Vóór ik ga stemmen… wil ik dit nog weten

8 vragen aan de politieke partijen

Getty Images

Op 15 maart zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Acht Pluslezers kregen de kans om een kwestie die hen dwarszit, voor te leggen aan de politieke partijen. Lees hier de uitgebreidere versie van het artikel in Plus Magazine.

Op 15 maart zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Acht Pluslezers kregen de kans om een kwestie die hen dwarszit, voor te leggen aan de politieke partijen. Lees hier de uitgebreidere versie van het artikel in Plus Magazine.

1. Leo Hekker (59) uit Zoetermeer vraagt zich als bezorgde vader en opa af: “Jongeren krijgen vaak geen vaste baan meer, maar blijven in tijdelijke contracten hangen en bouwen zo geen pensioen op. Hierdoor kunnen toekomstige generaties gepensioneerden flink in de problemen komen. Hoe wilt u dit oplossen?”

Antwoord grootste politieke partijen

VVD – wil vaste contracten aantrekkelijker maken door risico’s en verplichtingen te verminderen en tijdelijke contracten zekerder te maken door geen maximum aan het aantal te verbinden. En de partij pleit voor het instellen van een individueel pensioenpotje zodat mensen zelf hun pensioen kunnen inrichten.

PvdA – ziet als oplossing dat alle werkenden pensioenpremie en sociale premies moeten gaan betalen, ook flexwerkers en zzp’ers. Zo hou je de pensioenen voor iedereen betaalbaar.

SP – wil dat jongeren sneller een vast contract krijgen. Flexwerk zou voor werkgevers duurder moeten zijn dan vast werk. Zo zorg je ervoor dat jongeren een stabiel inkomen krijgen en ook een zeker pensioen opbouwen.

CDA – vindt dat hervormingen nodig zijn tegen de tweedeling die is ontstaan op onze arbeidsmarkt tussen mensen met een vast of een flexibel contract. Zo wil het CDA bijvoorbeeld de loondoorbetaling bij ziekte hervormen. Er moeten meer mogelijkheden komen voor meerjarige arbeidscontracten, want een 5-jaarscontract is misschien geen vaste baan, maar wel veel beter dan elke twee jaar weer op straat staan.

D66 – wil dat flexibele contracten minder vanzelfsprekend worden en dat er een lagere drempel komt voor vaste contracten. De partij pleit verder voor individuele pensioenpotjes en meer keuzevrijheid om je pensioen op je arbeidssituatie af te stemmen.

ChristenUnie – wil op termijn meer zekerheid in flexibele contracten, bijvoorbeeld door tijdelijke contracten bij eenzelfde werkgever in duur te laten oplopen. Een tweede contract duurt dan minimaal een half jaar langer dan de eerste, het derde contract ten minste een jaar langer dan de tweede. Daarnaast komt er een persoonlijk pensioen voor iedereen, wat breder ingezet kan worden dan nu, bijvoorbeeld door een deel te gebruiken voor het aflossen van de hypotheek.

GroenLinks – wil dat meer mensen een vast contract krijgen door te zorgen dat voor werkgevers tijdelijke contracten niet langer goedkoper zijn dan vaste contracten. De partij wil ook de AOW flink verhogen. Zo zorg je dat ouderen die geen of slechts een klein pensioen hebben gespaard toch voldoende krijgen om rond te kunnen komen.

SGP – wil de huidige trend van meer flexibele en minder vaste contracten keren en ziet de kansen op een vaste baan voor jongeren toenemen door een evenwichtiger verhouding tussen de rechten en plichten van werkgevers en zzp’ers.

50PLUS – stelt dat ook voor mensen met een tijdelijk contract pensioenopbouw mogelijk is. Daar zal je werkgevers nadrukkelijker op moeten wijzen. Met elkaar moet gekeken worden hoe je kunt voorkomen dat jongeren van tijdelijk contract naar tijdelijk contract blijven gaan.

2. Jaap Faber (73) uit Rotterdam heeft al veertig jaar een huurhuis en wil weten: “Wat gaat u doen om de huren betaalbaar te houden?”

Antwoord grootste politieke partijen

VVD – vindt dat sociale huurwoningen er voor de mensen zijn die ze nodig hebben. Mensen met hogere inkomens moeten meer huur betalen. De huurprijs van sociale huurwoningen moet worden verlaagd naar maximaal €600.

