Auto: tweedehands of nieuw?

Glanzende lak, de carrosserie nog strak: één oogopslag maakt duidelijk waarom zoveel mensen bereid zijn fors te betalen voor een auto die vers uit de showroom komt. In 2006 werden maar liefst 483.999 auto’s voor het eerst op naam gezet. Daarbij gaat het niet om kleingeld. De nieuwbakken eigenaren waren bereid gemiddeld 24.610 af te rekenen. Maar waarom een maagdelijk rijijzer en niet een veel goedkopere tweedehands, zo eentje waar de kop net af is? Of koop je dan andermans ellende?

De aanschaf van een auto gebeurt zelden op louter rationele gronden. Het is bij uitstek een emo-aankoop. Wie zijn zinnen op nieuw heeft gezet, zal niet snel oud kopen. En wie het makkelijk kan betalen: waarom zou je ook? Het kost wat, maar dan heb je wel het nieuwste van het nieuwste. Je mag rekenen op zorgeloos rijplezier en ook de verbeterde veiligheid en zuinigheid zijn een absolute pré ten opzichte van een tweedehands.

Reparatiekosten vallen mee

Voor al die andere mensen is een tweedehands auto beslist het overwegen waard. Want met die reparatiekosten valt het best mee, zo blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond. 5.000 eigenaren, van zowel tweedehands als nieuw en van uiteenlopende typen en klassen, houden al jarenlang bij welke variabele kosten (o.a. brandstof en onderhoud) zij maken voor hun auto. De Consumentenbond onderzoekt daarnaast ook wat de vaste lasten zijn (o.a. afschrijving, verzekeringspremies, rente). Conclusie op grond van de gegevens uit 2006: goedkoop rijden doe je tweedehands.

Weliswaar nemen de onderhouds- en reparatiekosten toe met de jaren, maar de afschrijving op een occasion is veel lager. Besparingen lopen uiteen van 10 tot 30 procent, afhankelijk van het merk en het model. Een kleine middenklasser van 2,5 jaar oud waar je vervolgens 2,5 jaar in blijft rijden, kost gemiddeld 478 euro per maand. Nieuw gekocht kost diezelfde auto 669 euro per maand, een verschil van ruim 190 euro.

Het extra risico van panne bij een tweedehandsje valt erg mee. Volgens de Consumentenbond (cijfers 2006) krijgt een auto in de eerste 40.000 kilometer gemiddeld 5,2 mankementen. De volgende 40.000 kilometers stijgt dat aantal naar 7,1. Wie is bereid om voor dat iets kleinere risico zoveel euro’s extra te betalen?

Sommige auto verliezen nauwelijks waarde

Bij occasions kan de combinatie goed en goedkoop (lage aanschafprijs, lage variabele kosten en weinig uitgaven voor onderhoud en reparaties) zeker ook een nadeel hebben. Populaire types behouden hun waarde – je schrijft er minder op af – en zijn daardoor tweedehands relatief duur. Die hogere aanschafprijs zie je meestal weer terug als je de auto verkoopt; ook de derde eigenaar zal bereid zijn meer te betalen.

Een vergelijking van twee totaal verschillende auto’s maakt deze wisselwerking duidelijk.

Neem een Daihatsu Cuore 1.0 12V Osaka, nieuwprijs 7498 euro. Uit het onderzoek van de Consumentenbond blijkt dat de Cuore een van de goedkoopste én betrouwbaarste auto’s is om te rijden. Ga je op zoek naar een jonge Cuore Osaka, vanaf 2005, dan beginnen de prijzen bij 6000 euro. Vaak wordt echter aanzienlijk meer gevraagd. (hierover meer verderop in dit artikel). Doe er wat euro’s bij en je rijdt een gloednieuwe auto die ook nog eens de volle garantieperiode te gaan heeft.

De Citroën C5 1.8-16V Ligne Prestige is een heel ander verhaal. Een auto van dit model, bouwjaar 2003, werd onlangs in anwbAuto, de gratis autokrant van de ANWB, aangeprezen als een occasion die veel waar voor zijn geld biedt. Oorspronkelijke nieuwprijs 23.500 euro, nu te koop aangeboden voor 10.950.

Volgens anwbAuto krijg je voor dat geld een heel complete, comfortabele grote middenklasser. Minpunt: de maandelijkse afschrijvingen zijn hoog en de bijzondere veertechniek maakt van de C5 een dure auto om te onderhouden. Daarmee kan deze auto nog steeds een goede koop zijn ten opzichte van andere grote middenklassers, zeker nieuwe. Vind je comfort en ruimte daarentegen niet zo belangrijk, dan kun je beter iets goedkopers zoeken.

