De woonplaats bepaalt voor een belangrijk deel de hoogte van de premie van de autoverzekering. Een Hagenaar betaalt gemiddeld 1607 euro per jaar voor de autoverzekering. Een inwoner van het Zeeuwse Noord-Beveland is per jaar gemiddeld 644 euro kwijt. Een verschil van bijna duizend euro.
Dat blijkt uit een onderzoek van Independer op basis van vergelijkingsdata. Met een uitzondering van Putten liggen de top tien van duurste gemeenten in de Randstad. Na Den Haag zijn de hoogste premies in Rotterdam (1579 euro) en Amsterdam ((1487 euro). Ook in Molenlanden, Schiedam, Vlaardingen, Utrecht, Ouder-Amstel en Renswoude zijn automobilisten duur uit. In Putten, de dure gemeente buiten de Randstad, kost een verzekering gemiddeld 1331 euro.
Goedkope gemeenten zijn behalve Noord-Beveland Opsterland (Friesland), Noordenveld (Drenthe), Ameland (Friesland), Borger-Odoorn (Drenthe), Rozendaal (Gelderland), Raalte (Overijssel), Achtkarspelen (Friesland), Veere (Zeeland) en Midden-Drenthe (Drenthe).
Provincie
Ook binnen een provincie kunnen er flinke verschillen zijn. Zo ligt de jaarpremie in de goedkoopste Zuid-Hollandse gemeente, Oegstgeest, met 821 euro dichter bij de premie in Noord-Beveland dan bij die in Den Haag. Ook in Noord-Holland is het contrast groot: een automobilist in Wijdemeren (812 euro) is aanzienlijk voordeliger uit dan een Amsterdammer (1487 euro). Opmerkelijk is dat beide gemeenten sinds kort aan elkaar grenzen. Ook in de provincie Utrecht zijn twee buurgemeenten de duurste en de goedkoopste: Utrecht (1327 euro) versus Bunnik (887 euro).