Onweerstaanbaar zijn ze, die citrusboompjes vol vruchten, bloeiende bougainvilles en andere exoten in een kuip. Maar hoe loods je ze de winter door? En wanneer kan alles weer naar buiten?
Romke van de Kaa (75) is tuinexpert. Hij studeerde biologie, werkte in beroemde tuinen in Engeland en Ierland, had een kwekerij en schrijft tuinboeken.
Je hebt van die dagen in april waarop je zonder jas de tuin in loopt. Zo’n dag waarop je de tuinbank een sopje geeft en de tuinslang uitrolt. Op zo’n dag is de verleiding groot om ook de kuipplanten maar vast naar buiten te sjouwen. In je achterhoofd zitten natuurlijk altijd de IJsheiligen – die vier dagen vanaf 10 mei waarop het ’s nachts nog kan vriezen. Maar ach, we hebben toch een nieuw klimaat?
Koele slaapkamer
Kuipplanten zijn planten die niet helemaal winterhard zijn. Daarom staan ze in potten en haal je ze ’s winters naar binnen. Vaak wordt hier in boeken nogal luchtig over gedaan: zet ze in een koele slaapkamer of in een vorstvrije garage. Alsof iedereen daarover beschikt. En zelfs al heb je een koele slaapkamer, wie zegt dat je die wilt delen met een sinaasappelboompje dat vol schildluis zit?
Bovendien zien de planten er tegen het einde van de winter niet bepaald florissant uit. Ze zitten niet alleen vaak onder de luis, maar hebben ook veel van hun blad verloren. Vandaar de drang om ze bij de eerste tekenen van de lente snel buiten te zetten. Dergelijke beslommeringen kun je makkelijk afkopen. Bijna overal kun je kasruimte huren waarbij je een prijs per vierkante meter betaalt. Niet goedkoop, want een beetje oleander neemt al gauw een vierkante meter in beslag. Gemak wordt duur betaald en wie het geld liever in zijn zak houdt, zal zich met andere oplossingen moeten behelpen.
Citroenboom voor beginners
De bekendste kuipplanten zijn waarschijnlijk de citrusboompjes. Vaak zijn dit impulsaankopen, want wie kan zo’n zoetgeurend boompje dat behangen is met vruchten weerstaan? Ik niet, en ik spreek dan ook uit ervaring als ik zeg dat het citrusboompje niet alleen de leukste maar ook de lastigste kuipplant is. Maar er zijn gradaties in lastigheid. Aan sinaasappel-, grapefruit- en mandarijnboompjes zou ik me niet wagen, tenzij je over een oranjerie beschikt. Wie graag een citrusboompje op het terras of balkon wil hebben, kan het beste beginnen met een citroen. De citroenboom stelt minder eisen dan het meeste andere citrusfruit en is relatief makkelijk binnenshuis door de winter te coachen. Zet de plant zo licht en koel mogelijk en geef spaarzaam water. Eenmaal per week is meestal genoeg, afhankelijk van de temperatuur. Je ziet dat de plant dorst heeft als het blad gaat krullen. Een deel van het blad zal ’s winters afvallen, maar dat groeit straks buiten wel weer aan.
In de droge lucht van een centraal verwarmd huis is schildluis onvermijdelijk. Die ziet eruit als kleine bruine dopjes aan de onderkant van het blad. Je bestrijdt schildluis door ieder ondiertje met een wattenstaafje vol olijfolie aan te stippen. En ook hier geldt weer: maak je geen zorgen, als de plant straks buiten staat, lossen mezen, lieveheersbeestjes, sluipwespen en gaasvliegen het probleem voor je op.
Bougainville en mimosa
Een ander zorgenkind is de bougainville. Als je de plant koopt, staat hij meestal in volle bloei. Soms is dat meteen ook de laatste keer dat je hem ziet bloeien want het valt niet mee om een bougainville ieder jaar in bloei te krijgen.
Ook deze plant staat ’s winters graag licht en koel. En waar citrusboompjes ’s winters een deel van hun blad laten vallen, is de bougainville aan het einde van de winter helemaal kaal. Schrik niet, want de plant is niet dood en zal straks weer uitlopen. Snoei hem in model en zet hem in de lente buiten. En weer binnen zodra er nachtvorst dreigt. Kuipplanten zijn echte heen-en-weer-planten. Dat geldt ook voor de oleander: bij mooi weer naar buiten en bij nachtvorst weer naar binnen.
De ultieme heen-en-weer-plant is de mimosa, die al in februari bloeit, maar niet tegen meer dan een paar graden vorst kan. Maar binnen verdrogen de bloemen. Er zit dus niets anders op dan hem overdag als het dooit buiten te zetten en bij iedere nachtvorst weer naar binnen te halen. Ik heb er speciaal een steekwagentje voor aangeschaft.
Overwinteren zonder licht
Wie wel een koele winterberging heeft maar geen licht, kan het beste kuipplanten kiezen die in het donker kunnen overwinteren. Knolbegonia’s, aronskelken en Afrikaanse lelies (agapanthus) verliezen in het najaar hun blad, waarna je ze droog en donker kunt wegzetten – bijvoorbeeld in een kelder of een garage. Eenmaal per maand een klein beetje water is genoeg. Als ze in het voorjaar weer gaan groeien, zet je ze weer buiten.