PvdA – wil de huren baseren op de draagkracht van mensen. Voor veel mensen gaat de huur dan omlaag. Daarnaast moeten er op grote schaal woningen bijgebouwd worden om het aanbod te vergroten en de huurprijs te drukken.

SP – pleit ten eerste voor forse huurverlaging. De huurverhogingen van sociale huurwoningen blijven in de toekomst beperkt tot de inflatie. En er moeten meer huizen worden gebouwd.

CDA – vindt ook dat er meer gebouwd moet gaan worden. Er zijn te lange wachtlijsten voor sociale huurwoningen door de te hoge verhuurdersheffing. En er zijn veel te weinig huurwoningen in het zogenaamde middensegment. Nog steeds zijn er vijfhonderdduizend mensen die met hun inkomen geen recht meer hebben op een sociale huurwoning, maar er wel in wonen. Om de woningmarkt weer in beweging te krijgen is het nodig om coöperaties weer huizen te laten bouwen, de vrije huurmarkt te stimuleren om woningen met een huur tussen €700 en €900 te bouwen en met name rond de grotere steden voldoende koopwoningen beschikbaar te hebben.

D66 – ziet dat door gebrek aan aanbod de huren nu te snel stijgen en wil de komende jaren 100.000 extra betaalbare sociale huurwoningen laten bouwen. En de partij wil dat, door lokale afspraken met investeerders en projectontwikkelaars, meer wordt gebouwd in het middensegment (met huurprijs tussen grofweg €700 en €1000 per maand).

PVV – wil de huren omlaag.

ChristenUnie – pleit ook voor het bouwen van meer huurwoningen in het middensegment. Woningcorporaties moeten zich weer richten op hun kerntaak: goedkope huurwoningen aanbieden aan mensen met lage inkomens. Leegstaande gebouwen kunnen volgens de ChristenUnie worden aangepast tot woonruimte.

GroenLinks – vindt dat corporaties meer huizen moeten bouwen. In de komende kabinetsperiode mag de huur van sociale huurwoningen niet sneller stijgen dan de inflatie.

SGP – is van mening dat huren nog betaalbaar is. In de maximumpercentages voor huurverhogingen is voldoende rekening gehouden met het inkomen en de doelgroep van de sociale huursector. De huren zijn dus niet te hoog.

50PLUS – wil ten eerste de verhuurdersheffing, ofwel huurbelasting per direct afschaffen. Tweede punt is de komst van een nationaal programma om het tekort aan betaalbare huurwoningen weg te werken. Meer aanbod zorgt ervoor dat de huren dalen.

3. Guus de Jong (77) uit Amstelveen is gepensioneerd en vraagt zich af:

“Waarom blijven de zorgverzekeraars de basisverzekering maar verhogen, terwijl ik het met steeds minder pensioen moet doen?”

Antwoord grootste politieke partijen

VVD – een groot deel van de mensen maakt weinig of geen gebruik van de zorg, maar betaalt wel mee. De VVD vindt dat die solidariteit behouden moet blijven om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden.

PvdA – wil het eigen risico afschaffen om de zorg voor iedereen betaalbaar te houden. De stijging van de basisverzekering wordt gecompenseerd door een hogere zorgtoeslag voor de laagste inkomens.

SP – bepleit een Nationaal ZorgFonds zónder eigen risico. Dat maakt een eind aan verschillende polissen en dure reclamespotjes van zorgverzekeraars. Met een Nationaal ZorgFonds gaat de marktwerking uit de zorg en komt premiegeld terecht bij arts en patiënt.

CDA – vindt het haar plicht om de groep ouderen met een klein pensioen substantieel te compenseren. Een deel van de ouderen is in de afgelopen periode onevenredig getroffen door het beleid van het kabinet. Zij kregen te maken met hogere lasten, extra kosten voor zorg en wonen en voor een deel werden hun pensioenen niet geïndexeerd of zelfs gekort. Zij profiteren ook het minst nu de economie langzaam aantrekt.

D66 – legt uit dat de minister elk jaar bepaalt welke zorg onder de basisverzekering valt en een schatting doet over de hoogte van deze basisverzekering. De zorgverzekeraar bepaalt zelf de prijs van de basisverzekering. Dit jaar lijkt het erop dat de basisverzekering hoger uitvalt dan de minister dacht. De partij wil weten wat een hogere basisverzekering betekent voor de koopkracht van alle Nederlanders en of de hogere maandelijkse premie voor lagere inkomens gecompenseerd wordt via de zorgtoeslag.

