Het kentekenbewijs: hoe zit het ook alweer?

Als autobestuurder dient u zich aan de wettelijke regels te houden. Het gaat daarbij niet alleen om regels omtrent het gedrag op de weg, maar ook om regels omtrent het kentekenbewijs of kentekencard. De politie is gerechtigd u naar deze documenten te vragen.

Papieren kentekenbewijs

Als u een papieren kentekenbewijs van voor 1 januari 2014 hebt, moet u altijd zowel het voertuigbewijs (deel IA) als het tenaamstellingsbewijs (deel IB) bij u hebben. Het overschrijvingsbewijs (deel II) bewaart u thuis en neemt u alleen mee als u uw auto verkoopt, schorst, exporteert of laat slopen.

Kentekencard

Nieuwe kentekenbewijzen hebben de vorm van een creditcard - de zogeheten kentekencard. Wanneer u het kenteken van een auto op uw naam hebt laten zetten, maar de kentekencard nog niet heeft ontvangen, mag u tot 14 dagen na de datum van overschrijving zonder kentekenbewijs rijden. De bijbehorende tenaamstellingscode mag u thuis bewaren.

[ITEMADVERTORIAL]

Is een kopie voldoende?

De wetgever neemt in principe geen genoegen met kopieën van het kentekenbewijs. Om het risico op diefstal van de originelen te verkleinen, is het advies de autopapieren altijd mee te nemen als u de auto verlaat. Het is zonder meer verstandig wel kopieën van de kentekenpapieren dan wel kentekencard thuis te bewaren. Raakt u de originelen kwijt door diefstal, dan zijn deze kopieën een handig hulpmiddel bij het doen van aangifte van vermissing van uw documenten.

Kentekenbewijs of kentekencard kwijt

Als u uw kentekenbewijs of kentekencard kwijtraakt, bent u verplicht een nieuw vervangend kentekenbewijs aan te vragen. Dit doet u op de website van de Rijksdienst voor het Wegverkeer. De kosten hiervoor bedragen € 31,50 (prijsniveau 2017).

Boete

Als u wordt gevraagd naar uw kentekenbewijs en u heeft dat niet bij zich, dan kan de politie u een boete van € 45 (prijsniveau 2017) opleggen.