Gezond Gesprek met GZ-Psycholoog Yuna van den Adel
Een beetje stress is helemaal niet erg, en zelfs gezond. Maar wanneer spreek je van chronische stress en hoe kan dit uiteindelijk leiden tot een burn-out? Je hoort het in deze aflevering van Gezond Gesprek, met als gast GZ-psycholoog Yuna van den Adel. Natuurlijk vertelt ze ook hoe je chronische stress en een burn-out kan voorkomen en behandelen.
Het goede van stress
Yuna van den Adel werkt als GZ-psycholoog bij Viviq, een organisatie die hulp biedt bij mentale uitdagingen. Viviq biedt zowel hulp online als op locatie. "Het accent ligt altijd op het versterken van je eigen kracht", zegt Van den Adel. Zij ziet in de praktijk veel mensen die last hebben van chronische stress. Maar, zo benadrukt ze: "In principe is stress een gezonde reactie die ons beschermt." Stel je voor dat mensen geen stress zouden kennen. Dan waren we waarschijnlijk allang uitgestorven op aarde! Want de stressreactie in ons lichaam maakt ons alert, stuurt het extra bloed naar hart en spieren en zorgt ervoor dat we snel kunnen reageren op gevaarlijke reacties. "Stress is dus gezond. Het wordt pas ongezond als stress chronisch wordt," zegt Van den Adel: "Een oermens die werd aangevallen door een leeuw, rende weg en kon, nadat hij in veiligheid was, zijn verhaal delen en uitpuffen van het avontuur. Dat is kortdurende, acute stress. Bij chronische stress is er niet zo’n ontlading en ontspanning en verdwijnt de stress dus niet uit het lichaam. Het gehalte aan stresshormonen blijft voortdurend hoog. Dat geeft veel druk op onze lichamelijke en psychische gezondheid. Zoveel, dat er bijvoorbeeld uiteindelijk een burn-out kan ontstaan."
Zo ontstaat chronische stress
Veel mensen in onze maatschappij hebben last van chronische stress. Dat kan veroorzaakt worden door een drukke baan, door de combinatie werk en gezin, door hoge eisen aan jezelf stellen of door de voortdurende stroom aan prikkels die we binnekrijgen via internet en social media. Of door al deze factoren tegelijk, want vaak is chronische stress een optelsom van factoren. Wat bepaalt nu dat de ene mens wel, en de andere niet, 'in de stress schiet'? Volgens Van den Adel komt dat doordat de ene mens meer rust en ontspanning neemt dan de andere mens. "Het gaat er steeds om dat je bewust de tijd neemt om die stresshormonen in je lichaam te laten zakken. Dat kan door mindfulness, ademhalingsoefeningen, wandelen, yoga, een hobby doen: als het maar ontspannend werkt voor jou. En dan het liefst zonder dat je nieuwe prikkels binnenkrijgt. Netflixen of scrollen op je telefoon is voor je brein inspannend, terwijl van wandelen in de natuur je brein echt ontspant."
Dat stemmetje in je hoofd
Een risicofactor voor chronische stress en burn-out is perfectionisme. Je spreekt van perfectionisme als je voortdurend de lat hoog legt voor jezelf, of jezelf steeds met anderen vergelijkt en het dan beter wil doen. Veel mensen hebben een stemmetje in hun hoofd, een interne criticus, dat de hele dag door kritiek levert of je aanspoort om dingen beter te doen. Het is voor veel mensen erg moeilijk om te accepteren dat je ook kunt falen en dat 'goed genoeg' ook prima is. Van den Adel: "Perfectionisme is een interne factor. Maar er zijn natuurlijk ook externe factoren, zoals privéproblemen, ziekte of geldzorgen. Als het gaat om werk, dan is het een risicofactor als je een baan hebt waarin anderen precies bepalen wat en hoe jij je werk moet doen. Als je helemaal geen autonomie hebt, levert dat veel stress op. Die stress loopt op als je het ook nog eens regelmatig niet eens bent met de regels op je werk." Stel bijvoorbeeld dat je een verpleegkundige bent die voortdurend bezig moet zijn met de verplichte administratie, waardoor er weinig tijd is voor de werkelijke patiëntenzorg. Dat kan dan een grote bron van stress zijn.
Instorten op de keukenvloer
Het gevaar van chronische stress is dat je lang kunt blijven presteren zonder dat je er iets van merkt. Je houdt alle ballen in de lucht, zonder dat je direct merkt dat je roofbouw aan het plegen bent. Bij veel mensen is dan 'ineens' de limiet bereikt. Van het ene op het andere moment kunnen ze dan totaal niet meer functioneren, en storten ze soms letterlijk in op de keukenvloer. Dan is er sprake van een burn-out: alle reserves zijn op en het lichaam is volkomen uitgeput. Herstellen van een burn-out duurt meestal lang, van enkele maanden tot enkele jaren. Logisch, vindt Van den Adel: "Je moet allereerst accepteren dat je grenzen zijn bereikt. Dan moet je langzaam werken aan het herstel van je reserves. En om herhaling te voorkomen, moet je ook kritisch gaan kijken naar de factoren die de burn-out hebben veroorzaakt, en die aanpakken. Dat kan betekenen dat je een andere baan zoekt, dat je minder gaat werken, een mindfulnesstraining gaat doen of het roer helemaal omgooit.’ Dat zijn processen die tijd nodig hebben. Maar als je niets verandert aan de factoren die de burn-out hebben veroorzaakt, dan is de kans groot dat die weer terug zal komen."
Een burn-out kan een zegen zijn
Zelf heeft Van den Adel ook een burn-out gehad. "In de periode dat ik studeerde, had ik ook nog een baan met avond- en nachtdiensten. De combinatie was behoorlijk uitputtend, maar ik dacht dat ik het gewoon moest kunnen. Direct na mijn afstuderen kreeg ik een baan waarin ik het niet altijd eens was met de regels en waarin ik mijn grenzen niet goed stelde. Dat leverde onbewust veel stress op. Tijdens een vakantie barstte de bom en besefte ik dat ik een burn-out had. Er volgde een lang proces van herstel en verandering, maar ik kan nu wel zeggen dat mijn leven er beter op is geworden. Ik voel minder stress, bepaal veel meer mijn eigen grenzen en heb geleerd om écht te ontspannen. Een burn-out kan dus uiteindelijk ook een zegen blijken te zijn."