Inpakken en dichtritsen
Er zijn allerlei manieren om kuipplanten die buiten staan te beschermen, zodat je ze niet bij elk graadje vorst weer naar binnen hoeft te halen.
Je kunt ze afdekken met vliesdoek (geweven synthetisch doek) of met noppenfolie die je per strekkende meter kunt kopen. Maar dat is het eenvoudige werk. Voor gevorderden zijn er speciale kuipplantenhoezen die je als een jas kunt dichtritsen. En je kunt zelfs tentjes kopen waarmee je een flinke kuipplant tegen vorst beschermt. Vergeet niet dat ook de pot kan bevriezen en bescherm ook die.
Het antwoord op de vraag van deze maand: ‘Kan alles naar buiten?’ luidt dus: ja, mits de planten ook weer naar binnen kunnen en je genoeg beschermingsmateriaal achter de hand houdt.
- De slaapbol of opiumpapaver (Papaver somniferum) hoef je maar eenmaal in je leven te zaaien, daarna komt hij ieder jaar vanzelf terug. Hij is verkrijgbaar in allerlei leuke pastelkleuren. Zaai direkt in de volle grond en begraaf het zaad niet onder een laagje grond. Licht inharken is genoeg.
- Rozen groeien vaak niet goed op een plaats waar al eerder een roos stond. De grond is ‘rozenmoe’. Die moeheid wordt veroorzaakt door een teveel aan parasitaire aaltjes: microscopisch kleine wormpjes. Je verjaagt ze door afrikaantjes te zaaien op de plaats waar straks rozen moeten staan.
- De judasboom (Cercis siliquastrum) bloeit in april. Hij heeft alles: een overdadige bloei én blauwgroen, hartvormig blad dat de hele zomer mooi blijft. De roze bloemen verschijnen aan het kale hout en breken soms in trosjes uit de stam. Te groot geworden judasbomen laten zich goed snoeien.
- Koolmezen en pimpelmezen zijn de beste bestrijders van de buxusmot. Ze zijn dol op de rupsen van de mot. Steeds meer vogels hebben die rupsen op hun menu staan. Ook kauwen en mussen hebben de lekkernij ontdekt. Nog even en het hele buxusprobleem is door de vogels opgelost.
- De Camelia plant je het beste in april, als de grond begint op te warmen. De bloei is dan al grotendeels voorbij. De struiken hebben de rest van het jaar om zich aan te passen en zich voor te bereiden op de volgende winter. Tegen die tijd zijn ze goed aan ons klimaat gewend.
Checklist april
Vallende sterren zijn te zien tussen 16 en 25 april. Loop op een heldere nacht de tuin in en je ziet wellicht de Lyriden: een meteorenzwerm die deel uitmaakt van de staart van de komeet Thatcher (geen familie van Margaret). Op 22 april bereikt de zwerm zijn maximum.
- Snoei vroegbloeiende heesters die al zijn uitgebloeid, zoals Viburnum en Forsythia. Snoei niet als het vriest (foto 1).
- Knip het oude blad van varens weg.
- Knip ieder jaar een kwart van de oude takken uit de hortensia’s. Die oude takken herken je aan hun lichte kleur. Van pluimhortensia’s kun je alle takken bij de grond afknippen.
- Plant aardbeien op rijtjes in de tuin of in bakken, potten of hangmandjes op het balkon.
- Rozen snoeien kan nog net, maar hoe vroeger in de maand hoe beter.
- Plant anemonen, freesia’s, Sparaxis, gladiolen en andere zomerbloeiende bollen.
- Vul potten en bloembakken met nieuwe plantjes. Gebruik verse potgrond en geef organische mest. Die heeft een lange werkingsduur, is milieuvriendelijk en veilig voor de plant.
- Schaf kniebeschermers of knielkussentjes aan om comfortabel te kunnen wieden.
- Maak de regenton schoon of installeer er een als je die nog niet hebt.
- Breng nu alvast bij de pioenrozen plantensteunen aan.
- Schrob de groene aanslag van het tuinmeubilair.
- Bind clematis en andere klimplanten aan zodat de wind er geen vat op krijgt.
- Ververs bij kuipplanten het bovenste laagje grond.
- Snoei uitgebloeide winterheide met de tuinschaar terug.
- Haal de grasmaaier tevoorschijn. Zijn de messen bot, laat die dan alsnog slijpen.
- April kan droog zijn. Geef nieuwe aanplant extra water.
- Zet een vogeldrinkschaal buiten.
Groene aanslag en onkruid wordt soms bestreden met schoonmaakazijn. Dat is geen goed idee. Azijn is slecht voor bodemorganismen én voor insecten die in de grond leven of nestelen, zoals graafbijen en kevers. Ook voor de mens is het inademen van azijndamp niet gezond. Waterlelies bloeien niet in de schaduw. Toch zijn er vijverplanten die schaduw verdragen, zoals de in april bloeiende Kaapse waterlelie (Aponogeton distachyos). Hij geurt naar bloeiende meidoorn.
Volgende maand: hoe blijf ik woekerende planten de baas?