De cataloguswaarde van een leaseauto is doorslaggevend bij het berekenen van de bijtelling voor privégebruik. Dat is ook het geval als de auto aanzienlijk voordeliger is aangeschaft. Dit blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Gelderland. Het hoger beroep tegen de uitspraak is in cassatie ongegrond verklaard.
In deze zaak had een bedrijf voor een medewerker een auto gekocht, die ook privé mocht worden gebruikt. De auto kostte exclusief BTW en BPM ruim 45 duizend euro. Het bedrijf kreeg op deze prijs een korting van tienduizend euro en zo kwam de consumentenprijs van de BMW inclusief BTW/BPM op bijna 49 duizend euro. De catalogusprijs is 55.624 euro, een verschil van 6,5 duizend euro.
De dealer had ongeveer twintig auto's tergen deze lagere prijs. Het was dus geen incidentele transacties en het bedrijf wil daarom de werkelijke aankoopprijs hanteren om de bijtelling wegens privégebruik te berekenen.
Hoge Raad
Bij de rechter kreeg het bedrijf geen gelijk. De wet gaat uit van de catalogusprijs en dan is het niet relevant of een dealer de auto goedkoop heeft kunnen inkopen of om een andere reden voor een lager bedrag aan consumenten verkoopt. Dit geldt ook voor actiemodellen, aldus de rechtbank.
Het bedrijf is in sprongcassatie gegaan bij de Hoge Raad, dat wil zeggen dat hoger beroep bij het Gerechtshof is overgeslagen. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, zonder het oordeel nader te motiveren.
Bron: uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2016:2500