzit. In veel gevallen zal dat verlagingen voorkomen of dempen.”

Iemand die al jarenlang in loondienst werkt en nog niet gepensioneerd is, heeft flink wat pensioengeld opgebouwd. Wat gaat daar nu mee gebeuren?

“Als je pensioen opbouwt bij een pensioenfonds, is het opgebouwde pensioen meestal onderdeel van een grote pot met geld, waaruit het fonds de verplichtingen betaalt. In de nieuwe regeling heeft ­iedereen zijn eigen pensioengeld. Vanaf de overgang naar de nieuwe regeling verdeelt het ­pensioenfonds het grootste deel van het vermogen van het fonds over individuele pensioenrekeningen. 

Ook de grote buffers – die de meeste pensioenfondsen hebben – worden verdeeld. Daardoor is de kans heel groot dat je pensioen in de nieuwe pensioenregeling hoger is dan in de oude pensioenregeling. Dat geldt zowel voor werkenden als gepensioneerden. Er zijn maar heel weinig scenario’s denkbaar waarin je na de overgang een lager pensioen overhoudt.

Het kan ook zijn dat je nu al pensioen opbouwt bij een ­regeling die werkt met individuele pensioen­vermogens. Dat heet een premieregeling. In dat ­geval verandert er niet zoveel. Of je een premie­regeling hebt, kun je navragen bij je werkgever of bij de organisatie die je pensioen uitvoert, zoals het pensioenfonds of de ­verzekeraar.”

Aan de pensioenen van 50-plussers wordt straks niet meer meebetaald door jongeren. Zijn ­ouderen in het nadeel met de nieuwe wet?

“Als je tussen de 45 en 68 jaar bent, mis je in de nieuwe regeling inderdaad een deel van je pensioen. In de oude regeling kreeg je dat van de groep werknemers tussen de 20 en 45 jaar. Maar dat mag niet meer in de nieuwe pensioenwet. Daarom krijgen ­oudere werknemers bij de overgang naar de nieuwe pensioen­regeling een vergoeding uit de grote pot met geld die verdeeld wordt. Deze compensatie moet het nadeel dat zij hebben weer goedmaken.”

Op www.mijnpensioen­overzicht.nl kan ik zien welke bedragen ik in het huidige ­stelsel zou gaan krijgen. Wat heb ik nog aan dat overzicht?

“Het is een informatiebron. Hoe dichter je bij je pensioen bent, hoe zekerder het is dat die bedragen ook kloppen. Bouw je een bedrijfspensioen op, dan kun je op die website ook ná de overgang naar de nieuwe regeling zien hoeveel pensioen je al hebt opgebouwd en welk pensioen je ongeveer kunt ­bereiken als je blijft doorwerken tot je pensioen­datum. Je ziet het bedrag netto per maand en bruto per jaar. De bruto bedragen kun je ook zien op het ­pensioenoverzicht van je pensioenfonds. Meestal kun je dat ook online bekijken.”

De kans bestaat dus dat mijn pensioen straks verlaagd wordt. Hoeveel lager kan dit maximaal uitpakken?

“Dat is niet met zekerheid te zeggen. We weten wel dat de kans heel klein is dat pensioenen omlaag gaan. Hiervoor hebben pensioenfondsen allerlei ­scenario’s doorgerekend. Verlagen is pas nodig als het jarenlang slecht gaat met de economie en als het pensioenfonds niet genoeg reserves heeft om de pensioenen van ouderen aan te vullen. Honderd procent garantie bestaat niet, nu niet en in de toekomst ook niet. De pensioenfondsen hebben afgelopen jaren ook weleens pensioenen moeten korten.”

En als het meezit met mijn fonds: hoeveel kan mijn pensioen omhoog gaan?

“Dat ligt aan de resultaten van de beleggingen en aan de pensioenregeling. Pensioenfondsen maken gemiddeld een rendement van 7 procent per jaar, soms zelfs 15 procent. Maar het kan ook min 5 procent zijn. In de pensioenregeling staat hoe dit rendement precies verdeeld wordt over de verschillende groepen en over de eventuele solidariteits­reserve, want die wordt ook extra gevuld in tijden dat het goed gaat.”

De meeste pensioenfondsen houden een reserve aan: de solidariteits­reserve. Voor wie is dat?

“De solidariteitsreserve is vooral bedoeld voor mensen die al gepensioneerd zijn. Met deze reserve ­kunnen schokken of verlagingen van de pensioenuitkeringen worden voorkomen als het tegenzit met de economie. Uit de reserve worden pensioenen aangevuld als het economisch tegenzit. Dat zal in veel gevallen verlaging van pensioenen voorkomen of dempen.”

Verandert er iets bij het nabestaanden­pensioen?

