Onze liefde voor dieren is selectief. We willen wel vlinders in de tuin, maar liever geen slakken of oorwurmen. Hoe maak je je tuin aantrekkelijk voor de dieren die je wel wilt?
Het zou mij niet verbazen als er ’s winters meer pinda’s door de vogels worden gegeten dan door onszelf. Winkels puilen dan uit van het vogelvoer. Naast pinda’s kun je er vogelzaad, vetbollen, zonnepitten en allerlei ander lekkers kopen. Zelfs gevriesdroogde meelwormen ben ik tegengekomen. Want onze dierenliefde is selectief: het ene beestje wordt vertroeteld en het andere gevriesdroogd. Natuurlijk is het te prijzen dat iedereen zijn best doet om de vogels te voeren in moeilijke tijden. Maar als je vogels naar de tuin wilt lokken, kun je meer doen dan voeren alleen. En dat geldt ook voor het aantrekken van andere dieren.
Veel vogels:
coniferen en klimop
Vogels moeten niet alleen eten, ze moeten ook slapen. Voor mezen kun je een nestkastje in de tuin hangen, maar andere vogels zul je er niet snel mee lokken, want de meeste vogels zijn geen holbewoners. Ze slapen gewoon in een boom. Dan is het wel mooi meegenomen als die boom zo dicht is dat je uit de wind zit. Dat is het geval bij coniferen. Een coniferenhaag biedt niet alleen privacy aan ons, maar ook slaapgelegenheid aan vogels. En hoe dichter die haag, hoe droger en warmer. In mei eten de meeste vogels geen pinda’s meer. Ze zijn allang overgeschakeld naar rupsen en bladluizen. Echte vogelliefhebbers zouden dus zo veel mogelijk rupsen en luizen naar de tuin moeten lokken, maar dat is misschien te veel gevraagd. Met het planten van klimop, waarin veel vogels zoals fitissen, tjiftjafjes en winterkoninkjes graag nestelen, ben je vogels ook buiten de winter ter wille. En aan het einde van het tuinseizoen doe je ze dan weer een plezier met bottels en bessen.
Liever amfibieën:
een vijver(tje)
Vogels zijn gemakkelijk naar de tuin te lokken. Zij hebben het grote voordeel dat ze kunnen vliegen. Wie salamanders in zijn tuin wil, of padden (of ringslangen), kan wel vijvers, paddenpoelen en broedhopen in zijn tuin aanleggen, maar de kans dat hij die dieren daadwerkelijk te zien zal krijgen blijft toch klein. Toch vergroot een vijver – hoe klein die ook is – de biodiversiteit in een tuin enorm. En kikkers hebben een vijver wel al snel gevonden.
Volop vlinders:
van flox tot pinksterbloem
Voor vlinders heb je niet eens een tuin nodig. Vlinders komen overal waar nectar te halen valt, dus ook op balkon of terras. Er zijn tegenwoordig tuincentra die een speciaal vak inrichten voor vlinderplanten. De vlinderstruik is natuurlijk favoriet, maar er zijn ook vlinders die liever een andere plant bezoeken. Zoveel vlinders, zoveel smaken. Wie graag een uitgebreide vlinderfauna verwelkomt, zal variatie in de beplanting moeten nastreven. De kleine vuurvlinder doe je een plezier met herfstasters en het oranjetipje met pinksterbloemen en judaspenning. Blauwtjes en groentjes lok je met klimop, marjolein en tijm. De bloemschermen van koninginnekruid trekken zo mogelijk nog meer vlinders dan de vlinderstruik, en zijn populair bij citroenvlinders, landkaartjes en gehakkelde aurelia’s. Ook kattenstaarten, hemelsleutels, floxen en kogeldistels zijn essentieel voor de serieuze vlindertuinier. Het zijn niet alleen bloemen die vlinders naar de tuin lokken. Gehakkelde aurelia’s en atalanta’s zijn dol op afgevallen, rottend fruit en voor sommigen komt het misschien als een schok dat er ook vlinders zijn die graag snoepen van dode muizen.
Fijn voor egels:
takken en bladeren
Ondanks hun stekels vinden we egels lief en aandoenlijk. Maar egels naar je tuin lokken, is nog niet zo eenvoudig. Met veel rommelige hoekjes en voldoende -voedsel maak je de meeste kans. Ze overwinteren graag in grote pollen siergras, maar maken hun nest liever onder bladeren en takken; laat die dus liggen. Egels eten het liefst slakken, maar ze lusten ook kattenvoer, gehakt en er is zelfs speciaal egelvoer te koop. En zorg voor voldoende groen in de tuin: hoe meer tegels, hoe minder egels.
Gevarieerd is diervriendelijk
Streef naar een tuin met een gevarieerde beplanting die ’s winters voor een deel overeind blijft. Wees niet al te netjes en ruim de tuin pas in het voorjaar op. Dan zul je ook meer lieveheersbeestjes naar je tuin lokken. Nuttige diertjes, want ze zijn dol op bladluizen.
Slakken weren
Zoals gezegd: onze liefde voor dieren is selectief. Voor mollen, slakken en oorwurmen lopen weinig mensen warm. Toch is het misschien goed om te beseffen dat ook deze opruimers in de natuur nodig zijn. Maar voor wie zijn hosta’s tot op de nerf door slakken ziet kaalgevreten is dit geen troost. In plaats van een oorlog tegen de slakken te beginnen kun je ook overwegen om planten te kiezen waar ze niet van houden; Darmera’s en Rodgersia’s zijn prachtige bladplanten en slakken zie je er zelden op. Plant die hosta’s liever in potten en kuipen, met koperdraad eromheen. Voor alles is een oplossing, ook zonder een chemische oorlog; met luizen-gaas, koperdraad, rookpatronen (tegen de mollen) en een stevige waterstraal kom je een heel eind.
- Plus Magazine