De pensioenfondsen boeken miljardenwinsten op de beurs en staan er steeds beter voor. Kunnen de pensioenen eindelijk weer meestijgen met de inflatie?
De NOS is hoopvol over onze pensioenen, want de vijf grote pensioenfondsen voor onder meer ambtenaren (ABP), zorgpersoneel (PFZW) en de Bouw (Bpf Bouw) hebben een uitstekend jaar op de beurs achter de rug. ABP spant de kroon met een rendement van meer dan 11 procent.
Dat is goed nieuws voor miljoenen oud-werknemers die voor het aanvullende pensioen afhankelijk zijn van deze pensioenfondsen, want velen van hen hebben er de afgelopen jaren geen cent bijgekregen. Om de pensioenen mee te kunnen laten stijgen met de inflatie, de zogeheten indexatie, wordt er gekeken naar de dekkingsgraad van de fondsen. Deze dekkinggraad geeft aan in hoeverre een fonds in staat is om toekomstige verplichtingen te voldoen. Is de dekkingsgraag 100 procent, dan zit er voor iedere euro die nodig is om pensioenen uit te betalen ook één euro in kas.
De berekening van deze dekkingsgraad is ingewikkeld en daarbij spelen onder meer de verwachte leeftijd én de rente een rol. Die rente wordt door de rekenmeesters gezien als een redelijke maatstaf voor verwachte rendementen. Maar door de jarenlange lage rente, moeten veel fondsen zich arm rekenen, terwijl het in de praktijk met die rendementen juist heel goed gaat. Ook dit jaar weer.
ABP heeft bijvoorbeeld inmiddels 550 miljard euro in kas en een actuele dekkingsgraad van 110 procent. PFZW heeft 278 miljard euro in kas en heeft daarmee een dekkingsgraad van 106 procent.
Gaan onze pensioen omhoog?
Volgens de huidige rekenregels mogen fondsen de aanvullende pensioenen mee laten stijgen vanaf een beleidsdekkingsgraad van 110 procent. De beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde dekkingsgraad van het afgelopen jaar. De fondsen moeten dus laten zien dat ze er structureel goed voorstaan. Nu is het fonds voor de bouw een van de weinige fondsen die dat aantoont en daar stijgen de aanvullende pensioenen dit jaar met 1,76 procent.
De grote fondsen halen die norm van 110 procent (nog) niet en de de vraag is of dat lukt voor 1 juli 2022, want dat is het eerst volgende meetmoment. Als het meezit op de beurs, dan zouden een aantal fondsen het mogen. Daar komt bij dat er vergevorderde plannen liggen om de grens van 110 procent iets te versoepelen naar 105 procent. Maar ook die grens halen niet alle fondsen. Bovendien: het mee laten stijgen van de pensioenen is geen plicht bij een bepaalde dekkingsgraad. Er wordt scherp naar gekeken en er ligt duidelijk druk op de fondsen, maar ze mogen er ook voor kiezen om de pensioenen niet te verhogen.
Dat alles bij elkaar maakt een verhoging van de aanvullende pensioenen zeer onzeker. Als er al sprake van zou zijn, is dat voor de meeste mensen pas na 1 juli 2022 aan de orde. Nu de prijzen hard stijgen en de koopkracht meer en meer onder druk komen te staan, wordt de roep om meer haast bij het nieuwe pensioenstelsel alleen maar groter. Daar zijn werkgevers, werknemers, de overheid en de fondsen al jaren over bezig, maar de concrete uitwerking laat op zich wachten. Die uitwerking van het nieuwe stelsel zou meer ruimte kunnen geven dan de huidige rekenregels, waardoor de kans op indexatie groter wordt. Maar een garantie wordt door geen enkel fonds gegevens. Dus, gaan de pensioenen dit jaar omhoog? Héél misschien.
