Ik slik al jaren een bloedverdunner (carbasalaatcalcium). Het is een poeder dat in pakjes zit die ik moet openscheuren; dat is veel gedoe en ik moet oppassen dat niets verloren gaat. Kan ik het vervangen door zo’n moderne bloedverdunner, een NOAC?
Joris Bartstra, journalist met artsendiploma
Er zijn vele medische redenen om de bloedstolling een beetje te remmen. Soms, zoals bij u, moet dat met een bloedplaatjesremmer; soms met een remmer van de stollingsfactoren (NOAC). Dat zit zo.
Bloedstolling heeft grofweg twee systemen: de bloedplaatjes en de stollingsfactoren. De bloedplaatjes zijn een soort lensvormige plakjes in het bloed die – als er een wondje ontstaat – samenklonteren en een prop vormen die het beschadigde bloedvat afsluit. De stollingsfactoren zijn bepaalde eiwitten in het bloed die op elkaar inwerken waardoor een soort lijm ontstaat van het eiwit fibrine, dat de boel nog eens extra vastkit.
Plaatjesremmers (zoals carbasalaatcalcium en aspirine) remmen het klonteren van de plaatjes. Ze worden vaak gebruikt om de kans op herhaling van een hartinfarct of beroerte te verminderen.
De NOAC’s, maar ook de ouderwetse middelen van de trombosedienst en de heparineprikjes die je krijgt in het ziekenhuis, remmen de stollingsfactoren. NOAC’s worden gebruikt om trombose op te lossen of te voorkómen. Bij boezemfibrilleren voorkomen ze dat zich stolsels vormen in het hart. Dat soort stolsels kunnen gaan circuleren en een bloedvat in de hersenen verstoppen, waardoor je een herseninfarct krijgt.
Voor uw zakjes met carbasalaatcalcium bestaan twee alternatieven: hetzelfde middel maar dan als bruistablet, of een aspirientje (acetylsalicylzuur). Een aspirientje heeft als nadeel dat het wat meer kans geeft op maagklachten.
Ook een gezondheidsvraag? Klik hier en stel de vraag aan een expert!