Er is vorig jaar bijna 42 miljard euro gespaard. Dat is twee keer zoveel als in 2019. Het overgrote deel van het geld kwam terecht op betaalrekeningen en vrij opneembare spaarrekeningen. De belangrijkste redenen om geld opzij te zetten waren minder consumptie door de lockdown en de toegenomen economische onzekerheid.
Dat meldt De Nederlandsche Bank (DNB). Nederlandse huishoudens hebben samen ruim 487 miljard euro op betaal- en spaarrekeningen staan. Dat is 42 miljard meer dan eind 2019. Ongeveer de helft daarvan (21 miljard euro) is gestald op vrij opneembare spaarrekeningen.
Het saldo op betaalrekeningen steeg met 20 miljard. Een klein deel van de besparingen werd gebruikt voor beleggingen in aandelen(fondsen) en het aflossen van schulden. Er werd minder extra geld weggezet op spaarrekeningen met een vaste looptijd. Huishoudens lijken een voorkeur te hebben voor een spaarvorm waarbij ze makkelijk aan hun spaargeld kunnen komen, concludeert DNB.
Blijven sparen
Opvallend was ook het spaargedrag gedurende het gehele jaar. De traditionele piek in mei, vanwege het vakantiegeld, was dit keer extra hoog. Verder werd er iedere maand netto gespaard, behalve in december. Dat is uitzonderlijk, in 'normale' jaren wordt in de tweede helft van het jaar meer spaargeld opgenomen dan dat er wordt gespaard. Dat komt door uitgaven aan vakanties, de feestdagen en extra aflossingen op de hypotheek.