PVV – wil aanvullende pensioenen weer indexeren.

ChristenUnie – wil dat goede zorg voor iedereen beschikbaar blijft. De partij stelt dat minister Schippers te optimistisch was toen zij meldde dat de kosten met maar €3 zouden stijgen. De zorgverzekeraars bepalen zelf de prijs voor de pakketten die zij aanbieden, zolang het betaalbaar blijft voor iedereen. Wat betreft de pensioenen pleit de ChristenUnie voor een persoonlijke pensioenpot.

GroenLinks – vindt de zorgpremie te hoog. Door een groter deel van de zorg uit de algemene middelen van de overheid te financieren, kan de zorgpremie voor de basisverzekering fors dalen – die wordt ongeveer gehalveerd.

SGP – ziet verschillende oorzaken voor de stijging van de zorgpremie, zoals toenemende mogelijkheden van de zorg, waardoor er meer en betere behandelingen mogelijk zijn. Daar hangt ook een prijskaartje aan. De stijging van de premie mag volgens de SGP niet leiden tot het mijden van zorg. De zorgtoeslag blijft een belangrijk instrument om mensen te compenseren.

50PLUS – vindt het tijd voor een beter pensioen én een ander zorgstelsel. De partij heeft een wetsvoorstel ingediend om het indexeren van pensioenen weer mogelijk te maken door de regels voor de rekenrente voor pensioenfondsen meer aan de realiteit aan te passen. Tegelijkertijd wil 50PLUS een zorgstelsel zonder of met een fors lager eigen risico, zodat niemand zorg gaat mijden omdat de kosten te hoog zijn.

4. Marijke Robbe (70) uit Rotterdam vindt dat ouderen al jaren getroffen worden door belastingmaatregelen die voor hen negatief uitpakken en wil weten: “Het kleine extraatje van Prinsjesdag valt weg tegen de hogere zorgpremie; kan de politiek dat niet beter regelen voor ouderen?”

Antwoord grootste politieke partijen

VVD – wil een gerichte belastingverlaging voor ouderen. Verder gaat de partij ervan uit dat zorgverzekeraars ook dit jaar weer een deel van hun reserves gebruiken om de stijging van de premie te drukken.

PvdA – stelt dat iedereen, ook ouderen, eerlijk en naar draagkracht belasting betaalt. Rijke mensen en bedrijven moeten dus meer belasting betalen.

SP – stelt dat armere ouderen meer te besteden moeten krijgen door de AOW-uitkering flink te verhogen.

CDA – vindt dat een deel van de ouderen in de afgelopen periode onevenredig getroffen is door het beleid van het kabinet. Een tientje meer of minder is voor ouderen met een klein pensioen een groot verschil. De partij ziet het als haar plicht om deze groep ouderen met een klein pensioen substantieel te compenseren.

D66 – stelt dat de koopkracht van gepensioneerden in 2016 is gestegen met 1,5 procent en in 2017 zal stijgen met 0,7 procent. Ook zal de ouderenkorting het komende jaar juist verhoogd worden. Daarom komt er compensatie van de hogere zorgpremie voor de lage inkomens.

PVV – wil de pensioenen indexeren.

ChristenUnie – wil de pensioenen indexeren, zodat deze meestijgen met de koopkracht.

GroenLinks – wil een eerlijke verdeling van de welvaart. Mensen met een uitkering, of dat nu pensioen of bijstand is, zijn er de afgelopen jaren vele malen minder op vooruit gegaan dan werkenden. Armere ouderen moeten meer te besteden krijgen. De partij pleit ervoor om niet te bezuinigen op de ouderenzorg en het eigen risico af te schaffen.

SGP – vindt dat de overheid een evenwichtig koopkrachtbeleid moet voeren. Ouderen met een klein budget krijgen compensatie voor eventuele hogere zorgpremies via de zorgtoeslag. De partij merkt op dat een groot gedeelte van het koopkrachtverlies voor ouderen helaas niet binnen de macht van de overheid ligt, maar aan de kant van de pensioenfondsen.

50PLUS – zegt al jaren te pleiten voor een eerlijke verdeling van de financiële meevallers onder mensen die werken, mensen die niet kunnen werken en mensen die gewerkt hebben. Gepensioneerden lopen al tot 30 procent achter in koopkracht. Dat mag niet, aldus de partij.

