Klaar met dat eindeloze geklooi met fotorolletjes
Ik was er vroeg bij. Als verslaggever van de Volkskrant moest ik in de jaren 70 altijd bereikbaar zijn. En dus kreeg ik een semafoon, die we toen een pieper noemden. Mijn chef nieuwsdienst kon me daarmee een code sturen. Dan snelde je naar een telefooncel en belde naar Amsterdam: “Waar is de brand?”
U leest een gratis artikel uit Plus Magazine.
Op Plusonline.nl bieden we iedereen de kans gratis kennis te maken met Plus Magazine. Hét maandblad bomvol informatie en inspiratie. Maar deze artikelen, dossiers en columns maken kost veel tijd en geld. Wilt u meer? Overweeg dan ook een abonnement op Plus Magazine.
Vanaf 1983 werkte ik bij het NOS Journaal en kreeg ik ook een autotelefoon. Niemand had dat toen. Het was peperduur voor een particulier. Als je voor het stoplicht zat te bellen (handsfree bestond nog niet) wezen mensen naar elkaar: “Moet je kijken, die zit gewoon z’n auto te bellen.” Daar maakte je behoorlijk de blits mee. Achter in de auto zat een grote schakelkast en op het dak zwiepte de lange telefoon-antenne. Erg onhandig en duur allemaal, maar het maakte je werk makkelijker. Geen klachten dus.Voor een paar gulden kon je bij Blokker nep-telefoons kopen. Dan deed je alsof je zat te telefoneren. Lang geleden. Volgens mij heette KPN toen nog PTT. Stel dat je morgen het aanbod krijgt om je huidige super-smartphone in te ruilen voor zo’n antiek kreng van veertig jaar geleden. Dat doet toch niemand? Of wel?
Mensen kiezen gekke dingen. Ik lees over de mateloze populariteit van de compact camera. Echt waar! Zo’n apparaat waar je een filmpje in doet (12, 24 of 36 opnamen) van Fujifilm of Kodak. Als het rolletje vol was, bracht je het naar de fotograaf voor ontwikkelen en afdrukken. Een paar dagen later ging je met bonzend hart weer naar de fotograaf. Zouden de foto’s gelukt zijn? Het lege vakantie-album lag thuis al klaar om gevuld te worden met foto’s en reisprullaria: een kopie van je boardingpas of het internationale treinkaartje, suikerzakjes, tickets van de kathedraal, koffietent of kabelbaan, en gedroogde bloemetjes en vlinders (“Die was al dood hoor!”). Daar ging je je familie en vrienden op een druilerige zondagmiddag úren mee vervelen. Maar ze bleven geduldig en beleefd: “Prachtig allemaal. Je maakt wel wat mee, zeg!”
Compact camera’s zijn weer mateloos populair, maar ik moet er niet aan denken
Ik ken het voorbeeld van een man in ons dorp die een avontuurlijke vakantiereis had gemaakt door Zuid-Amerika. Hij had gretig een aantal filmrolletjes volgeschoten. Maar helaas: hij had het kapje op de lens laten zitten. Vette pech. En nu is er dus weer een run op compact camera’s. Ik moet er niet aan denken: dat eindeloze geklooi met fotorolletjes en de dure, tijdrovende nabestellingen van die ene iets te opgewekte gezinsfoto. Die eindigt ooit vergeeld op het antieke dressoir van je schoonmoeder. Verouderde meuk, ik ben er niet van. Ik wil ook geen draaitafel (33 en 45 toeren) om met veel gepiep, gekras en gekraak nog eens te luisteren naar The Animals, The Tremeloes of Herman’s Hermits (No milk today).
Spotify is nu mijn onafscheidelijke muziekvriend. Goedkoper, makkelijker, beter geluid. En ik hoef er niet voor naar de winkel. Nostalgie is er voor mensen met te veel tijd. Daar hoor ik (nog?) niet bij.
Reacties, suggesties? Graag! (Scroll verder naar onderen om te reageren)
TV-presentator, journalist en schrijver Charles Groenhuijsen (69) laat zich graag inspireren door alles wat goed gaat in de wereld.
Reactie toevoegen