Ook oplichters, inbrekers en fraudeurs gaan met hun tijd mee. Herken de nieuwste én de meest geslepen trucs.
Fraude #1: de pinpas-wisselaar
‘Oh kijk, u laat iets vallen!’
Niet alleen thuis, ook op straat slaan babbelaars toe. Bijvoorbeeld bij een parkeerautomaat. De oplichters verzinnen een smoes om aan je pinpas te komen. Ze gooien bijvoorbeeld iets op de grond en vragen of het van jou is. Of ze zeggen dat hun pinpas niet werkt, met de vraag of jij wél kunt pinnen. Terwijl jouw pinpas in de automaat zit, wordt die door een handlanger vlot verwisseld met een lege bankpas, en hebben zij jouw pas in handen. Sommige straatoplichters nemen ook genoegen met kleine bedragen. Dan vragen ze bijvoorbeeld aan voorbijgangers of ze geld kunnen lenen voor een treinkaartje, omdat hun auto zogenaamd kapot is. Ze beloven hierbij het geld terug te betalen. Vaak proberen ze mensen te overtuigen door hun gegevens achter te laten. Uiteraard kloppen die gegevens niet, en de lening wordt zo een ‘gift’.
Fraude #2: De pincode-afkijker
‘Let maar niet op mij, ik sta hier gewoon’
Moderne zakkenrollers maken niet alleen de portemonnee buit, maar ook pincodes. Dat doen ze bijvoorbeeld door dicht op het slachtoffer te gaan staan en de pincode af te kijken bij een pinapparaat in de supermarkt of op straat. Dat afkijken kan ook via een spiegel aan het plafond waarmee de caissière in kan zien of iemand een bierkratje steelt. Hierna hebben ze alleen nog de pinpas nodig.
De fraudeur werkt daarvoor vaak samen met een handlanger. Terwijl de een een praatje aanknoopt met het slachtoffer, maakt de ander de portemonnee afhandig. Nu hebben ze zowel de pincode als de pinpas en kunnen ze de rekening leegtrekken.
Fraude #3: de uitgebuite bedelaar
‘Eine Euro bitte’
Geregeld verschijnen ineens grote groepen bedelaars uit Oost-Europa in onze steden. Vaak herken je ze aan bordjes met teksten in een andere taal dan de Nederlandse. Ook zijn ze soms opdringerig. Het gaat vaak om mensen die zelf uitgebuit worden door maffia-achtige organisaties, die hen dwingen om te bedelen.
Aan het begin van de dag worden de bedelaars in busjes door de stad verspreid, aan het eind van de dag wordt iedereen weer opgehaald. Het geld dat ze bij elkaar hebben gebedeld, wordt door de criminele organisatie ingenomen. Geld geven aan deze mensen wordt sterk afgeraden omdat je daarmee een crimineel netwerk in stand houdt.
Fraude #4: de vriendelijke straatrover
‘Pardon, weet u hier misschien de weg?’
Zelfs straatrovers doen zich soms bijzonder vriendelijk voor. Ze vragen bijvoorbeeld de weg, het slachtoffer geeft antwoord, en de dader geeft als dank een innige omhelzing. Ineens rukt hij of zij de ketting of tas van het slachtoffer af en maakt zich uit de voeten. Straatrovers werken zeker niet altijd alleen. Ook dit gebeurt vaak met een handlanger en soms zelfs met een hele groep.
Dit kun je ertegen doen
‘Vertrouw op je onderbuikgevoel’
Sybren van der Velden, landelijk projectleider Senioren & Veiligheid van de nationale politie: “Als je wordt aangesproken op straat, heb je soms een onderbuikgevoel dat het niet pluis is. Vertrouw op dat eerste gevoel. Ga je toch in het gesprek mee, dan kan een truc zó goed zijn dat je erin trapt. Daarom is het belangrijk om dat onderbuikgevoel te volgen. Dit betekent niet dat je niemand meer kunt helpen.
Bijvoorbeeld in de supermarkt om een pak melk te pakken dat net te hoog staat. Maar het is wel belangrijk om zicht te houden op je spullen, zeker op drukke plekken. Zakkenrollers zijn hier namelijk het meest actief. Vraag mensen om afstand te houden als je gaat pinnen en scherm je pincode goed af.
Contactloos betalen kan hierbij helpen, want dan hoef je geen pincode te gebruiken. De impact van oplichting is groot en we zien dat slachtoffers zich er ook voor schamen. Die schaamte is écht niet nodig. Want het kan iedereen overkomen.”
