Getty Images
Met elektrodiagnostiek worden spieren onderzocht. Letsel of ziekte aan de spieren wordt dan opgespoord.
Met elektrodiagnostisch onderzoek worden spiersymptomen onderzocht die het gevolg kunnen zijn van letsel of ziekte van zenuwen of spieren in het lichaam. Die symptomen kunnen bijvoorbeeld spierpijn, zwakte of gevoelloosheid zijn.
Twee soorten elektrodiagnostisch onderzoek worden het meest gebruikt: elektromyografie (EMG) en zenuwgeleidingsonderzoek. Met deze onderzoeken wordt de elektrische activiteit in zenuwen en spieren geanalyseerd.
Bij een EMG, dat de activiteit in de spieren onderzoekt, wordt een naald via de huid in een spier ingebracht. De naald registreert de elektrische activiteit in de spier als de patiënt de spier ontspant en dan weer aanspant. Als een gezonde spier in rust is, vindt er geen elektrische activiteit plaats. Wanneer de spier samentrekt, wordt er wel elektrische activiteit geregistreerd.
Bij zenuwgeleidingsonderzoek wordt het functioneren van de zenuwen geregistreerd. Dit onderzoek wordt vaak in combinatie met een EMG gedaan. Bij dit onderzoek worden elektrodes op het huidoppervlak aangebracht, in dezelfde lijn als de onderhuidse zenuwtrajecten. Dan worden door het zenuwtraject elektrische signalen gestuurd. Sensoren registreren de elektrische activiteit en meten de geleidingssnelheid over het zenuwtraject. De resultaten van het onderzoek verschijnen op een monitor en worden beoordeeld.
Beide onderzoeken zijn belangrijke hulpmiddelen bij het beoordelen van zenuw- of zenuwwortelletsel en van zenuw- en spierziekten.