Lange avonden met een uitbundige bloei van rozen en vaste planten. En ondertussen groeit alles als kool. Het eerste fruit is rijp en na het snoeien zie je meteen nieuwe scheuten groeien.
10 tuinklusjes in juni
- Maai het gras elke week. Gebruik het maaisel als mulchlaag onder de rozen en rododendrons.
- Snoei rozen na de bloei terug tot op het eerste vijfblad onder de bloem.
- Bind de takken van leirozen horizontaal aan een trellis of hekwerk.
- Leg stro onder de aardbeien, zo blijven de vruchten schoon.
- Controleer het waterpeil van de vijver en vul het bij. Plant er water- en zuurstofplanten in.
- Pluk verse bloemen vroeg in de ochtend of laat in de avond. Neem een emmer water mee en houd ze hierin goed tijdens het vervoer. Laat de bloemen zich een nacht volzuigen en schik ze de volgende dag in de vaas.
- Knip de toppen uit kruidenplanten als basilicum, munt en dille, en verwerk ze in de keuken. Als reactie vertakt de plant, wordt bossig en maakt nog meer scheuten.
- Draai de hoofdtak van de tomaat om een verticale draad of spiraal en verwijder de scheuten in de bladoksel. Knip de top uit de plant zodra er drie à vier trossen zijn gevormd. Een kasplant kan wel vijf tot zes trossen dragen.
- De zaailingen van suikermaïs mogen naar buiten. Plant ze in blokken, niet op een rij, om de windbestuiving te vergroten.
- Knip gerafeld blad van voorjaarsbloeiers zoals helleborus en longkruid weg. Er groeit snel weer nieuw blad voor terug.
5x konijn-proof planten
Leuk, al dat leven in de tuin, maar het is wel jammer als de planten worden opgegeten. Voor dit vijftal halen konijnen hun neus op.
Monnikskap (Aconitum napellus). Vaste plant met dieppaarse bloemen. Alles aan de plant is giftig en dat weten de konijnen wel, maar kinderen niet. Voorzichtig dus!
Hoogte: 75-100 cm Bloei: juni-aug. Standplaats: zon, halfschaduw.
Kattensnor (Cleome hassleriana). Op de kleverige stengel van deze eenjarige zitten ook nog eens stekels. Knip steeds de uitgebloeide snorren weg voor een bloei tot de eerste vorst.
Hoogte: 100-125 cm. Bloei: juli-okt. Standplaats: zon.
Mexicaantje (Ageratum houstonianum). De hoge soorten van deze eenjarige zijn ideale snijbloemen. Bloeit in zachtlila. De lage zag je vroeger vaak bij borders en in potten. Hoogte:
10-75 cm. Bloei: juni-aug. Standplaats: zon, halfschaduw.
Vlinderstruik (Buddleja davidii). Geurt en bloeit lang in paars/lila, dieproze of wittinten. Produceert veel bloemen; blijf de uitgebloeide pluimen wegknippen.
Hoogte: tot 3 m. Bloei: juli-sept. Standplaats: zon.
Kogeldistel (Echinops ritro). Stekelig blad, dat schrikt af. De paarsblauwe bloemen van deze vaste plant trekken nu de aandacht van vlinders en in de winter van vogels.
Hoogte: 100-130 cm. Bloei: juli-sept. Standplaats: zon.
Op je munt gemunt
Munt kan plagen in alle kleuren krijgen. Controleer geregeld je muntplanten en grijp in zodra ze rood, wit of blauw (ver)kleuren.
- Rood: rode spikkels onder het blad is roest. Vervang de planten.
- Wit: lijkt het groene blad overdekt met een witte waas? Dat is meeldauw. Knip het aangetaste blad weg.
- Blauw: blauwglanzende kevertjes in de muntplanten? Vang ze voordat ze de hele plant kaal eten. Let op: ze laten zich op de grond vallen en zijn dan lastig te vangen.
Tip voor meer vruchten
Buig jonge takken van appelbomen naar beneden en hang een gewicht aan de takken. De horizontaal groeiende takken stoppen met de lengtegroei; planthormonen zorgen ervoor dat de boom meer bloemknoppen – en dus ook vruchten – aanmaakt voor het volgende jaar.
Laag voor laag
Rozen en ander tuinafval vormen een prima basis voor een composthoop. Start met een laagje takken, zodat de wind erdoorheen kan trekken. Wissel hierna lagen groen, stikstofrijk afval (gemaaid gras, keukenafval, theezakjes, koffiedik, onkruid) af met bruin koolstofrijk afval (klein geknipte takken, strooisel met mest uit het konijnen- of caviahok, eierschalen, gedroogd blad, zaagsel, karton). Geregeld een hand kalk en een scheut water erbij doen versnelt het proces.
Krachtpatsers
Vaste planten in boerentuinen moesten sterk zijn, weinig onderhoud vragen en lang in de vaas blijven staan. De margriet heeft het allemaal en is een vertrouwde boerentuinplant, eindeloos bloeiend in de zon. De ideale snijbloem, en hoe meer je plukt, hoe langer de bloei doorgaat. Maak een plukborder met andere vaste planten erbij, zoals duizendknoop, vlambloem en siergrassen.
Ook de lupine gaat al jaren mee. En terecht! Van mei tot augustus vormen de van onder naar boven bloeiende aren vrolijke fakkels in de tuin. Knip meteen na de bloei de uitgebloeide aren weg en wacht op de volgende bloem. Ondergronds werken de wortels voor je. Ze binden stikstof uit de lucht aan wortelknolletjes, het volgende jaar gebruiken ze deze stikstof om te groeien.
Verstoten
Opeens ligt de grond onder de perenboom bezaaid met kleine peren: de junival is een begrip bij fruitbomen. De boom stoot het teveel aan fruit af. Zo krijgt de rest van het fruit voldoende voeding, vocht en licht om te rijpen. De afvallers mogen door naar de composthoop.
De schaar erin!
Rond de langste dag maken veel planten een tweede groeischeut. Een jonge heg wordt dichter als je hem vóór de langste dag snoeit: de nieuwe scheuten overgroeien de snoeiwonden en dat zorgt voor een dichte haag. Wapper voordat je begint even met je armen om te checken of er vogels in nestelen. Als dat zo is, wacht dan tot het jonge grut is uitgevlogen. Stel de snoeibeurt eventueel uit tot begin juli als de groei eruit is.