5. Johan Mooi (61) uit Nieuw Buinen is chronisch ziek. Hij is bestuurslid van de Nationale Vereniging Sjögrenpatiënten en vraagt: “Hebben politieke partijen gedacht aan patiënten met zeldzame ziekten waarvoor de medicijnen niet worden vergoed? Wat gaan zij hieraan doen?”

Antwoord grootste politieke partijen

VVD – vindt dat dure geneesmiddelen ook thuishoren in het basispakket, maar dan moet de effectiviteit van deze medicijnen wel zijn aangetoond. De partij wil een akkoord met de farmaceutische industrie voor lagere prijzen en goede toegankelijkheid.

PvdA – vindt dat alle medicijnen die goed en veilig zijn in het basispakket horen, ook voor zeldzame ziekten.

SP – stelt dat werkzame medicatie gewoon moet worden vergoed. De partij wil de prijzen die de farmaceutische industrie vraagt, zeker in dit soort situaties, omlaag brengen. Door zelf medicatie te ontwikkelen, het toestaan van goedkopere zelfbereidingen en centrale inkoop.

CDA – legt uit dat ondanks alle bezuinigingen de kosten in de zorg de komende jaren verder blijven stijgen. Een belangrijke kostenpost in de zorg wordt gevormd door de medicijnen. Dat gaat zowel over het terugdringen van de verspilling van medicijnen, als om de vaak hoge kosten voor nieuwe medicijnen. De partij pleit daarom voor meer internationale samenwerking om de macht van farmaceutische bedrijven aan banden te leggen en prijzen van medicijnen te verlagen.

D66 – wil voldoende ruimte voor innovatie en meer druk op farmaceuten voor verlaging van prijzen voor geneesmiddelen. Als een middel effectief blijkt, moet de minister kijken of het medicijn in het basispakket kan. Ook heeft de zorgverzekeraar de ruimte om een medicijn dat buiten de verzekering valt alsnog te vergoeden.

ChristenUnie – vindt dat zorgverzekeraars medicijnen zo veel mogelijk moeten vergoeden. Zorg moet wel betaalbaar en beschikbaar zijn voor iedereen, daarom worden niet alle medicijnen vergoed. Zorgverzekeraars moeten hun best doen om deze medicijnen te vergoeden of goedkopere varianten te vinden.

GroenLinks – vindt dat iedereen de benodigde zorg moet kunnen krijgen. Van sommige medicijnen is de prijs onnodig hoog. De partij wil de farmaceuten dwingen tot openheid over de totstandkoming van te hoge prijzen en de partij wil weten welke boetes de inspectie oplegt bij wangedrag van farmaceuten.

SGP – pleit ervoor om dure medicijnen voortaan landelijk in te kopen, zodat de kosten per medicijn dalen. Zo blijft het mogelijk om medicijnen te vergoeden voor mensen met zeldzame ziekten.

50PLUS – zegt er aandacht voor te hebben; de partij volgt bijvoorbeeld de Stichting Zeldzame Ziekten Fonds. Volgens 50PLUS mag het niet zo zijn dat ‘bekende’ ziekten alle middelen krijgen en de zeldzame ziekten niet.

6. Hanna Soede (75) uit Ter Aar ondersteunt vluchtelingen bij hun inburgering en wil weten: “We willen toch graag dat vluchtelingen met een verblijfsstatus hier inburgeren? Waarom zijn de inburgeringscursussen dan niet gratis?”

Antwoord grootste politieke partijen

VVD – ziet inburgering als de eigen verantwoordelijkheid van nieuwkomers en daarom moeten zij het dus zelf betalen. Wel is er een sociaal leenstelsel beschikbaar.

PvdA – vindt dat voor mensen die de inburgeringslessen niet zelf kunnen betalen, deze goedkoper of gratis moeten zijn, zodat iedereen die nieuw is in Nederland kan meedoen.

SP – pleit voor gratis taallessen, ook bij de publieke omroep, op televisie, radio en internet.

CDA – stelt dat nieuwkomers die hier mogen blijven via de inburgeringsplicht als eerste zelf verantwoordelijk zijn voor hun integratie. Inburgeringscursussen zijn onmisbaar als intensieve kennismaking met de samenleving. De partij wil het aanbod van deze cursussen verruimen, door lagere drempels voor taallessen door vrijwilligers en het aanbieden van talen-inburgeringscursussen via de kanalen van de publieke omroep.

D66 – legt uit dat een goede integratie van nieuwkomers vergt dat zij vanaf dag één al taalles krijgen. Maar doordat sinds 2013 het inburgeringsbudget geschrapt is moeten nieuwkomers zelf hun cursus betalen en hun weg zoeken in een ingewikkeld en bureaucratisch systeem. Ook is de kwaliteit niet al te best. Veel nieuwkomers halen het inburgeringsexamen daardoor nu niet. De partij pleit ervoor dat het huidige systeem op de schop gaat.

ChristenUnie – pleit voor een verplicht leer-werktraject voor nieuwe statushouders. Zo zijn nieuwkomers actief in (vrijwilligers)werk, burgerschapsvorming en leren ze de Nederlandse taal. Als tegenprestatie krijgen ze onderdak, zorg en onderwijs, aangevuld met leefgeld.

GroenLinks – wil gratis inburgeringlessen voor mensen die hier nieuw zijn en een verblijfsvergunning hebben.

SGP – stelt dat onderwijs nu eenmaal niet gratis is. Voor de inburgering geldt juist een zeer royale regeling, vindt de partij. Deelnemers kunnen een lening afsluiten die aan het eind van de inburgering wordt kwijtgescholden. Daarmee is het voor velen wel een gift.

50PLUS – vindt dat het om wederkerigheid gaat: de nieuwkomers krijgen veel, maar moeten ook wat teruggeven. De overheid betaalt veel zaken op het gebied van opvang en levensonderhoud, de nieuwkomer draagt bij aan de eigen integratie.

7. Anneke Jogems (83) uit Denekamp woont alleen en maakt zich zorgen: “Ik kan ziek worden. Maar mijn kinderen hebben hun eigen besognes en kunnen mij niet elke keer helpen als mantelzorger.”

Antwoord grootste politieke partijen

VVD – vindt het belangrijk dat zorg dicht bij huis wordt georganiseerd. Ouderen kunnen dan langer zelfstandig thuis blijven wonen. Zij moeten ervan uit kunnen gaan dat er iemand is die hen thuis komt helpen als dat nodig is. Of dit nu is met hulp uit de eigen omgeving of met ondersteuning vanuit de gemeente.

PvdA – stelt dat mantelzorg altijd in goed overleg met de arts en verpleging moet worden geregeld. Als iemand geen familie of vrienden heeft die kan mantelzorgen, dan moet iemand meer professionele hulp krijgen.

SP – wil in elke gemeente een mantelzorgpunt waar mantelzorgers terecht kunnen met vragen en hulp, om mantelzorgers beter te ondersteunen bij de zorg die ze verlenen.

CDA – vindt dat mantelzorgers beter ondersteund moeten worden en komt met een zorgbonus in de vorm van een belastingvoordeel voor familieleden en mantelzorgers die voor een langere tijd de zorg voor een naaste op zich nemen en daardoor minder gaan werken. Daarnaast stelt de partij een aantal concrete maatregelen voor om mantelzorgers meer inspraak te geven bij de vraag hoeveel zorg zij kunnen leveren.

D66 – stelt dat de politiek met deze mensen rekening moet houden. Op de lange termijn kunnen mensen zelf regie voeren over hun zorg. Van genezen naar voorkomen. Van patiënten die geen regie kunnen voeren naar zelfredzame patiënten met eigen verantwoordelijkheid. De druk op mantelzorgers moet worden verlicht door extra begeleiding aan te bieden.

PVV – wil bezuinigingen terugdraaien en meer handen aan het bed.

ChristenUnie – pleit voor goede ouderenzorg thuis en in verpleeghuizen. De partij stelt: mantelzorgers zijn goud waard en daarom moeten kinderen fiscaal in staat gesteld worden om mantelzorgtaken voor hun ouders te kunnen vervullen. Ouderen moeten daadwerkelijk waardig en waardevol oud kunnen worden.

GroenLinks – vindt dat als je ouder bent en het niet meer alleen af kunt, je niet afhankelijk moet zijn van hoeveel familieleden je hebt; je moet de juiste zorg krijgen. Dat kost geld, maar onze ouders en grootouders hebben voor ons gezorgd toen we klein waren en nu zij ouder zijn, moeten wij voor hen zorgen, vindt de partij. Daarom geen bezuinigingen op ouderenzorg.