“Dat wordt beter. Nu is het in veel pensioenregelingen zo geregeld dat de achterblijvende partner of de wees een deel krijgt van het pensioen dat op dat ­moment is opgebouwd. Maar als een werknemer jong overlijdt, is dit nog heel weinig. In de nieuwe regeling maakt het niet uit op welke leeftijd een werknemer overlijdt. Iedere achterblijvende partner krijgt hetzelfde percentage van het salaris van de overleden partner. Hetzelfde geldt voor wezen tot 25 jaar, maar zij krijgen een lager percentage.

Over het partnerpensioen dat je partner krijgt als je al met pensioen bent, kun je zelf beslissen op het moment dat je met pensioen gaat. Dat is nu zo en dat blijft zo. Je kunt er samen met je partner voor kiezen om een deel van je ouderdomspensioen te gebruiken voor een partnerpensioen. Maar je kunt ook kiezen voor een hoger ouderdomspensioen en geen partnerpensioen. Dat kan een verstandige ­keuze zijn als je partner zelf ­genoeg inkomen heeft, want zo krijg je een hoger pensioen.”

Kan ik straks nog kiezen hoé ik met ­pensioen ga?

“Er zijn nu vier mogelijkheden en die blijven ­bestaan. Je kunt om te beginnen eerder of later met pensioen gaan dan de pensioenleeftijd. Tweede ­optie: je kunt met deeltijdpensioen gaan en pen­sioen blijven opbouwen over het salaris dat je ­ontvangt. Je kunt ook de eerste vijf of tien jaar een hoger pensioen ontvangen en daarna een lager ­pensioen. En je kunt tot slot je ouderdomspensioen inruilen voor een partnerpensioen. Pensioenfondsen moeten hun deelnemers begeleiden bij het ­maken van deze keuzes. Wil je hier meer over ­weten, neem dan contact op met je pensioenfonds.”

Ik ben gescheiden en heb recht op een deel van het pensioen van mijn ex-partner. Wat betekent de nieuwe regeling voor mij?

“De nieuwe pensioenwet verandert niets aan de wettelijke rechten van ex-partners of aan de afspraken die ze samen gemaakt hebben bij de scheiding.”

In de nieuwe regeling heeft iedereen zijn eigen pensioengeld

En als ik een nieuwe partner krijg?

“Ook hieraan verandert de nieuwe pensioenwet niets. Als je nog pensioen opbouwt, kan de nieuwe partner in aanmerking komen voor een partner­pensioen. Als je getrouwd bent, komt je partner ­automatisch in aanmerking voor partnerpensioen. Woon je samen, dan moet je soms een notarieel samenlevings­contract hebben óf minimaal zes maanden op hetzelfde adres samenwonen.”

Waar kan ik terecht als ik meer wil ­weten over mijn pensioen?

“Veel informatie is te vinden op www.pensioenduidelijkheid.nl. Informatie over de pensioenregeling waar je zelf onder valt, kun je vinden op de website van je pensioenfonds.” 

Voors en tegens van de nieuwe pensioenwet

De nieuwe pensioenwet is tot stand gekomen in een periode waarin de pensioenuitkeringen niet of nauwelijks verhoogd konden worden. Dat had te maken met de strenge rekenregels en de verplichte buffers van pensioenfondsen. De rente was jarenlang laag. Daardoor moesten de pensioenfondsen veel geld in kas hebben en mochten zij dit niet uitkeren aan gepensioneerden.

De nieuwe pensioenwet kent dat probleem niet. Maar intussen is de rente hoger en kunnen pensioenen wél weer meestijgen met het prijspeil. Dat roept de vraag op of het nieuwe pensioenstelsel nog wel zo nodig is.

Tegenstanders van het nieuwe pensioenstelsel vinden het onverstandig om het pensioen­stelsel van nu, dat bekend staat als één van de ­beste ter wereld, vaarwel te zeggen. Critici ­vinden de nieuwe pensioenregeling veel te ­ingewikkeld.

Iedere deelnemer krijgt straks een ­bepaald deel van het beleggingsrendement van het pensioenfonds, maar gebeurt dat wel op de afgesproken ­manier? En wat doe je met een schommelend pensioen wanneer er een ­economische dip is? Voor deelnemers is dat niet of nauwelijks te controleren. Ook bestaat de vrees dat de computersystemen van de pensioenuitvoerders zo’n grote verandering helemaal niet aankunnen. Dit zou kunnen ­leiden tot een golf aan rechts­zaken.

Miljoenen pensioenen

De Pensioenfederatie (de koepelorganisatie van 156 pensioenfondsen in Nederland) ­behartigt de belangen van bijna alle pensioen­fondsen in ons land. Bij deze ­pensioenfondsen zijn bijna vier miljoen ­gepensioneerde werknemers aangesloten. Meer dan zes miljoen deelnemers bouwen er op dit moment ­pensioen op.

U leest een gratis artikel uit Plus Magazine.

Op Plusonline.nl bieden we iedereen de kans gratis kennis te maken met Plus Magazine. Hét maandblad bomvol informatie en inspiratie. Maar deze artikelen, dossiers en columns maken kost veel tijd en geld. Wilt u meer? Overweeg dan ook een abonnement op Plus Magazine.

Auteur