Als de partner overlijdt, kan de erfbelasting flink in de papieren lopen. Vooral wanneer er sprake is van een eigen woning die sterk in waarde is gestegen, en een (bijna) afgeloste hypotheek.
Een tweetrapstestament kan dan helpen en notaris Aniel Autar legt uit wat zo'n testament voor u kan betekenen.
Wie een huis erft moet soms veel erfbelasting betalen. Dat komt doordat de langstlevende partner ook erfbelasting moet betalen voor het deel waar de kinderen recht op hebben. Hoeveel de langstlevende moet betalen, verschilt van geval tot geval.
Op www.belastingdienst.nl/reken/erfbelasting/ vindt u een handige rekenhulp.
Soms is er niet genoeg spaargeld om de erfbelasting te kunnen betalen. Dat kan ertoe leiden dat de langstlevende partner een extra hypotheek moet afsluiten om de aanslag te betalen, of dat de woning zelfs verkocht moet worden. Dit is te voorkomen met een tweetrapstestament. Hiermee kunt u iemand tot enig erfgenaam benoemen (de eerste trap). Al het geld gaat dan naar de langstlevende en in feite onterft u de kinderen.
Niet afrekenen met fiscus
Maar dat onterven is tijdelijk, want de tweede trap bestaat uit een voorwaarde die u zelf mag bepalen. Bijvoorbeeld dat de erfenis wordt ‘teruggegeven’ bij overlijden van de tweede ouder. Zo worden de kinderen bij het overlijden van de tweede ouder alsnog erfgenaam van de eerst overledene. Het voordeel: de kinderen krijgen geen vorderingen op de langstlevende ouder, want ze erven eerst niets. Daardoor hoeft de ouder die achterblijft dus ook niet af te rekenen met de fiscus voor de kinderen. En de kinderen mogen na het overlijden van de tweede ouder ook twee keer gebruikmaken van hun vrijstelling.
Toch kleeft er ook een groot nadeel aan de tweetrap: de kinderen erven pas als beide ouders zijn overleden. Als er dan nog vermogen is, moet daarover (veel) meer belasting worden betaald door de kinderen. Een notaris kan snel een berekening maken of een tweetrapstestament voor u loont.
- GeldenRecht