Interview: Hugo Borst over ouderenzorg

'Heel simpel: er is gebrek aan aandacht’

Getty Images

Vanaf het moment dat de moeder van journalist Hugo Borst ging dementeren, schreef hij columns over haar in het AD. Dat resulteerde in twee liefdevolle boeken en een politieke strijd voor betere verpleeghuiszorg.

Hoe gaat het met je moeder?

Gisteren zei ze ‘Hugo’ en dat komt niet zo vaak meer voor. Maar even daarvoor vloekte ze nog hartgrondig. Ik had haar iets te voortvarend omhoog gehesen en dat ging haar te snel. Zojuist was ik nog bij haar. Ik ga graag naar mijn moeder, ik kan nog heel dicht bij haar komen. Ik hou haar hand vast, hou mijn vingers tegen haar koude neustopje. Woorden worden aanrakingen.

Wist je dat altijd al, dat je zoveel van je moeder hield?

Ja, ik heb mij dat altijd gerealiseerd. Ik schrijf ook ergens hoe bang ik was dat mijn moeder zou sterven. Mijn vader ook, trouwens. Ik heb geluk gehad met ze; heel lieve ouders, niets op aan te merken. Als ik kritisch moet zijn: mijn moeder kon mij moeilijk loslaten. Ze wilde wel een soort grip op mij houden. Ook al was ik op mezelf en getrouwd. Maar dat nam geen ziekelijke vormen aan. Ik riep dat ook over mezelf af, ik was een moederskindje. Met mijn moeder deelde ik de interesse voor literatuur, voor lezen. Met mijn vader voor voetbal.

In De Hofstee, het verpleeghuis van je moeder, ging het vrij snel na haar aankomst mis. De ene bezuinigings- ronde na de andere walste over de bewoners en het personeel. Dat had te maken met een aantal verkeerde besluiten van het bestuur, zoals het overnemen van een failliete thuis­zorg­organisatie. Hoe ontdekte je dat het in andere verpleeghuizen net zo slecht gesteld was met de zorg als bij jullie in (de overkoepelende) zorginstelling Laurens?

Ik ging mijn columns voorlezen in het land, in bibliotheken en alzheimercafés. En daar kwamen verontruste mantelzorgers met hun verhalen, maar ook verzorgenden die zeiden: ‘Je mag mijn naam niet gebruiken, maar bij ons is het ook verschrikkelijk.’ Dus het speelde blijkbaar op brede schaal. En toen heb ik Carin Gaemers, die in de cliëntenraad van Laurens zat, leren kennen. We legden onze verhalen naast elkaar en zagen dat het véél groter was dan alleen onze eigen instelling. Samen zijn we een keertje naar Mona Keijzer van het CDA gegaan, van wie we wisten dat ze erg betrokken is bij ouderenzorg. En in juli hebben we toen die open brief aan staatssecretaris Van Rijn geschreven en ja... de rest is geschiedenis, het ging snel. We raakten aan de praat met Sjoerd Potters van de VVD. En die zei: ‘Wij hebben in de politiek eigenlijk de dwang nog nodig van een burgerinitiatief.’ En toen zijn wij met het manifest gekomen.

Wat moeten Pluslezers doen als het in hun verpleeghuis spaak loopt, zoals bij jullie gebeurde?

Ga naar de cliëntenraad. Of naar de ondernemingsraad als je verzorgende of verplegende bent. Als die niet alert reageert, moet je maar contact opnemen met Scherp op ouderenzorg*, dat zijn Carin en ik. We hebben het heel druk, we moeten vaak nee zeggen, maar we lezen alles en het geeft ons in elk geval inzicht in hoe het in Nederland gesteld is. Noodkreten, daar reageren we op. En als de cliëntenraad of het bestuur doorkrijgt dat er contact is met ons, dan gebeuren er ook opeens dingen. Het is ook zinnig om bij het ministerie te laten weten dat er zaken niet in orde zijn. En vergeet de zorgmedewerkers van de partijen in de Tweede Kamer niet. Als je die aanschrijft, krijg je altijd antwoord, zeker als je laat weten dat er een cc’tje naar Scherp op ouderenzorg gaat. Wij zijn een soort waakhondje geworden.

Fragment uit het boek Ach, moedertje:
‘Ma klapt in haar handen als ze me ziet. Alsof ik net terugkom van een reis naar de Zuidpool. Ik ­knuffel haar alsof ik net terug­­kom van een reis naar de Zuidpool.’

Wat is de rode draad in de berichten die jullie ontvangen?

