Van iedereen die voor de coronacrisis thuiszorg of mantelzorg kreeg, ontvangt 40% op dit moment geen of minder zorg. Dat blijkt uit onderzoek van de Patiëntenfederatie Nederland.
In een derde van de gevallen stopte de thuiszorgorganisatie zelf met het verlenen van zorg, van het overige deel besloten cliënten zelf te stoppen in overleg met naasten en/of de thuiszorgorganisatie. Er worden wel alternatieven aangeboden, zoals videobellen met de thuiszorg. Ongeveer 5% maakt daar gebruik van.
Meer zorgen
Van de ondervraagden maakt 88% zich enige tot ernstige zorgen over het wegvallen van de mantel- en thuiszorg. Mensen moeten terugvallen op mantelzorg van familieleden of andere mantelzorgers en dat pakt niet altijd goed uit. De afgezegde thuiszorg betreft onder andere woonbegeleiding, wondzorg, wassen en aankleden, huishoudelijke hulp, psychische zorg en dagbesteding.
Eenzaamheid
Daarnaast neemt de eenzaamheid en het sociale isolement toe. Toch proberen de meeste mantelzorgers het contact met hun naaste te onderhouden; drie kwart belt en een kwart videobelt regelmatig met degene voor wie ze zorgen.
Noodzakelijke zorg gaat door
Volgens brancheorganisatie Actiz is er minder thuiszorg of andere thuiszorg om cliënten en zorgmedewerkers te beschermen tegen het coronavirus. De organisatie zegt tegen Nu.nl dat cliënten noodzakelijke zorg wel gewoon krijgen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het toedienen van medicatie en palliatieve zorg. Vooral huishoudelijke hulp komt vaker te vervallen.
De Patiëntenfederatie Nederland ondervroeg 10.000 deelnemers, waarvan er 1300 vragen konden beantwoorden over de thuiszorg. Het volledige onderzoek is hier terug te lezen. Hetzelfde onderzoek is in maart 2020 uitgevoerd, de resultaten daarvan zijn hier terug te vinden.
Bron: Patiëntenfederatie Nederland, Nu.nl.
