Romke van de Kaa onthult deze maand de geheimen van verticaal tuinieren. Met al die tuingevels tegenwoordig geen overbodige luxe.
Wie indertijd het eerst op het idee kwam, is nooit gedocumenteerd, maar plotseling was het een rage in de jaren zeventig van de vorige eeuw: het lichten van trottoirtegels om een bruidssluier tegen de voorgevel van het huis te planten. Ik ben nog van die generatie waarbij dat tegels lichten iets van een geuzendaad had. Want het mocht niet. Wie een stoeptegel verwijderde, werd prompt bezocht door een politieagent en gesommeerd om de veroorzaakte schade onmiddellijk te repareren. Bij in gebreke blijven volgde een boete van de kantonrechter.
Nu, veertig jaar later, lees ik met verbazing een brochure van de gemeente Amsterdam waarin de burger wordt aangeraden om toch vooral subsidie voor de aanleg van zijn geveltuintje aan te vragen. Kan het Hollandser: het geveltuintje – eerst verboden en nu niet alleen gedoogd, maar zelfs legaal en gesubsidieerd. Van een stiekem gelichte tegel is het verschijnsel uitgegroeid tot een geaccepteerd tuingenre: naast de rotstuin, de moestuin en de siertuin hebben we nu ook de geveltuin. Wat een aanwinst! Kom bij mij niet aan met het verhaal dat vroeger alles beter was. In sommige Vinex-wijken is de gemeente kennelijk bevreesd voor ongebreideld gebreek in het plaveisel. Dus is men zo slim geweest om de burger met tuinkriebels vóór te zijn door de stadswoningen compleet met geveltuintje op te leveren. De bewoners krijgen er nog net geen bloembollenpakket bij cadeau.
Misschien is het voor nieuwbouwwijken een idee als de gemeente bij ieder geveltuintje ook een elektronische huisdierenverjaaginstallatie levert. Tegen katten worden soms fietsspaken rechtop in de grond gestoken of in chloor gedrenkte lappen ingegraven. Ook de supersoaker, zo’n buitenmaats waterpistool voor kinderen, wil nog weleens helpen. Maar misschien spreekt het u niet aan om voortdurend met een waterpistool in de aanslag rond te lopen. Tegen honden wordt vaak een spuitbus met eucalyptusolie in stelling gebracht, maar ook camerabewaking doet wonderen. Welk baasje ziet zich immers graag publiekelijk te schande gezet? En weer ligt hier een taak voor het stadsbestuur. Want wie zo graag dichter bij de burger wil opereren, moet beginnen met de zorgen van de burgers te delen.
Nu, veertig jaar later, lees ik met verbazing een brochure van de gemeente Amsterdam waarin de burger wordt aangeraden om toch vooral subsidie voor de aanleg van zijn geveltuintje aan te vragen. Kan het Hollandser: het geveltuintje – eerst verboden en nu niet alleen gedoogd, maar zelfs legaal en gesubsidieerd. Van een stiekem gelichte tegel is het verschijnsel uitgegroeid tot een geaccepteerd tuingenre: naast de rotstuin, de moestuin en de siertuin hebben we nu ook de geveltuin. Wat een aanwinst! Kom bij mij niet aan met het verhaal dat vroeger alles beter was. In sommige Vinex-wijken is de gemeente kennelijk bevreesd voor ongebreideld gebreek in het plaveisel. Dus is men zo slim geweest om de burger met tuinkriebels vóór te zijn door de stadswoningen compleet met geveltuintje op te leveren. De bewoners krijgen er nog net geen bloembollenpakket bij cadeau.
Huisdierenverjaaginstallatie
De geveltuin heeft zo zijn specifieke voor- en nadelen. Om te beginnen valt het helemaal niet mee op of aan de openbare weg te tuinieren. Een groot probleem vormen de honden van asociale wijkbewoners die de pas geplante geurende klimroos als pispaal gebruiken. En alsof dat nog niet genoeg is, heb je ook nog de stadskat die de geveltuin als kattenbak beschouwt.Misschien is het voor nieuwbouwwijken een idee als de gemeente bij ieder geveltuintje ook een elektronische huisdierenverjaaginstallatie levert. Tegen katten worden soms fietsspaken rechtop in de grond gestoken of in chloor gedrenkte lappen ingegraven. Ook de supersoaker, zo’n buitenmaats waterpistool voor kinderen, wil nog weleens helpen. Maar misschien spreekt het u niet aan om voortdurend met een waterpistool in de aanslag rond te lopen. Tegen honden wordt vaak een spuitbus met eucalyptusolie in stelling gebracht, maar ook camerabewaking doet wonderen. Welk baasje ziet zich immers graag publiekelijk te schande gezet? En weer ligt hier een taak voor het stadsbestuur. Want wie zo graag dichter bij de burger wil opereren, moet beginnen met de zorgen van de burgers te delen.