Dan kom je uiteindelijk altijd op gebrek aan aandacht. Hartstikke simpel. Een slecht huis, of een slechte instelling, is altijd te herleiden tot een slecht bestuur.

Dat kan toch ook niet anders? Met hetzelfde geld is het ene verpleeghuis goed, het andere huis niet.

Precies. Carin en ik werden ontvangen door premier Rutte in het Torentje en Rutte vroeg toen: ‘Wanneer gaat het wél goed?’ Toen zijn we in twee huizen gaan kijken die de zorg prima op orde hadden, en met z’n drieën hebben we die bestuurders doorgezaagd. Daar werden we heel vrolijk van. Want dat zijn bestuurders die de naam kennen van de bewoner die ze in de lift tegenkomen. En ook de naam van de mantelzorgers en de personeelsleden. Dat is de kern van de materie. Waar gaat het goed? In de verpleeghuizen waar de bestuurders iedereen kennen.

Maar die bestuurders zijn vaak bestuurder van wel vijf verpleeghuizen of meer. Is schaalvergroting het probleem?

Vind ik wel. Kijk, het is niet gezegd dat schaalvergroting per definitie slecht is. Als je goede bestuurders hebt die veel bezoeken afleggen in de tehuizen en die op de locatie topmanagers hebben aangesteld, zou het ook goed kunnen gaan. Maar het is wel handig dat die bestuurder elke week tijd doorbrengt op de werkvloer. Dat hij aanraakbaar is voor de verzorgenden. En de verzorgenden moeten commentaar kunnen leveren, zonder dat ze meteen bedreigd worden. Daarom zeggen wij: je hebt bestuurders en je hebt zorgbestuurders. Als jij zorgbestuurder wilt worden, heb je andere eigenschappen nodig dan een bestuurder. Je moet van mensen houden, je moet heel goed tegen kritiek kunnen, je moet kunnen afdalen en je oor te luisteren kunnen leggen en je moet iedereen kennen.

En dus?

Kleinschalig is te prevaleren boven grootschalig, al kan grootschalig wel maar het moet geen moloch worden. En werk
je kleinschalig, dan werk je dus ook met verzorgenden die een enorme teamgeest hebben, die elkaar kennen. Op een gegeven moment was de overdracht wegbezuinigd in De Hofstee. Vervolgens moesten de verzorgenden alles in gaan tikken, wat heel veel tijd kost. Hoe dom kun je zijn? De tragiek is natuurlijk dat heel veel verzorgenden en verpleegkundigen hun vrije tijd hebben opgeofferd om gratis te blijven werken uit piëteit voor de bewoners. Er is schandalig misbruik gemaakt van zorgpersoneel.

Moeten bestuurders uit de zorg afkomstig zijn?

Kijk, in het totale bestuur hoeft de financiële man echt niet per se een zorgachtergrond te hebben. Maar ik zou het wel aan te bevelen vinden als een bestuurder weet hoe het er in de praktijk aan toegaat. Daarom pleiten wij voor ballotage; laten we iedereen maar eens wegen. Het kan zijn dat iemand een voortreffelijk bestuurder is, maar geen zorgbestuurder. Dan moet je je heil maar ergens anders gaan zoeken.

Getty Images
Waar staan we nu? In de politiek is er grote eensgezindheid. Alom is er een kentering in het denken over wat goede verpleeghuiszorg is.

Het kantelt, jazeker. Sinds anderhalf jaar staat het onderwerp op de agenda, er is beslist een omslagpunt geweest. Misschien
was dat het moment dat zelfs de VVD zich begin dit jaar realiseerde dat er twee miljard voor de zorg bij moet. Er zijn nu overal proefprojecten en initiatieven voor nieuwe vormen van verpleeghuiszorg en het terugdringen van de regeldrift. Ik hoop, en ik denk, dat het nooit meer de vormen aanneemt van de afgelopen jaren. Want dat heeft écht te veel leed veroorzaakt.  

*Meer weten over het manifest van Hugo Borst en Carin Gaemers? Kijk op www.scherpopouderenzorg.nl

5x gratis: Ach, moedertje
Wij mogen vijf exemplaren verloten van Hugo Borsts tweede boek over zijn dementerende moeder: Ach, moedertje (Lebowski Publishers, €17,50). Wilt u in aanmerking komen? Vul uw gegevens in op www.plusonline.nl/achmoedertje. Of schrijf een briefkaart naar: Redactie Plus Magazine, Postbus 44, 3740 AA Baarn, o.v.v. ‘Ach, moedertje’ en vermeld uw naam en adres.

Auteur