Extra's, opties, accessoires

Nog even terug naar de relatief dure tweedehands. Die hoge prijs kan ook te maken hebben met de uitvoering van de auto, de opties en accessoires die de eerste eigenaar uitgekozen heeft. Een standaard uitvoering van een eenvoudig uitgeruste auto, is mét airco, getint glas, elektrische ramen en centrale vergrendeling natuurlijk flink duurder.

Al deze extra’s – elke auto is anders uitgevoerd – maken het vergelijken bovendien erg lastig. Aan de koper de taak om uit het enorme aanbod en de vele variabelen een keuze te maken. Dat vergt heel wat speurwerk. Trek je er een zondagmiddag voor uit om te shoppen op websites voor tweedehands auto’s, dan word je vanzelf een expert in het vergelijken en op waarde schatten van het aanbod. Dat maakt het kiezen een stuk makkelijker. Leve internet!

Meer over occassions versus nieuw

Onbegrensde autohandel

De handel in gebruikte auto’s is in enkele jaren tijd sterk geïnternationaliseerd. Oost-Europeanen kopen onze oudere wagenpark, Nederlanders importeren nieuwe en dure tweedehandsen, met name uit Duitsland. In het eerste kwartaal van 2007 steeg de import van gebruikte auto’s met maar liefst 28%. Niet zo vreemd: Mercedes, BMW en Audi zijn in Duitsland veel goedkoper dan hier. Omdat het aanbod veel groter is, maar ook omdat de belasting (BPM) op auto’s bij onze buren veel lager is. Brancheorganisatie RAI Vereniging verwacht niet dat de export van ‘oud’ en de import van ‘nieuw’ grote gevolgen zal hebben voor de prijzen van tweedehands in Nederland. ‘Het gaat om oudere auto’s die bijna afgeschreven zijn en luxe wagens uit het topsegment. Dit heeft weinig invloed op de grote middengroep, waar de meeste mensen in rijden.’

Veiligheid: sterrenslag

Nieuwe auto’s hebben twee zwaarwegende argumenten in hun voordeel: betere veiligheid, zuiniger met brandstof en milieuvriendelijker. Met name de veiligheid is in korte tijd sterk verbeterd, blijkt uit tests van EuroNCAP. Waarschijnlijk juist vanwege die onafhankelijke beoordeling, want onveilige auto’s lusten de kopers niet. Hoe meer sterren, hoe beter. Oók voor de fabrikant. Safety sells. Vijf sterren, vijf jaar geleden een knappe prestatie, is nu al gewoon in de kleinere autoklassen. De veiligheid voor kinderen achterin en voetgangers worden apart beoordeeld. Wie tweedehands koopt, moet er rekening mee houden dat een auto uit 2002 veel minder veilig is dan datzelfde model uit 2006. Op de website www.euroncap.com zijn oude en nieuwe auto’s met hun klassering te vinden.

Nieuwkoop duurkoop

Twee redenen om een emo-aankoop te weerstaan:

• Nieuw is maar beperkt houdbaar. Sneller dan je lief is zie je auto’s rondrijden met een nummerbord van veel recentere datum. Technieken en uitvoeringen volgen elkaar in een razend tempo op en schreeuwen het uit: jouw auto is oud!
• Kleine onvolkomenheden vallen bij een nieuwe auto veel meer op. Onverklaarbare geluidjes en een hoger brandstofverbruik dan voorgespiegeld zijn moeilijk verteerbaar.

Vraag en aanbod bepalen prijs

De meest verkochte tweedehands auto is niet per se het meest waardevast. Een kwestie van vraag en aanbod. Wanneer een auto ruim voorradig is – als nieuwe auto veel verkocht – drukt dat de prijs. Had een auto lagere verkoopcijfers maar staan daar voordelen tegenover (goede kwaliteit, veel luxe), dan zie je dat terug in de waarde van die auto als tweedehands. Volgens Egge Selles van Autotaxatie.net geldt dit voor de Toyota Corolla en de Lexus IS. Nu de verkoop van nieuwe Toyota’s stijgt, zou dit beeld wel eens kunnen veranderen.

Gebruikte auto’s; meest waardevast (2006)

Kleine auto’s

1. Chevrolet/Daewoo Matiz
2. Ford Ka
3. Fiat Panda

Middenklasse

1. Toyota Corolla
2. Audi A3
3. VW Golf

Grote middenklasse

1. Lexus IS
2. Toyota Avensis
3. VW Passat

Bron : Autotaxatie.net

Gebruikte auto’s; meest verkocht (2006)

Bron: BOVAG/RDC Datacentrum