Elektrische auto's worden steeds populairder. Er zijn nu veel meer stekkerauto's dan zes jaar geleden. Het aantal laadpunten groeit ook, maar minder hard dan het aantal auto's. Het wordt dan ook moeilijker om een oplaadplekje te vinden.
Dit meldt vergelijkingssite Independer op basis van data van het RDW en de RVO. In 2015 waren er 12.000 openbare laadpunten, nu zijn dat er 70.000. Dat is bijna zes keer zoveel. Een flinke groei, maar het aantal elektrische auto's is in dezelfde periode van 7.000 naar 243.662 gestegen. Dat is bijna 35 keer zoveel.
De meeste laadpalen staan in de provincies Noord- en Zuid-Holland met respectievelijk 9,1 en 9,3 laadpalen per 1.000 huishoudens. Relatief veel laadpalen zijn er in Amstelveen, Ouder-Amstel en Leiderdorp.
Vergeleken met 2020 groeide het aantal laadpalen het hardst in Drenthe: van 290 naar 587. Limburg heeft de minste laadpalen per duizend inwoners, 2,3. In de provincie staat er 1241. West Maas en Waal (Gelderland) is de enige gemeente in Nederland zonder openbare laadpalen.
Boetes
In de grote steden worden steeds meer boetes uitgedeeld voor parkeren bij een laadpaal. Het gaat bijvoorbeeld om 'laadpaalkleven' het bezet houden van een laadpunt terwijl er niet wordt opgeladen of omdat de geparkeerde auto niet elektrisch is. In 2021 ging het om bijna 9.000 boetes, zo blijkt uit cijfers van het CJIB. De drie grote steden Amsterdam (1.599), Den Haag (1.270) en Rotterdam (1.194) zijn goed voor bijna de helft van de boetes.
- weblog.independer