Anna (64): ‘Ik was zo aan zijn kilte gewend, dat ik dacht dat ik niet meer verdiende’
Maar wat wil jíj?’, vroeg mijn vriend Jos, toen we elkaar een halfjaar kenden. Hij had net een aantal landen opgesomd waar hij graag naartoe wilde. ‘Dat lijkt me ook wel wat’, had ik steeds geantwoord.
Om privacyredenen zijn de namen van alle betrokkenen gefingeerd.
Anna (64): Ik reageerde verbaasd op zijn vraag. Hoezo, wat ík wilde: ik vond toch alles goed? Wat moest ik hem nog meer vertellen? Dit is tekenend voor hoe ik uit mijn huwelijk kwam. Ik was negentien toen ik trouwde met Roelof. Hij was zeven jaar ouder en dat hij veel voor me bepaalde, vond ik toen erg fijn. Ik was verlegen en verschool me graag achter een sterke man. Dat hij erop stond mij te onderhouden, vond ik vleiend. Maar toen hij me jaren later nog steeds op veel vlakken klein hield, begon me dat steeds meer te benauwen.
Roelof zeurde zelfs als ik een avond naar een vriendin ging, zag me het liefst thuis. Omdat hij van me hield, zei hij. Maar waarom foeterde hij dan zo vaak op me? Zelfs onze kinderen viel dat op. ‘Papa, ophouden nu’, zeiden zij als hij weer eens tegen me uitvoer. Dan nam ik het voor hem op, als ouders moet je één front vormen, vond ik. Maar ik lag vaak huilend in bed. Ik miste belangstelling. Lieve woordjes. Een arm om me heen. Maar ik was zo aan Roelofs kilte gewend, dat ik dacht dat ik niet meer verdiende. En scheiden kwam niet bij me op.
Negen jaar geleden was Roelof van het een op het andere moment klaar met me. Hij kreeg een vriendin die twintig jaar jonger was dan ik en zette mij bij het oud vuil. Wat had ik een verdriet. Dat anderen, zelfs mijn kinderen, zeiden: ‘Zie dit als zegen, niet als vloek’, begreep ik niet. Ik moest eerst nog veel dieper vallen. Uiteindelijk kwam ik met suïcidale gedachten bij een therapeut terecht. Hoe meer ik over mijn leven en huwelijk vertelde, hoe meer ik besefte hoe ongelukkig ik was geweest. ‘Je leven is niet verwoest, je wordt alleen maar overweldigd door alle mogelijkheden die nu voor je openliggen’, zei mijn therapeut. En ze had gelijk. Langzaam krabbelde ik op. Verruimde mijn wereld. Ik ging werken: eerst als vrijwilliger, tot ik kon doorstromen naar een betaalde functie. De euforie toen ik mijn eerste salaris ontving!
Ik deed steeds vaker leuke dingen met vriendinnen. Uit eten, naar de film, iets drinken in een café. Wat gaf me dat een gevoel van vrijheid. En toen, op een dood-gewone dinsdag, ontmoette ik Jos. Hij vond mij grappig, slim en mooi. In bed dacht hij aan mij. Ik wist niet wat me overkwam. We werden vreselijk verliefd. Maar hoe meer mijn gevoelens groeiden, hoe meer ik mezelf wegcijferde. En hoe minder aantrekkelijk ik voor hem werd. Gelukkig sprak hij dat uit, motiveerde me om voor mezelf te staan. Dat lukte, met vallen en opstaan. Binnenkort zijn we zes jaar getrouwd. En wat ben ik gelukkig met hem. Heel soms zie ik mijn ex nog. Wat een nurkse man is dat. Ik ben zó blij dat ik van hem ben bevrijd!”