Veel vrouwen hebben bekkenbodemklachten. Hoewel deze bijna nooit gevaarlijk zijn, is de invloed op je sociale leven groot. Door verzwakte bekkenbodemspieren ontstaan namelijk vaak klachten als urineverlies, blaasontsteking, problemen met de stoelgang en pijn bij het vrijen. 'Streepjes plassen' was vroeger hèt advies om je bekkenbodemspieren te trainen. Tegenwoordig wordt dit juist afgeraden. Waarom?
In het bekken liggen de blaas, plasbuis, baarmoeder, vagina en endeldarm. De bekkenbodem is spier- en bindweefsel, die de organen op z’n plaats houdt en ondersteunt. Als die spier te strak is aangespannen of juist te slap, kunnen er problemen ontstaan. Vaak ontstaan die problemen door beschadigingen door bijvoorbeeld een bevalling, zwaar lichamelijk werk of jarenlang verkeerd plasgedrag. Ook leeftijd is een belangrijke factor. Vanaf de overgang kunnen bekkenbodemklachten verergeren.
Een verzwakte of juist te gespannen bekkenbodem kan de volgende problemen geven:
- Urineverlies
- Overactieve blaas
- Pijn bij het plassen
- Terugkerende blaasontsteking
- Vaginale verzakking
- Pijn bij het vrijen
Al deze problemen kunnen met de bekkenbodem te maken hebben. En omdat de organen die op de bekkenbodemspier rusten dicht bij elkaar liggen, komt het niet zelden voor dat iemand een combinatie van klachten heeft. Iemand die bijvoorbeeld pijn bij het vrijen heeft, heeft vaak ook last van verstopping. En 75 procent van de vrouwen die problemen hebben met de stoelgang hebben ook last van urineverlies. De klachten leggen druk op je relatie en zorgen er soms voor dat vrouwen zich een beetje uit het sociale leven ontrekken. Bijvoorbeeld omdat ze denken dat iedereen hun urineverlies kan ruiken.
Drie redenen waarom 'streepjes plassen' slecht is
Gelukkig zijn de meeste bekkenbodemklachten goed te behandelen. Dat betekent niet altijd dat ze helemaal verdwijnen, maar wel dat ze flink verminderen. De methodes variëren van medicijnen tot operatieve ingrepen en psychotherapie. Maar behandeling - of het voorkomen van problemen - begint altijd met het trainen van je bekkenbodemspieren.
Het zogenoemde 'streepjes plassen' of 'stippeltjes plassen' was jarenlang hèt advies om je bekkenbodemspieren te trainen. Tijdens het plassen stop je steeds even je plasstraal, waardoor je streepjes - of stippeltjes - plast, om je bekkenbodemspieren aan te spannen. Hiermee train je dan je bekkenbodemspieren. Er zijn echter drie belangrijke redenen waarom streepjes plassen tegenwoordig wordt afgeraden:
- De kracht van de plasstraal is nodig om de plasbuis goed schoon te spoelen.
- Uit onderzoek blijkt dat als je de urinestraal onderbreekt dat er dan urine terugstroomt naar de blaas. Deze urine bevat bacteriën uit de plasbuis. Dit vergroot de kans op een blaasontsteking.
- Het aanspannen van de bekkenbodemspier tijdens het plassen remt de plasreflex waardoor de blaas te vroeg stopt met legen. Er blijft dan urine achter in de blaas, wat de kans op blaasontsteking en urineweginfecties vergroot.
Drie oefeningen om je bekkenbodem wel op de juiste manier te trainen
Oefening 1
Ga op je rug liggen, je knieën opgetrokken en je handen losjes langs je lichaam. Adem langzaam in tot je buik opbolt. Trek dan tijdens de uitademing je bekkenbodem op vanaf het stuitje, alsof je de rits van een strakke broek dichttrekt. Trek je stuit niet zo ver op dat hij van de grond komt. Houd je bekkenbodem aangespannen gedurende de volgene drie ademhalingen, en laat dan de spanning langzaam los. Herhaal deze oefening tien keer.
Oefening 2
Neem de rugligging aan, je knieën opgetrokken en je handen losjes op je buik. Trek de bekkenbodem stevig op, maar kom niet met de stuit omhoog. Houd de spanning vast, terwijl je voorzichtig de knie iets optilt, daarna weer de voet terugzetten en dan pas je bekkenbodem loslaten. Bij deze oefening leer je de bekkenbodem ook te blijven aanspannen als de benen een 'opdracht' krijgen.
Oefening 3
Neem een kruiphouding aan: op handen en knieën, je heupen zijn precies boven je knieën. Trek de bekkenbodem stevig op, concentreer je op de plaats waar je dit voelt. Ga dan voorzichtig met je billen naar achteren. Voel of de bekkenbodem nog steeds aangespannen blijft. Mogelijk zal ergens onderweg naar de hurkzit, de bekkenbodem los komen. Ga dan terug naar de uitgangspositie en doe de oefening opnieuw.
Als bekkenbodemtraining niet genoeg is
Als het zelf doen van bekkenbodemoefeningen niet genoeg is, vraag dan bij de huisarts een doorverwijzing naar een gespecialiseerde bekkenfysiotherapeut. Hij of zij kan je leren om je bekkenbodemspieren goed te gebruiken. Helpt dit nog niet voldoende? Voor verder onderzoek kun je terecht bij een medisch specialist, zoals gynaecoloog of uroloog.
- UMC Utrecht
- Bekkenbodemzorgcentrum
- Bergman Clinics
- Margriet