Vraag van de week: het gevaar van rente
Tot mijn verdriet is recent mijn man overleden. In zijn testament krijgen de kinderen een vordering op mij. Over de vordering is volgens het testament geen rente verschuldigd. Een vriendin van mij zei dat ik er verstandig aan doe om wel een rente af te spreken zodat later over mijn nalatenschap minder erfbelasting verschuldigd zal zijn. Klopt dit en waar zit eventueel het addertje?
Het vergoeden van rente over de niet-opeisbare vordering die de kinderen (hun erfdeel) op u hebben kan zeker zinvol zijn, maar heeft zoals u al vermoedt ook risico’s. Het zinvolle ligt, zoals uw vriendin ook beschrijft als volgt: door de rente nemen de vorderingen in waarde toe en hollen zo uw toekomstige nalatenschap uit; minder verschuldigde erfbelasting. De addertjes onder het gras zijn de hogere erfbelasting, de notariskosten en de onzekerheid over hoe het leven zich ontwikkelt.
De hogere rente moet bij de notaris vastgelegd worden
Is de rente in het testament op 0% bepaald maar geeft het testament de ruimte om een hogere rente af te spreken, dan moet die vastlegging notarieel gebeuren. In ieder geval moet de hogere rente afgesproken zijn voordat de aangifte erfbelasting wordt gedaan (het kan later notarieel worden vastgelegd). Verder betaalt u bij 0% rente minder erfbelasting dan bij 6% samengestelde rente.
De erfbelasting compenseren met de renteopbouw
De reden daarvoor ligt in het feit dat de fiscus meent dat wanneer er geen rente verschuldigd is de langstlevende echtgenoot een voordeel heeft. Hoe groot het voordeel is, hangt af van de leeftijd van de langstlevende echtgenoot en dus van diens levensverwachting (hoelang kan hij/zij over de vordering beschikken zonder er een vergoeding voor te betalen). Door de rente gaat de verschuldigde erfbelasting over de erfdelen van de kinderen dus omhoog.
Juist omdat er meer erfbelasting verschuldigd is, moet bij het afspreken van een hogere rente ook beoordeeld worden welke de levensverwachting is van de langstlevende echtgenoot om te bepalen of die lang genoeg is om de hogere erfbelasting te compenseren met de renteopbouw. De vuistregel is dat bij een lage rente na het eerste overlijden minder erfbelasting verschuldigd is en bij het tweede juist meer en bij een hogere rente is dat precies andersom.
Erfenis vast in de woning
Tenslotte is er nog het probleem van de onbekende toekomst. Jonge langstlevende echtgenoten kunnen op een gegeven moment weer een nieuwe partner tegenkomen. Op zich prettig, maar als de erfdelen van de kinderen door de rente fors in waarde zijn toegenomen, hollen ze niet alleen de toekomstige erfenis van de langstlevende ouder uit, maar ook de zekerheid van de nieuwe partner. De erfenis van de eerste overleden ouder moet namelijk uitgekeerd worden bij het overlijden van de langstlevende ouder. Als die erfenis dan vast zit in de eigen woning kan dat tot problemen leiden en moet de nieuwe langstlevende echtgenoot in het ergste geval de woning verkopen.
Kortom, of het verhogen van de rente zinvol is, hangt af van de levensverwachting van de langstlevende echtgenoot, de beschikbare middelen om de erfbelasting te betalen en hoe het leven zich ontwikkelt.
Nico van Scheijndel houdt hij zich met name bezig met de afwikkeling van nalatenschappen, als Register Executeur, boedelgevolmachtigde of adviseur vanuit zijn bedrijf Akto, uw erfcoach en meer www.akto.nu. Nico van Scheijndel is medeauteur van de almanak Erven en Schenken van Plus Magazine.
Reactie toevoegen