Spaar je orgaan (als het even kan)
Bij kanker word je tegenwoordig vaak minder ingrijpend behandeld. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor een orgaansparende behandeling. Dat kan veel ellende schelen. Er is gelukkig steeds meer mogelijk op dat gebied.
In het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis (AVL) in Amsterdam hebben alle patiënten kanker. Een buitenstaander zou er somber van worden, zo niet de artsen die er werken. Chirurg Brechtje Grotenhuis opereert mensen met endeldarmkanker. “We gaan ervoor om voor elke patiënt zicht te houden op genezing door de nieuwste behandelmethodes in te zetten. Gelukkig lukt dat ook regelmatig.”
Een van die nieuwe behandelmethodes is de orgaansparende behandeling. Wie tien tot twintig jaar geleden endeldarmkanker kreeg, stond een zware operatie te wachten en een grote kans op een stoma voor de rest van je leven. De afgelopen tien jaar echter is in het AVL hard gewerkt aan een orgaansparende behandelmethode, die de kwaliteit van leven van patiënten aanzienlijk verhoogt.
Effect voorbehandeling
De oude aanpak geeft een goede kans op genezing, maar had ontegenzeglijk een keerzijde. Grotenhuis legt uit: “Bij de operatie wordt de endeldarm – het laatste stukje van de dikke darm – grotendeels of geheel verwijderd. De endeldarm ligt in het bekken en is daardoor lastig bereikbaar met veel organen in de buurt. De ingreep heeft daarom niet alleen voor de darmfunctie gevolgen, maar ook voor de blaas en de seksuele activiteit. De kans op een stoma is groot. Dat heeft invloed op de kwaliteit van leven.”
Tumoren in de endeldarm worden nu meestal voorbehandeld met bestralingen, al of niet in combinatie met chemotherapie. Na een operatie bleek dat in sommige gevallen de tumor al weg was door deze voorbehandeling en dat er dus in feite een ‘schoon’ stuk darm was weggehaald. Zou het niet mooi zijn, dacht men in Amsterdam, als we die mensen die operatie zouden kunnen besparen? Of alleen een klein stukje endeldarm verwijderen in plaats van het hele orgaan?
Probleem is dat je pas 100 procent zeker weet hoe de voorbehandeling is aangeslagen, als je na de operatie het verwijderde deel kunt analyseren onder de microscoop. Gelukkig weet het behandelende team van chirurgen, radiologen, radiotherapeuten, oncologen en maag-darm-leverartsen in het AVL steeds beter wat het effect is van de voorbehandeling. Bovendien: waar de artsen vroeger alleen een CT-scan hadden, is er nu de gespecialiseerde MRI. En er is meer kennis over bestraling en chemotherapie.
Intensieve controle
Inmiddels staat in de landelijke behandelrichtlijn dat eerst de respons van de tumor op de voorbehandeling bekeken moet worden, voordat men besluit wel of niet te opereren. De operatie is niet langer onafwendbaar. Grotenhuis is daar blij mee. “De operatie is zó groot, de gevolgen zijn zó ingrijpend. En de kans op complicaties is er altijd. Als chirurg wil je daarom een operatie alleen uitvoeren als de patiënt er baat bij heeft.”
Maar, waarschuwt ze, die aanpak is niet voor iedereen mogelijk. De plek en de omvang van de tumor bepalen veel. Een operatie kan alleen vermeden worden als de tumor echt helemaal weg lijkt te zijn. De patiënt komt dan in een zogeheten wait and see-traject terecht: vijf jaar van intensieve controle. Komt de tumor toch terug – en dat is in 20 procent van de patiënten het geval – dan volgt alsnog de operatie.
Meer vertrouwen
Zou die onzekerheid nog een reden zijn om dan maar direct voor de operatie te kiezen? Grotenhuis: “We zien eigenlijk nooit dat patiënten spijt hebben van de beslissing om af te wachten. Als ze alsnog de operatie moeten ondergaan, denken ze meestal: ik heb het in elk geval geprobeerd. Ze ervaren die intensieve controle als prettig. In het begin is het natuurlijk spannend, maar na verloop van tijd krijgen ze meer vertrouwen dat de tumor wegblijft.”
Bij mensen op leeftijd is het prettig om een operatie te vermijden als dat kan. Ze zouden voor de operatie een aantal uren onder narcose moeten. Een lekkage op de plek waar de darm na verwijdering van de tumor weer aan elkaar is gezet, komt voor, evenals een wondinfectie. “En”, zegt Grotenhuis, “een ziekenhuisopname is nooit zonder risico’s. Je kunt een longontsteking of infectie oplopen.”
Borst- en prostaatkanker
Orgaansparend handelen is al zeer gangbaar bij de twee meest voorkomende soorten van kanker: borstkanker en prostaatkanker. Van alle borstkankerpatiënten kreeg 67 procent een borstsparende operatie. Bij borstkanker in een vroeg stadium geeft deze behandeling een minstens zo goede tienjaarsoverleving als een amputatie, blijkt uit cijfers van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).
Bij prostaatkanker is de trend tegenwoordig om minder te behandelen en actief te volgen, teneinde zo nadelige effecten van de behandeling te voorkomen.
Niet altijd is orgaansparend handelen mogelijk of al voldoende ontwikkeld. Baarmoederhalskankerpatiënten krijgen in slechts 7 procent van de gevallen een orgaansparende operatie. Bij blaaskanker is orgaansparend handelen nog niet gangbaar. Er wordt nu onderzocht hoe beter van tevoren te analyseren is bij welke patiënten de voorbehandeling zo goed heeft aangeslagen dat een operatie niet meer nodig is.
Gesprek aangaan met arts
Wie een vorm van kanker heeft waarbij orgaansparend handelen mogelijk is, kan daarover het gesprek aangaan met de arts. De website Kanker.nl geeft voor die gesprekken lijsten met voorbeeldvragen. Vraag in ieder geval naar de voor- en nadelen van een behandeling, zo raadt de site aan, en wat die betekent voor jouw specifieke situatie. Vraag ook naar het doel van de ingreep, de risico’s, de mogelijke complicaties en de duur. Vraag zeker wat je zelf kunt doen om te zorgen dat de behandeling aanslaat. En – daar denk je misschien niet zo snel aan – je kunt vragen naar wat er gebeurt als je voorlopig niets doet. En hoelang je de tijd hebt om over je beslissing na te denken.
Orgaansparend handelen kan ook plaatsvinden binnen de context van wetenschappelijk onderzoek. Vraag dus ook of je aan wetenschappelijke studies kunt deelnemen. Er zijn altijd strenge eisen aan deelname verbonden, dus je kunt niet zomaar meedoen. Maar het moet zeker onderwerp zijn van gesprek.
Keuze aan de patiënt
Altijd is de beslissing om te kiezen voor een orgaansparende behandeling uiteindelijk aan de patiënt, mits het mogelijk is natuurlijk volgens het behandelend team. Grotenhuis: “Dat past ook in deze tijd. Bovenal wil iedereen met kanker genezen, maar het liefst ook met een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven. Daar voeren we gesprekken over.”
Een beslissing nemen over je behandeling is natuurlijk niet makkelijk en Grotenhuis raadt aan om altijd iemand mee te nemen naar gesprekken met de arts, zodat je er later samen over kunt praten. Goed overleg met je familie en naasten is ook belangrijk.
Dit artikel verscheen eerder in Plus Magazine september 2023. Abonnee worden van het blad? Dat doet u in een handomdraai!
- Plus Magazine