Met de Nabestaandenwet (Anw) zorgt de overheid ervoor dat weduwen en weduwnaars met kinderen tot 18 jaar een basisinkomen hebben. Voorwaarden zijn er ook.
De basis voor de huidige Anw werd in 1959 gelegd: in dat jaar werd de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW) ingevoerd. In die tijd voorzag de wet alleen in een uitkering voor vrouwen van wie de man was overleden - met weduwnaars werd nog geen rekening gehouden. In 1996 werd de Algemene Nabestaandenwet (Anw) ingevoerd.
Belangrijkste voorwaarden Anw
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) verzorgt de uitkeringen in het kader van de Anw en controleert ook of de aanvrager aan de voorwaarden voldoet. Om recht te hebben op een Anw-uitkering, moet u kunnen aantonen dat uw partner in Nederland woonde of werkte én dat u nog niet de AOW-leeftijd hebt bereikt. Daarnaast zorgt u voor een kind jonger van 18 jaar óf bent u zelf minimaal 45% arbeidsongeschikt. De wet maakt geen onderscheid tussen gehuwden en samenwonenden.
Anw en overige inkomsten
De hoogte van de Anw-uitkering is afhankelijk van uw overige inkomsten. Wanneer u geen andere inkomsten heeft, heeft u in principe recht op de volledige nabestaandenuitkering. Zijn er wel andere inkomsten, dan bepaalt het soort inkomen of de SVB die geheel, gedeeltelijk of niet aftrekt van de nabestaandenuitkering Anw. Eventuele overige inkomsten hebben géén invloed op de hoogte van de wezenuitkering.
Scheiding en Anw
Ook als u inmiddels gescheiden bent van uw overleden partner, heeft u soms recht op een Anw-uitkering. U moet daarvoor zowel op de dag van de scheiding als op de dag van overlijden van uw partner hebben voldaan aan de voorwaarden van de Anw. Daarnaast moet u aantonen dat uw partner verplicht was u partneralimentatie te betalen. Of uw partner dat ook daadwerkelijk deed, doet niet ter zake. Deze regeling geldt zowel voor ex-gehuwden als voor ex-geregistreerd partners.
Geen recht op Anw
Soms voldoet iemand wel aan alle voorwaarden, maar is er toch geen recht op een Anw-uitkering. Dit gebeurt bijvoorbeeld als de partner binnen een jaar na samenwonen of huwelijk overlijdt aan een ziekte waaraan de partner al leed op het moment dat beiden gingen samenwonen of trouwen. Ook de partner die zijn man of vrouw heeft omgebracht of daaraan heeft meegeholpen, heeft geen recht op een Anw-uitkering. Dat geldt ook voor de partner die vanwege een ander delict in de gevangenis zit.
Hoe vraag ik Anw aan?
Als u en uw partner gehuwd waren, geeft uw gemeente het overlijden automatisch door aan de SVB. De SVB stuurt u dan een brief en een aanvraagformulier voor een nabestaandenuitkering. Waren u en uw partner samenwonend, dan kunt u de nabestaandenuitkering online aanvragen op de website van de SVB. U heeft daar wel uw DigiD bij nodig. Had de overledene geen partner, maar wel een kind jonger dan 21 jaar, dan stuurt de SVB een overzicht aan dit kind. Hij of zijn vertegenwoordiger kan aan de hand van dit overzicht bepalen of er recht is op een wezenuitkering.