Zuiderse sfeermakers

1. Blauw madeliefje: Felicia amelloides

Een bescheiden, amper 40 cm hoog, maar rijkbloeiend potplantje, ideaal voor decoratie van tuintafel en vensterbank. Heeft een hemelsblauwe stralenkrans rond een zonnig geel hartje. De bloei houdt gemakkelijk aan tot september. Geplant in een kleine pot: dagelijks water geven. Het plantje is niet winterhard, maar laat zich wel overhouden in een serre of andere vorstvrije plaats.

2. Lavendel: Lavandula angustifolia

Aangenaam bloeiende en vooral ook geurende plant. Voornamelijk in relatie gebracht met de Provence. Bestaat in alle mogelijke blauwtinten, maar ook in wit. Deze plant gedraagt zich bij ons goed winterhard. Een aantal kruisingen zoals bv. kuiflavendel is wel vorstgevoelig! Bloeit van juni tot vaak zelfs in september. Staat graag zonnig en wil een goed gedraineerde, zelfs kalkrijke grond. Wordt best na de bloei teruggesneden om compacte planten te behouden.

3. Paradijsvogelbloem: Strelitzia reginae

Groeit met grote bananenplantachtige bladeren, maar verrast en bekoort vooral door zijn kleurige bloemen, die zich best laten omschrijven als ‘koppen’ van paradijsvogels. Van daar natuurlijk ook de naam. De plant kan 1 tot 2 meter hoog worden, waarbij de bloemen steeds vrij boven de bladeren uitsteken en dat van februari tot augustus. In de groeiperiode matig gieten en bemesten. Absoluut voorkomen dat water in de pot of kuip of zelfs onderschotel blijft staan. Op een lichte en koele plaats overwinteren. Erg weinig, maar toch af en toe gieten.

4. Acnistus australis

Vrij nieuw op de markt, eventueel ook nog onder de naam Iochroma australe. Kan zowel in volle grond als pot. Groeit uit tot een frisgroen struikje van iets meer dan een meter hoog, dat in de ganse zomer bloeit met hangende lila trompetjes. Staat bij voorkeur in halfschaduw en beschut tegen wind. Tot einde augustus rijkelijk bemesten! Vanaf dan laten uitbloeien en afharden, om koel te overwinteren. Jonge planten hebben het wel eens moeilijk om in bloei te komen, koop dus steeds een al stevig exemplaar met houtige twijgen en voldoende tweejarig hout.

5. Vijgenboom: Ficus carica

Vooral bekoorlijk door de grote - veelal handvormige - bladeren maar natuurlijk ook door de mogelijke oogst. Vraagt vooral een lichte, maar daarom niet echt zonnige standplaats tot de bladeren volledig ontwikkeld zijn. Tijdens de groei rijkelijk gieten en tot augustus bemesten. De echte vijg verdraagt slechts enkele graden vorst. Overwinteren op een lichte standplaats, bij max. 2 tot 8° Niet te vaak verpotten. Een vijg wil ‘eng staan’, daarom in de tuin eventueel ook regelmatig wortelsnoei toepassen om de plant te prikkelen tot bloei en vruchtzetting.

6. Bougainvillea

Komt uit Zuid-Amerika. De bloemen zijn eigenlijke minuscule bloempjes voorzien van een gekleurd schutblad, de plant kan tot 3 meter hoog worden. Bloeit alleen rijkelijk tijdens een warme, zonovergoten zomer. Houdt niet van wind. Tijdens de groei rijkelijk gieten, goede drainage nodig.

7. Boomtomaat: Cyphomandra betacea

Gaat ook door het leven als tamarillo. Bloemen verschijnen in zomer en nazomer, maar zijn eerder bescheiden. Valt vooral op met tot 10 cm grote felrode, soms ook oranje of gele vruchten. De vruchten worden pas het jaar nadien gevormd en zijn eetbaar. Oogsten kan vanaf het late najaar, op het ogenblik dat de plant – vorstgevoelig als ze is – naar haar winterberging moet verhuizen. De plant laat zich gemakkelijk uit zaad opkweken.

8. Olijfboom: Olea europaea

Zilvergrijze bladeren, bladhoudend in de winter. Tegenwoordig vaak als volwassen – soms eeuwenoude – plant ingevoerd uit mediterrane landen. Geeft bij ons maar zelden spontaan vruchten. Als vruchtzetting gebeurt, rijpen de olijven slechts moeizaam af tegen het najaar. Staat graag in volle zon. In het groeiseizoen graag gelijkmatig vochtig houden. Snoeien kan altijd en zonder speciale aandachtsregels.

9. Citrusbom

Alle mogelijke sinaasappel- en citroenboompjes kunnen onder één naam gevat worden: citrus. Ze zijn allemaal wintergroen en hebben lederachtige  bladeren. Heel wat soorten hebben doornen. Ze bloeien bijna het ganse jaar door met aangenaam geurende witte bloemen. Vaak worden vruchten gevormd, maar echt rijpen doen ze alleen indien een warme, zonnige plek wordt gegeven aan de plant.

Citrus staat liever wat droger dan te nat! Zeker voorkomen dat water in de pot of onderschotel blijft staan, maar anderzijds de kluit ook nooit helemaal laten uitdrogen. Regelmatig snoeien om een compact boompje te houden. Citrus heeft meerdere groeischeuten en groeiperiodes per jaar. Licht en luchtig overwinteren bij 4 tot 8°.