Tot op hoge leeftijd hebben mensen net zoveel vitamines en mineralen nodig als een jongvolwassene. En van twee vitamines zelfs nog wat extra.
Vitamines en mineralen
Vitamine D
De Gezondheidsraad adviseert alle ouderen dagelijks extra vitamine D te nemen. Voor vrouwen geldt dat al vanaf 50 jaar, voor mannen vanaf 70 jaar. Bij het ouder worden kan de huid namelijk minder vitamine D uit zonlicht vormen en dan is extra slikken noodzakelijk. Vitamine D zorgt er onder meer voor dat calcium in de bot- ten wordt opgenomen en het is ook goed voor de spierkracht. Het advies van de Gezondheidsraad wordt helaas nog slecht opgevolgd. Slechts één op de vier 70-plussers slikt extra vitamine D. Uit onderzoek blijkt dat 40 procent van de vrouwen vanaf 50 jaar een tekort heeft. Onder mannen en vrouwen vanaf 65 jaar is dat 50 procent. Een van de eerste symptomen van een gebrek aan vitamine D is vaak spierzwakte. Iemand kan dan bijvoorbeeld moeilijk trap- lopen en opstaan uit een stoel.
Vitamine B12
Bij het ouder worden neemt het lichaam minder goed vitamine B12 op uit voeding. In Amerika wordt het standaard voorgeschreven aan ouderen. In Nederland is het nog niet zover. Vitamine B12 komt voor in dierlijke producten, zoals vlees, vis, ei en zuivel. Wie veganistisch eet (dus geen dierlijke producten), heeft meer kans op een tekort. Dat kan uiteindelijk zelfs leiden tot zenuwstoornissen. Vitamine B12 is als supplement verkrijgbaar en zit meestal ook in een multivitamine.
Ook nog multivitamines?
Er zijn zoveel factoren die ervoor kunnen zorgen dat er een tekort aan vitamines en mineralen kan ontstaan bij degene voor wie u zorgt: medicijngebruik, verminderde eetlust, niet meer zelf koken, kauwproblemen, gebitsklachten, minder mobiel zijn... Neem het zekere voor het onzekere en geef dagelijks een multivitamine met van alle vitamines en mineralen de aanbevolen dosering (te herkennen aan 100% ADH op de verpakking). Check ook of er minstens 10 microgram vitamine D in zit – vanaf 70 jaar minstens 20 microgram. Vul eventueel aan met een los vitamine-D-supplement.
Voldoende drinken
Dorst is het teken dat het lichaam vocht nodig heeft. Het is eigenlijk een alarmsignaal, omdat dorst pas optreedt bij een vocht- tekort in het lichaam. Bij ouderen werkt dat systeem minder goed. Zonder dorstgevoel kan het gebeuren dat iemand vergeet te drinken. En dan ligt uitdroging op de loer. Zeker als er ook nog plaspillen worden ge- slikt, als het erg warm is (in de zomer of door de verwarming) of als iemand diarree heeft.
Uitdroging herkennen
Bij uitdroging gaat het lichaam heel zuinig om met vocht. Tekenen zijn onder meer: heel weinig plassen, een donker gekleurde urine, weinig zweten. De huid verslapt en blijft even ‘staan’ als een plooitje omhoog wordt getrokken. Ook sufheid en verwarring zijn signalen van uitdroging. Wees er echt alert op, want uitdroging is ernstig. Als het vocht niet wordt aangevuld, kan iemand uiteindelijk flauwvallen en zelfs in een shock of coma raken.
Wat kunt u zelf doen?
U kunt meestal niet de hele dag aanwezig zijn om dranken te verstrekken. Deze tips helpen wellicht voor een betere vochtvoorziening:
Vraag iedere bezoeker en thuishulp om iets te drinken te geven en erop toe te zien dat het ook wordt opgedronken.
- Zorg voor wat grotere kopjes en bekers in huis.
- Zet een glas water naast het bed en naast de favoriete leunstoel, eventueel met een rietje.
- Geef tussendoor extra vocht in de vorm van fruit en waterijs. Watermeloen en komkommer zitten boordevol water.
- Houd een dranklijst bij, waarop iedere bezoeker en hulpverlener alle genuttigde drankjes invult.
Wie loopt risico?
Vooral mensen met hartfalen en mensen die diuretica (plaspillen) gebruiken, moeten oppassen voor uitdroging. Net als personen met diabetes die niet goed zijn ingesteld en daardoor veel moeten plassen, en ook de mensen die verward zijn en daardoor vergeten te drinken. Tot slot: bij mensen die door diarree, koorts of braken veel extra vocht verliezen, is het zaak om heel alert te zijn, omdat binnen enkele dagen al uitdroging kan optreden.