Een bank hoeft de schade door WhatsApp-fraude niet te vergoeden als de oplichter het geld al heeft opgenomen voordat de bank van de fraude op de hoogte is gesteld. Het slachtoffer dat het geld zelf overboekte, draait op voor de schade.
Dat blijkt uit een niet-bindende uitspraak van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het Kifid. In deze zaak werd een man gebeld door zijn dochter. Zijn schoondochter had haar een WhatsApp gestuurd waarin zij vroeg die dag nog ruim duizend euro over te boeken. De man heeft nog wel geprobeerd zijn schoondochter te spreken, maar wegens vakantie kon hij haar niet bereiken. Hij heeft het geld overgemaakt en in korte tijd werd het geld van de rekening opgenomen.
Later die avond ontdekte de man dat hij het slachtoffer was van een oplichter. Hij belde direct de bank om de fraude te melden en een dag later deed hij aangifte bij de politie. De man vond dat de ING-bank onzorgvuldig had gehandeld en eiste dat de bank de schade zou vergoeden.
Niet-toegestaan
De Geschillencommissie stelt dat schade bij een niet-toegestane betaling in principe voor rekening van de bank is. In dit geval heeft de man het geld zelf overgemaakt, zodat er geen sprake is van een niet-toegestane betaling. De bank is dus niet aansprakelijk. De bank kon de transactie ook niet meer terugdraaien omdat het geld al van de rekening was opgenomen. De bank hoeft de schade daarom niet te vergoeden.
- De Geschillencommissie
- Kifid
