Schoffelen hoeft niet meer!

De lente is weer in zicht! Houdt u van weinig tuinonderhoud? Dan adviseert Romke van de Kaa u langlevende planten.

Een tuin is nooit statisch; tuinen groeien mee met hun eigenaar. Dat klinkt prachtig, maar in die harmonieuze ontwikkeling komt onvermijdelijk een omslagpunt. De tuin die eerst als een vreugde werd ervaren, begint langzaamaan een last te worden. Vooral de ouder wordende tuineigenaar wordt hiermee geconfronteerd. Geen paniek, dit is een logische gang van zaken en er is geen enkele reden erover in te zitten.

Wel is het aan te raden om bijtijds na te denken over hoe je kunt voorkómen dat de tuin van een bron van blijdschap verandert in een molensteen om je nek. Er zijn verschillende manieren om het probleem aan te pakken. Je kunt de beplanting aanpassen zodat je er minder werk aan hebt, je kunt het onderhoud zoveel mogelijk mechaniseren, en het is mogelijk om een nieuw, arbeidsluw ontwerp te maken. Verhuizen kan natuurlijk ook, maar die mogelijkheid laat ik even buiten beschouwing.

Geen bergamot maar hosta’s
Laten we het hebben over de eerste optie: het aanpassen van de beplanting. In een tuin heb je planten die om de zoveel jaar gescheurd moeten worden en planten die jarenlang ongestoord kunnen vaststaan: planten voor het leven. Het ligt voor de hand dat je aan langlevende planten minder werk hebt dan aan planten waarmee je almaar moet ­tutten om ze in goede gezondheid te houden. Een voorbeeld van zo’n bewerkelijke plant is bergamot. Je moet ’m ieder jaar oprooien, daarna scheuren, en dan opnieuw planten in met mest verrijkte grond. Doe je dat niet, dan ben je de bergamot in een paar jaar kwijt.

Een plant voor het leven is de hosta. Niks scheuren en weer opnieuw planten; een pol hosta’s wordt ieder jaar groter en lang nadat de eigenaar is overleden, tieren de hosta’s nog vrolijk voort. Er zijn mensen die moeite hebben met het idee dat een plant hen overleeft, maar dat is niet nodig. Je bent ook niet jaloers op een schildpad van 200 jaar oud. Ik tenminste niet. Dreigt een tuin je boven het hoofd te groeien, kies dan voor langlevende planten die weinig onderhoud vergen.

hosta

Bodembedekkers en bollen

Een andere manier om het onderhoud terug te brengen, is het planten van bodembedekkers. Planten als lievevrouwebedstro, maagdenpalm en lelietje-van-dalen bedekken in snel tempo vele vierkante meters, een oppervlak waar dan niet meer gewied hoeft te worden. Die arbeidsbesparing geldt alleen als de grond bij het planten van de bodembedekkers vrij was van hardnekkige onkruiden, zoals kweekgras en zevenblad. Grote oppervlakken die met bodembedekkers zijn ingeplant, zijn niet bepaald enerverend om naar te kijken, maar daaraan valt een mouw te passen. Er zijn genoeg sterke planten die dwars door een bodembedekker heen kunnen groeien. In het voorjaar zijn dat betrouwbare bolgewassen als narcissen en boshyacinten; later in het seizoen breken varens, pioenrozen, tuingeraniums en asters met het grootste gemak door bodem­bedekkers heen.

Eigentijdse heestertuin
Hoe je het ook wendt of keert, vaste ­planten blijven bewerkelijk. Het minste werk heb je aan heesters. Heesterborders zie je niet vaak meer; je associeert ze met pastorietuinen van vijftig jaar geleden. Toch is het goed mogelijk om de heestertuin een eigentijds tintje te geven. Je zou een derde deel van de tuin kunnen bestraten en de rest kunnen invullen met bodem­bedekkende rododendrons, jeneverbessen, viburnums en andere platgroeiende struiken. De heesters kunnen worden afgewisseld met bodembedekkers, en tussen de bodembedekkers kun je vroege bolgewassen planten zoals sneeuwklokjes, sterhyacinten en sneeuwroem. Later in het seizoen zijn lelies (vooral Lilium ‘Martagon’), hondstand en camassia sterke bolgewassen.

In iedere tuin is het van belang om een goede mix te hebben van groenblijvende én blad­verliezende struiken, want het is niet de bedoeling dat de tuin na de eerste nachtvorst volkomen kaal is. Alle coniferen en veel rododendrons zijn groenblijvend, maar ook hulst en laurierkers stofferen de wintertuin en zorgen ervoor dat vogels als het vriest een beschutte slaapplaats kunnen vinden. Er zijn zelfs groenblijvende heesters die ’s winters bloeien, zoals Mahonia ‘Wintersun’, met karakteristiek geveerd blad en grote trossen zwavelgele bloemen. De arbeidsluwe tuin hoeft beslist niet saai te zijn.

roze