Drie jaar geleden schreven Hugo Borst en Karin Gaemers hun manifest met verbeteringen voor de zorg in verpleeghuizen. De tweede kamer omarmde het manifest en er kwam 2,1 miljard euro beschikbaar voor verpleeghuiszorg. In de verpleeghuizen verbeterde echt wel wat, maar niet genoeg, vinden Borst en Gaemers. En dus komen ze opnieuw in actie.
In de meeste verpleeghuizen kan de regelmatige bezoeker echt wel zien, dat het er beter aan toe gaat dan een paar jaar geleden. Dankzij extra gastvrouwen en zorg-assistenten bijvoorbeeld, en dankzij meer geld voor 'leuke dingen'. Er wordt weer op de afdeling gekookt, gehandwerkt, gespeeld met de bal en er wordt zelfs weer buiten een frisse neus gehaald.
Maar toch... De wettelijke verplichte eis van minimaal twee bevoegde zorgmedewerkers op een groep van maximaal acht bewoners, wordt nog steeds bijna nergens gehaald. Aldus Borst en Gaemers. En het ziekteverzuim onder zorgpersoneel is veel te hoog, net als het verloop van personeel. Maar liefst 17 procent van de medewerkers gooide het bijltje erbij neer.
Werkgevers schieten te kort
Het tekortschieten van goed werkgeverschap is wat betreft Borst en Gaemers een van de hoofdoorzaken voor de hoge uitval van personeel. De werkdruk is te groot en er zijn nog steeds al die regeltjes waaronder men gebukt gaat. Medewerkers roepen al jaren dat ze 'hun vak kwijt zijn', aldus Gaemers en Borst in NRC Handelsblad. Op de werkvloer weet men heel goed wat er nodig is voor goede zorg, maar hun banen zijn ingewikkeld georganiseerd door hogerhand vanwege allerlei regels en eisen.
Zo moet het wél
Er is een beleidsstuk, waar eigenlijk alles in staat wat de verpleeghuiszorg nodig heeft. Dat beleidsstuk heet 'Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg'. Het is vanaf januari 2017 geldig en het heeft de zeggingskracht van een wet. Maar het is tamelijk onleesbaar voor iedereen die niet gewend is aan ambtelijke taal en daardoor bleef het Kwaliteitskader onzichtbaar voor het grote publiek. En dus stroopten Borst en Gaemers de mouwen op en gingen ze opnieuw aan de slag. Samen met longarts Wanda de Kanter. Ze vertaalden de belangrijkste punten uit het kwaliteitskader in 'De Tien Geboden'. Het mooie is: dit zijn dus geen vrijblijvende adviezen. Deze tien punten zijn niet even bedacht op een achternamiddag. Nee, dit gaat over de zaken die moeten, zaken waarvan is vastgelegd na maandenlang overleg met bestuurders en politici, dat verpleeghuisbewoners er récht op hebben.
Plak ze op de deur
De Kanter, Gaemers en Borst in NRC Handelsblad: "Laten we afspreken dat iedereen die bij verpleeghuiszorg betrokken is, zich aan De Tien Geboden houdt. Hang ze op in de lift, plak ze op de deur van de woongroep, op de kamers van teamleiders en locatiemanagers, stop ze in de binnenzakken en de handtassen van de zorgbestuurders."
De tien geboden
De tien geboden voor de zorg voor ouderen met dementie in het verpleeghuis. En eigenlijk zijn dit stiekem tien geboden voor de zorg en het welzijn van alle kwetsbare ouderen. Ook de ouderen die thuis wonen en bijvoorbeeld thuiszorg krijgen:
1.
Ieder mens is uniek, ook in een verpleeghuis. Hij/zij wordt gezien. Iedereen die zorgt, verdiept zich in de problemen en klachten van de verpleeghuisbewoners en geeft zorg op maat.
2.
Iedere bewoner die daartoe in staat is, komt dagelijks uit bed en wordt geholpen de dag aangenaam door te brengen. Er is altijd iemand die een oogje in het zeil houdt. Gedurende de dag is er regelmatig persoonlijk contact met een zorgverlener of begeleider. Langer dan twee uur zonder persoonlijk contact is onacceptabel.
3.
Een bewoner kan rekenen op veiligheid. De verzorging, de verpleging en het geven van medicijnen gebeurt met de grootst mogelijke nauwkeurigheid.
4.
Er zijn altijd zorgmedewerkers in de buurt die de bewoner goed kennen en weten wat diens levensgeschiedenis is. Zij weten wat de bewoner fijn of vervelend vindt en houden daar rekening mee.
5.
Als een bewoner naar de wc wil, is er iemand in de buurt om mee te gaan. Als een bewoner bang of onrustig is, is er iemand die geruststelt of troost. Als een bewoner iets wil doen, is er iemand die daarbij helpt.
6.
Een verpleeghuisbewoner heeft elke dag recht op een dagbesteding. Dat kunnen gezamenlijke activiteiten zijn, maar ook persoonlijke aandacht of even samen met een zorgmedewerker iets alledaags doen.
7.
Net als iedereen kan een bewoner van een verpleeghuis worstelen met levensvragen. Daarom heeft hij/zij recht op steun van geestelijk verzorgers, ook als een bewoner niet in staat is om net als vroeger in heldere taal uit te leggen wat hem/haar precies dwars zit.
8.
Van iedere bewoner is bekend wat diens wensen waren met betrekking tot het levenseinde. Die wensen stammen uit de tijd dat de bewoner voor de wet wilsbekwaam was.
9.
Zorgmedewerkers zijn er om bewoners te begeleiden en te verzorgen, niet om de administratie te doen.
10.
Ook iedere bestuurder houdt zich bij alles wat wordt beslist aan voorgaande geboden en luistert altijd naar wat zorgmedewerkers nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen.