Minder knuffelen, minder gelijkwaardigheid. Zorgen voor een ander beïnvloedt de intimiteit met degene voor wie je zorgt, zo blijkt uit onderzoek.
Mantelzorgers ervaren minder emotionele intimiteit en minder lichamelijke nabijheid met degene voor wie ze zorgen dan voorheen. Dit blijkt uit onderzoek van MantelzorgNL waaraan 600 respondenten meewerkten. Dit geldt niet alleen voor mantelzorgers die zorgen voor hun partner. Ook wie zorgt voor een (schoon)ouder, een familielid of een vriend of vriendin ziet hoe het zorgen de relatie beïnvloedt. De mantelzorg wordt daardoor ook zwaarder; vooral wanneer een mantelzorger zich meer zorgverlener voelt dan de partner, kind, vriend of ouder die hij ooit was.
De relatie verandert
40 procent van de ondervraagden mist de emotionele intimiteit die er vroeger wel was met degene voor wie wordt gezorgd. Denk daarbij aan hoe je elkaar steunde en vertrouwde, persoonlijke gesprekken voerde en dezelfde humor deelde. 45 procent mist vooral de lichamelijke nabijheid van voorheen, zoals elkaars hand vasthouden, een knuffel of een kus geven. Vooral chronische ziekten, langdurige lichamelijke beperkingen en geestelijke achteruitgang zijn slopers voor de intimiteit die er ooit was tussen partners, vrienden, ouders en kinderen.
Seks
59 procent van de stellen waarbij mantelzorg aan de orde is, vrijt niet meer met elkaar. De lustgevoelens bij de ‘zieke’ partner nemen af, de gelijkwaardigheid is weg en de aantrekkingskracht is verdwenen, aldus de mantelzorgers die dit betreft. Een van de ondervraagden zegt hierover: “Onze relatie was altijd zeer intensief. Door de ziekte van mijn partner is er meer eenrichtingsverkeer, wat zeer pijnlijk is om te vervaren.” In totaal vindt 85 procent van respondenten die zorgen voor hun partner dat hun seksleven is verslechterd vanwege de zorgtaken.
Je rol verandert
Wie zorgt voor een ander wordt méér zorgverlener en minder een echtgenoot, minnares, zus of vriendin. Zo blijkt uit de resultaten van het onderzoek. 39 procent van de ondervraagden voelt zich ondertussen vooral zorgverlener. En 41 procent zegt dat beide rollen nu aanwezig zijn. Zus én mantelzorger. Echtgenoot én mantelzorger. Degenen die zich vooral mantelzorger voelen, zijn slechter af. Zij ervaren een hogere belasting dan degenen die zich nog steeds vooral partner, kind of ouder voelen. Als het lukt om het voor elkaar te krijgen dat je oorspronkelijke relatie in stand blijft, heb je als mantelzorger een beduidend leuker leven.
Relaties met anderen komen óók onder druk
Naast veranderingen in de relatie met de zorgvrager, heeft mantelzorg ook impact op het contact met omstanders als vrienden, kennissen, buren of andere familieleden. 60 procent van de mantelzorgers ziet een verslechtering van die relaties. Veelal omdat er domweg te weinig tijd of energie overblijft om te investeren in die vriendschappen en contacten. Maar ook omdat het steeds lastiger wordt om erop uit te trekken of om bezoek te ontvangen. Ook onbegrip voor de zorgsituatie wordt vaak genoemd. Door dit alles krimpt onherroepelijk het netwerk van zowel de mantelzorger als zorgvrager. 48 procent van de ondervraagden daarentegen, ziet dat de relatie met sommige mensen juist wél verbetert en met anderen niet.