Jaarlijks emigreren zo’n 10.000 Nederlanders van 50 jaar en ouder naar het buitenland, voor het weer, meer rust en ruimte én goedkoper wonen. De meesten bevalt dat prima.
Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). Voor 80 procent van de vertrekkende pensioenmigranten is het klimaat de belangrijkste reden en 75 procent wil van drukte in Nederland af. Andere ondervraagden noemen ook een (veel) goedkoper leven, wonen in een villa voor een prijs waar je in Nederland appartementje voor koopt, minder bureaucratie, minder drukte en het verlangen om nog één keer een groot avontuur aan te gaan.
Pensionado’s vliegen alle windrichtingen op. Wie voor de onderdompeling in een andere cultuur verhuist, kiest vooral Griekenland, Portugal en Italië. Bij degenen die naar Zweden, Frankrijk en Tsjechië verhuizen staan de natuur, rust en ruimte op nummer één. En wie goedkoop wil leven kiest voor Hongarije, de Filipijnen of Thailand.
De gemiddelde leeftijd van de vertrekkende pensioenmigrant is 62 jaar en de meesten (74 procent) piekeren niet over een terugkeer. Hoe langer de ondervraagden in het buitenland wonen, hoe minder zin om terug te keren. Bij de kleine groep die wel twijfelt is vooral de gezondheid een mogelijke reden om wél terug te keren.
Zijn de palmbomen in het buitenland dan altijd groener? Nou, nee. Verhuizen naar het buitenland is niet gemakkelijk. Je krijgt te maken met taalbarrières en cultuurverschillen. Aan de andere kant hebben degenen die op latere leeftijd verhuizen een groot voordeel: ze hebben financieel hun handen vrij, het pensioen is opgebouwd. Maar een grote stap blijft het. De kinderen en kleinkinderen blijven achter, een nieuw sociaal leven moet vanaf de grond weer worden opgebouwd en er is altijd het risico van ziekte en kwetsbaarheid. Bovendien kan een verhuizing naar het buitenland gevolgen hebben voor de hoogte van de AOW.
Emigreren gaat met vallen en opstaan en soms doemen grote problemen op. De helft van de pensioenmigranten liep tegen minstens één probleem aan in de eerste jaar van de emigratie. De andere helft moest méér problemen het hoofd bieden. De meest voorkomende problemen betroffen de Nederlandse bureaucratie (15 procent), de bureaucratie en gezondheidszorg in het land van bestemming (11 procent) en financiële tegenvallers (7 procent).
Maakt emigreren gelukkiger? Van alle pensioenmigranten gaf 75 procent aan nu gelukkiger te zijn dan toen ze in Nederland woonden. Slechts 4 procent vindt zichzelf nu minder gelukkig dan voor de emigratie. Maar er is een kanttekening te maken: het welbevinden onder pensioenmigranten en gepensioneerden die in Nederland bleven, is bij beide groepen min of meer gelijk. Met andere woorden: dat pensioenmigranten melden dat ze gelukkiger zijn dan vóór hun emigratie, betekent niet dat ze nu gelukkiger zijn dan degenen die niét emigreerden.
Bron: NIDI