SGP – stelt dat in de wet is geregeld dat een gemeente verplicht is om te onderzoeken wat de mantelzorger aankan en welke ondersteuning hij/zij daarbij goed kan gebruiken. De partij vindt het jammer dat mensen dit vaak niet weten en dat gemeenten dit lang niet altijd doen. Dat moet veranderen.

50PLUS – stelt dat mantelzorg een aanvulling is op en géén vervanging van reguliere zorg.

Het gemak waarmee mantelzorgers alle taken in de schoenen geschoven krijgen, moet van tafel, vindt de partij.

8. Gitte Brugman (52) uit Leeuwarden is fotograaf en wil weten: “Vindt u de privatisering in de zorg een succes?”

Antwoord grootste politieke partijen

VVD – stelt dat het belangrijk is dat je zelf kunt kiezen naar welke arts je gaat en welke zorgverzekering je afsluit. Jouw zorgverzekeraar moet er vervolgens voor zorgen dat je ook terecht kunt bij die arts op het moment dat je zorg nodig hebt. Het systeem van gereguleerde competitie zorgt ervoor dat de zorg goed en betaalbaar is.

PvdA – stelt dat om van marktwerking naar samenwerking te gaan het ondernemerschap in de zorg leggen aan banden gelegd moet worden. De partij pleit voor een verbod op winstuitkering door verzekeraars, medisch specialisten gaan in loondienst en minder marktprikkels voor zorgbedrijven.

SP – vindt dat zorg en commercie niet samengaan en wil een Nationaal ZorgFonds. De partij pleit voor samenwerking in plaats van marktwerking.

CDA – vindt dat er in de gezondheidszorg de afgelopen jaren te veel veranderd is en soms ook te snel en ondoordacht. Dit kabinet heeft belangrijke onderdelen van de zorg bij de gemeenten neergelegd. De partij gelooft niet in het nut van nieuwe stelselwijzigingen, maar zegt dat er in de zorg flinke slagen gemaakt kunnen worden door meer ruimte te geven aan de echte zorgverleners. Alleen zo kun je ervoor zorgen dat weer de patiënt en niet de regels centraal staan in de zorg.

D66 – stelt dat Nederland kwalitatief gezien heel goede zorg heeft. Maar dat moet wel voor iedereen betaalbaar zijn. Dus het verhogen van het eigen risico moet gecompenseerd worden voor lagere inkomens. Het oneigenlijk gebruik van de spoedeisende hulp (SEH) en Huisartsenpost komen voor rekening van patiënten. Gezond gedrag moet financieel worden gestimuleerd: preventie wordt belangrijker.

PVV – wil bezuinigingen terugdraaien in de zorg.

ChristenUnie – stelt dat privatiseringen in het verleden niet altijd even goed zijn verlopen en vindt het tijd voor minder marktwerking en meer zeggenschap. Tegelijkertijd kan de overheid niet alleen de verantwoordelijkheid dragen voor de publieke samenleving. Daarom staat de partij positief tegenover bijvoorbeeld zorgcoöperaties, opgestart door mensen met ideeën voor betere zorg.

GroenLinks – vindt dat zorg geen product is en patiënten geen consumenten zijn. Daarom de partij marktwerking in de zorg terugdringen, geen winstuitkeringen, het eigen risico moet verdwijnen en vakmanschap van de zorgverlener wordt het uitgangspunt. Niet zorgverzekeraars, maar zorgverleners en patiënten bepalen wat goede zorg is.

SGP – vindt het een voorrecht dat we in Nederland beschikken over kwalitatief goede zorg, maar dat het altijd beter kan. Iedereen moet goede én betaalbare zorg krijgen die bij hem of haar past, meer kwaliteit en de keuze voor zorg die aansluit bij hun eigen levensovertuiging en wensen.

50PLUS – pleit voor een nieuw, eerlijker zorgstelsel, zonder marktwerking en winstuitkeringen. Een zorgstelsel met minder managers, administratie en verspilling.

Noot van de redactie: ondanks diverse verzoeken kregen we geen reactie van de PVV. Uit het verkiezingsprogramma van de PVV konden wij slechts vier antwoorden halen. Die antwoorden hebben we genoteerd.

Auteur