Een bank hoeft de NAW-gegevens van een oplichter niet aan het slachtoffer te geven als het slachtoffer met een creditcard geld heeft overgemaakt.
Dat blijkt uit een bindende uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid. Een vrouw krijgt op een kledingverkoopplatform een bericht dat ze een item heeft verkocht. Het bericht lijkt van het platform zelf te komen. In het bericht staat dat er een verificatie moet plaatsvinden en de vrouw klikt op de link in het bericht. Ze komt terecht op een site die lijkt op de site van het kledingverkoopplatform. In werkelijkheid is het een nep site. Via die website heeft ze met haar creditcard vijfhonderd euro betaald aan een andere bank. De ING Bank heeft haar creditcard geblokkeerd en heeft geprobeerd het geld terug te halen. Dat is niet gelukt.
Twee maanden later dient de vrouw een klacht in bij de ING Bank. Ze had diverse keren om de NAW-gegevens van de oplichters gevraagd. De bank heeft daarop niet gereageerd en via de telefoon is haar verteld dat het tegen het beleid is. In een reactie op de klacht zegt de bank dat zij de NAW-gegevens alleen kan geven bij een rechtstreekse betaling van een Nederlandse bankrekening naar een andere Nederlandse bankrekening. Bij een creditcard-betaling kan dit niet.
Procedure
De vrouw stapt daarom naar het Kifid. Tijdens de procedure bij de Geschillencommissie ontvangt ING Bank de NAW-gegevens van de oplichter. De bank weigert deze aan de vrouw te geven. De Geschillencommissie kiest de kant van de bank. Er is voor deze gevallen namelijk een procedure, de zogeheten Procedure NAW-gegevens Begunstigde bij niet-bancaire Fraude (PNBF). Hierin staat dat bij oplichting het slachtoffer de NAW-gegevens kan opvragen als de betaling naar een Nederlandse bankrekening is gegaan. In dit geval is het geld via de creditcard naar een andere bank overgeboekt en niet naar een Nederlandse bankrekening. De Commissie concludeert dat er niet aan de voorwaarden is voldaan. De klacht is dus ongegrond en de bank hoeft de NAW-gegevens niet te geven.