Een christelijk kinderdagverblijf mag van zijn werknemers niet alleen eisen dat ze christen zijn maar ook dat ze meelevend lid van een kerk. Het kinderdagverblijf mag daarom een nieuw arbeidscontract weigeren aan een tijdelijke medewerker die geen kerk nodig heeft om te geloven.
Dit blijkt uit een uitspraak van het College van de Rechten van de Mens. Een vrouw was in 2010 als groepleidster bij een kinderdagverblijf begonnen, dat een christelijke identiteit nastreeft. Dit karakter is beschreven in een informatieboekje en staat ook op de website vermeld.
Zij kreeg in eerste instantie een tijdelijk contract, dat in 2011 met een jaar is verlengd. Tijdens de bespreking over een mogelijke nieuwe verlenging kwam aan de orde dat de vrouw geen meelevend lid was van een christelijke kerk, hoewel dat wel een functie-eis was.
Het kinderdagverblijf wilde de vrouw de kans geven een andere baan te vinden en heeft daarom nog eenmaal een verlenging van een jaar gekregen op voorwaarde dat ze een andere baan zou zoeken. Dat lukt niet, en na dat jaar kreeg de vrouw geen nieuw contract aangeboden.
Consistent
Het College van de Rechten van de Mens vindt dat het kinderdagverblijf in zijn recht staat. Instellingen op godsdienstige grondslag mogen eisen stellen, op voorwaarde dat ze echt nodig zijn voor het realiseren van die grondslag. Ook moeten de eisen consequent en consistent zijn toegepast. Dat is hier het geval. De vrouw was namelijk, vooraf op de hoogte van de eis van meelevend kerklidmaatschap en die eis wordt ook aan andere groepleidsters gesteld.
Ook vindt het College het niet onredelijk dat een christelijke organisatie een meelevend kerklidmaatschap noodzakelijk vindt om het christelijk geloof van de medewerkers te blijven voeden. Het kinderdagverblijf hoeft de vrouw dus geen nieuw contract aan te bieden.
Bron: mensenrechten.nl