Toen ik mijn huidige man krap drie weken kende, vroeg hij me ten huwelijk. Dat ging ternauwernood goed, want ik verstond hem niet. We hadden een lange autorit gemaakt en lagen ver na middernacht in bed. Ik was moe, maar hij fluisterde allemaal lieve dingen.
Doofheid zit in de familie en veroorzaakt veel misverstanden, maar volgens mij humde ik op de juiste momenten iets aardigs terug. Tot ik even de draad kwijt was. Een lange zin, door spinrag overwoekerd. Een ijle echo van een i, een ou en een vraagteken. Snel maakte ik van één plus één twee en riep: “Ja, best wel.”
Bingo! Goed gegokt. Een dolgelukkige aanstaande maakte een koprol van plezier. Toch vind ik het sneu voor mijzelf. Die ene keer dat iemand me ten huwelijk vraagt, heb ik jammerlijk gemist. Dat is ondertussen ruim twintig jaar geleden en mijn gehoor duikelt langzaam verder het ravijn in. Liplezend breng ik mijn werkzame dagen op de redactie door en de collega aan het bureau tegenover me, versta ik in principe niet. “Je moet niet zo zacht praten”, verzuchtte ik al menigmaal.
Maar die bal kaatst hij vakkundig terug door te zeggen dat het aan mij ligt. En zo was er kort geleden een gehoortest met piepjes zó fluisterend, dat je denkt dat je ze zelf verzonnen hebt. Een gehoorapparaat deint aan de horizon naar me toe, maar nu nog niet, volgens de dokter. Ze geeft me nog een jaar of twee. Hooguit.
Lenny Langerveld is al vele jaren redacteur bij Plus Magazine. Zij is hoofd van de rubriek Mens & Samenleving en schrijft regelmatig over zaken die haar opvallen in de media en het nieuws.