Miranda (55): Toen ik die maandagochtend wakker werd, op 29 maart 2021, zag ik dat Ton me midden in de nacht een berichtje had gestuurd. ‘Ik voel me heel slecht’, schreef hij. ‘Ik probeerde te douchen maar ik ben twee keer onderuitgegaan. Wil jij komen vandaag?’ ‘Natuurlijk’, tikte ik.
‘Laat maar weten als je wakker bent.’ Ook ik had corona, maar had de piek net achter de rug. Ton antwoordde niet op mijn bericht. Hij zal wel slapen, dacht ik. Maar in de loop van de dag werd ik ongerust. Waarom nam hij niet op als ik belde?
Ton en ik hadden op dat moment twintig jaar een latrelatie. Toen ik hem ontmoette, bij een speeddate in Amsterdam, vond ik hem eigenlijk te knap voor mij. Uiteindelijk sprong de vonk over. We hadden het twintig jaar lang ontzettend fijn samen. Doordat we allebei een rugzakje hadden op liefdesgebied, paste een latrelatie perfect bij ons. Het was altijd heerlijk om elkaar te zien, maar daarnaast ook prettig om onze eigen gang te gaan.
In maart 2021 was ik degene die als eerste corona kreeg. Ook ik was flink ziek, maar bij Ton, 67 – iets wat je overigens absoluut niet zag, hij was slank, sportief en zag er nog jong uit – hakte het er nog meer in. Hij is zelfs naar het ziekenhuis gegaan, maar dat was overvol. Hoewel Ton een longontsteking bleek te hebben, werd hij toch weer naar huis gestuurd. Met antibiotica zou hij het wel redden, dachten ze. Daar twijfelde ik ook geen moment aan. Ton was immers zo sterk en fit.
Toch werd de onrust, die maandag dat het stil bleef, steeds groter. Uiteindelijk reed ik naar zijn huis om poolshoogte te nemen. Ton deed niet open en omdat zijn sleutel aan de binnenkant in de deur zat, kon ik er niet in. Er zat niets anders op dan 112 te bellen.
Binnen vijf minuten waren de politie, brandweer en ambulance er. Tons deur werd opengebroken. Ik wilde mee naar binnen, maar dat mocht niet. Corona, strenge regels. ‘Uw vriend is overleden’, kwamen ze me even later vertellen. Daar stond ik dan, zelf nog ziek, totaal in shock, met de hele buurt die uitgelopen was.
Ik móest Ton zien, ik kon het anders gewoon niet geloven. Maar ‘helaas, regels zijn regels’. Pas na twee lange, lange dagen mocht ik hem zien. Dat vind ik nog steeds heel erg. Ik weet dat ik niet de enige ben; zoveel mensen mochten in coronatijd niet bij hun overleden geliefde. Afschuwelijk. Ieder verlies is verdrietig, maar dat lange wachten, het buitengesloten worden, maakt het nog erger. Ik heb het als traumatisch ervaren.
Het blijft gek dat Ton er niet meer is. Zo’n sterke man, in tien dagen na zijn besmetting zomaar weg, hoe is het mogelijk? Wat me troost geeft is de gedachte dat zijn tijd blijkbaar gekomen was. Ja, daar geloof ik in. Maar dat maakt het gemis niet minder. Ik brand nog dagelijks een kaarsje bij zijn foto en heb twee kleine traantjes laten tatoeëren. Zo draag ik hem voor altijd met me mee.”
Uw verhaal in Plus?
Loopt u rond met iets wat u aan (bijna) niemand durft te vertellen? Deel het met andere Pluslezers; dat mag ook anoniem. Schrijf naar redactie@plusmagazine.nl of op papier: Redactie Plus Magazine, Postbus 44, 3740 AA Baarn o.v.v. ‘Mijn verhaal’.