Virtual Reality-brillen worden voornamelijk gebruikt voor het kijken van films en het spelen van games, maar deze bril kan meer. Het Erasmus MC test de VR-bril bij behandeling van patiënten, zo lieten verschillende artsen zien tijdens de Immersive Tech Week in Rotterdam.
Een VR-bril staat als een privé minibioscoop op je neus. Met de afgesloten ‘doos’ op je neus kun je nergens heen kijken, behalve naar het beeldscherm voor je ogen. Bij het zien van een video is dat al intens, maar het kan nog echter lijken als de beelden meeveranderen als je bijvoorbeeld je hoofd draait. Het lijkt daardoor of je echt ergens anders bent. Je waant je op de rand van een steile bergklif en kunt recht naar beneden kijken naar het dal, maar ook omhoog naar de bergtop of opzij naar de klimmers naast je. Van die focus wordt steeds meer gebruik gemaakt in de gezondheidszorg.
Angst voor spinnen
De bril wordt al gebruikt door psychologen. Mensen met een posttraumatisch stressstoornis (PTSS) kunnen zich met de bril weer in de omgeving wanen waar het trauma plaats vond. Ze kunnen zo beter leren omgaan met opspelende gevoelens. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij militairen die met de bril terug kunnen keren naar een oorlogsgebied. Ook bij een fobie, zoals angst voor spinnen of voor hoogtes, kun je met bril ‘veilig’ oefenen en je angstgevoelens uitdagen.
Post IC Syndroom
In het Erasmus MC gebruikt promovendus Hans Vlake de VR-bril bij mensen die last houden van klachten na een behandeling op de intensive care. Denk aan lichamelijke klachten maar ook angst en depressie (het Post-IC Syndroom, ook wel PICS). Daarvoor is in een digitale omgeving een IC nagebouwd, waar mensen virtueel terug kunnen keren naar hun tijd op de IC. Vlake doet nu een onderzoek bij 300 patiënten om te kijken of een behandeling met de VR-bril zorgt voor betere verwerking van de IC-opname en minder klachten naderhand.
Minder pijn na ingreep
Lonneke Staals is hoofd van de afdeling kinderanesthesiologie van het Erasmus MC Sophia kinderziekenhuis. Zij test de VR-bril bij kinderen die een pijnlijke of nare ingreep krijgen. Haar metingen laten zien dat het een succes is. De kinderen hebben minder angst voor de operatie en naderhand de helft minder pijnstillers nodig, als ze de VR-bril op hadden.
Wat bij kinderen werkt, zou bij volwassenen ook kunnen werken. In het Leids UMC wordt bijvoorbeeld geëxperimenteerd met de VR-bril bij de voorbereiding van een hartkatheterisatie.
Operaties bij longkanker
Tenslotte zetten de artsen de VR-bril zelf ook op hun neus. Dat gebeurt bijvoorbeeld met de Pulmo-VR bij longkankeroperaties. De arts ziet in de VR-bril de longen die hij gaat opereren. Hij kan met de VR-bril echt door de long heen navigeren en de tumor met kleuren goed in beeld brengen. Dat geeft een veel beter beeld dan de ‘platte’ beelden die hij normaal ziet. Hij kan de operatie zo beter oefenen. En dat loont. Uit onderzoek blijkt dat de operaties hiermee beter gaan dan op de oude manier, er kan vaker worden gekozen voor een longsparende operatie.
Nog geen dagelijkse praktijk
Al deze mooie ontwikkelingen ten spijt, zijn de VR-brillen en andere vormen van ‘augmented reality’ nog geen dagelijkse praktijk voor de meeste artsen en andere zorgverleners. Het staat nog in geen enkele richtlijn, ook al is dat wel een wens van de artsen van het Erasmus MC die deze positieve ervaringen hebben opgedaan.
Met deze onderzoeksresultaten kun je zelf ook proberen of de VR-bril iets voor je kan betekenen. Bijvoorbeeld bij een vervelende ingreep, zoals het aanleggen van een infuus. Je kunt voordelige VR-bril-hoezen of -dozen kopen, waarbij je je mobiele telefoon in de 'bril' schuift. Vervolgens kun je op Youtube zoeken op 'vr-video' of 'VR180 of 360 video's en testen of het helpt.