Een opeethypotheek, die bedoeld is om de overwaarde in het huis te verzilveren, is geen onverantwoord grote lening. Een klacht van erfgenamen over de hoogte van de lening is dan ook niet terecht.
Dat blijkt uit een niet-bindende uitspraak van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het Kifid. Een ouder echtpaar, 71 en 72 jaar oud, koopt in 1995 een huis voor - omgerekend - 277 duizend euro. Ze lenen daarvoor geld bij de bank, zelfs iets meer dan de waarde van het huis. Enkele jaren later lenen ze ruim een half miljoen euro bij de Rabobank om de oude lening af te lossen en een auto te kopen. Weer enkele jaren later, in 2002 en ook in 2003, verhogen ze de lening. De laatste verhoging is uitsluitend gebaseerd op de waarde van het huis, niet op de hoogte van het inkomen.
Daarna is de lening nogmaals verhoogd totdat in 2009 het echtpaar de limiet bereikt en ze de lening niet verder kan verhogen. Het huis wordt daarop te koop gezet om de lening af te lossen. De verkoop lukt niet en in 2016 komt de vrouw te overlijden en een jaar later de man. Er blijft een schuld bij de bank achter van ruim een miljoen euro. De opbrengst van het huis en de grond zijn onvoldoende om die schuld te voldoen. De erfgenamen erven dus niets en zij stappen naar de Geschillencommissie.
Zorgplicht
De erfgenamen menen dat de bank tekort is geschoten in haar zorgplicht. De bank heeft te veel geld uitgeleend. Met alleen een AOW en een klein pensioen is het onmogelijk dat het echtpaar de lening ooit terug zou kunnen betalen. De Geschillencommissie is het daar niet mee eens. Het echtpaar heeft regelmatig de lening verhoogd en daarbij ook regelmatig het huis laten taxeren. Ze wisten dus dat de lening gebaseerd was op de waarde van het pand en dat de schuld dus moest worden afgelost door de verkoop van het pand. De bank heeft daarom niet onzorgvuldig gehandeld, zodat de klacht van de erfgenamen ongegrond is.